Pé Hawinkels, Ankie Peypers, Hristo Smirnenski, Elizabeth Gaskell, Miguel de Unamuno

De Nederlandse dichter, schrijver, songwriter en vertaler Pé Hawinkels werd geboren op 29 september 1942 in Heerlen. Zie ook alle tags voor Pé Hawinkels op dit blog.

 

Haydngedichten I
(Menuet uit de 94e Symfonie)

Hier dansen zij; misschien zijn het boeren
of matrones als kastelen. Ze glimlachen wellicht,
maar het is net zo goed mogelijk dat ze huilen,
of elkaar doodgemoedereerd vermoorden.
Wie zal dat uitmaken? Bij Bruegel kun je ze zien,
maar ik wed, dat, als je de pijn van honderd avonden doorstaat,
een rivier leegdrinkt en bergen als watjes in je oren steekt,
je ze dan ook zèlf kunt zien dansen,
alsof jouw leven op het spel staat,
en zonder stem kunt horen zingen… – was de dood maar zo!

 

Grijze mist en schaduwen van dingen

Grijze mist en schaduwen van dingen;
witte vuile druppels hingen
stil in de grauwe vieze lucht.
Over het trottoir, geel en vuil
van afgevallen bladeren,
kwam gewoon een meisje aangestapt
gewoontjes, bleek, haar jas was bruin.

Over de straat met bruine vegen
kwam, met een man erin, aangereden
een heel klein autootje van blik
door de miezerige regen.
Het meisje keek, en eventjes
werd haar bleek gezicht
door een lachje verlicht.
Zij was éen moment een engel
heel vertederd en heel teer.

De vent keek niet.
Toen lachte ze niet meer.
Grijze mist en schaduwen van dingen,
witte vuile droppels vielen
op de grijze vuile stenen neer.

 

schaatsen

we zien aan onze linkerhand
haasjes met wollige achterwerkjes rondwippen
en omdat het winter is het bos bestaan
uit vuilpoezen, bonestaken en bezemstelen
door de kleumende boodschap der twijgen vereend

de zon staat tranend in de nevel een opkomende
neiging tot niezen te dwingen
in represailles op de ijsvlakte te sublimeren

ik schop verongelijkte schoonheidskoninginnen
en eksters in hun paasbeste nozempakjes
het dorre knettergras in, waar vuilnis er voor uitkomt
en gescheurd nylon en sprokkelhout op hun beurt wachten
en in mijn lichaam zo zacht als een bokshandschoen
schaats ik als kwam ik voor de televisie

mijn gezonde vriendjes huldigen mijn sprongen
en ik word onwel als ik aan mogelijke beloningen denk
maar met de jaren wordt mijn honorarium
moeilijker denkbaar

 


Pé Hawinkels (29 september 1942 – 16 augustus 1977)

 

De Nederlandse dichteres Ankie Peypers werd geboren op 29 september 1928 in Amsterdam. Zie ook alle tags voor Ankie Peypers op dit blog.

 

Verhaal

Ook was er een fontein. En zomerbloemen
verklapten toch elkaar, wie deze nacht
het voorrecht had, haar lieveling te noemen
en wie haar ’s morgens bloemen had gebracht.

Of de fontein verbood, dat zij zo praatten,
zij babbelden en lachten om zijn dreigen
want onderwereld noch verdelging baten
om bonte bloemenmonden te doen zwijgen.

Gepijnigd hoorde het fonteinbeeld aan
dat zij hem caro mio noemde en de lippen bood.
De bloemen zeiden: ‘Zie haar voeten gaan,’
en ‘zagen jullie hoe het kleed strak om haar heupen sloot?’

Toen voer een siddering door de draineringsbuizen.
De bloemen keken op naar de fontein.
Hij slingerde zijn stralen rond in machtig suizen
en had een man, een graaf, een koning kunnen zijn.

‘Sinds zij in mijn schoot hals en borsten waste,’
riep de fontein wijd over marmersteen
en bloemen uit, ‘sinds ik haar naakt verraste,
is zij van mij, la cara mia, en van mij alleen.’

De bloemen zwegen en de stilte beefde.
Toen lachte zacht een stem en in het licht der maan
zag men een schaduw en een beeld dat leefde,
de schone en haar vriend, een huis ingaan. –

Met al zijn kracht nam de fontein zich op en bracht
zichzelf ten hemel en ontdaan van eer en rust
vloog hij als een versteende reuzenvogel door de nacht.

Omstreeks de dageraad wierp hij zichzelf te pletter op de Franse kust.

 

Taal

Ik ken de woorden alleen van horen zeggen.
Zij zijn mij verwant als de neven in Finland
die brede schouders hebben, kalme ogen,
waarin geruisloos bomen groeien, sleden rijden.

Ik denk aan hen in brieven vol rivieren,
wit hout stroomafwaarts, vol van sneeuw en liefde.
Omdat zij eenzaam zijn en onbereikbaar
als woorden.

 

 
Ankie Peypers (29 september 1928 – 24 oktober 2008)

 

De Bulgaarse dichter en schrijver Hristo Smirnenski werd geboren op 29 september 1898 in Kilkis, Macedonië. Zie ook alle tags voor Hristo Smirnenski op dit blog.

Uit: Le conte de l’escalier

“— Qui es-tu ? lui demanda le Diable.
— Je suis un fils du peuple et tous les miséreux sont mes frères. Oh ! Comme ce monde est injuste et combien malheureux sont les hommes !
L’adolescent, le front haut, serrait les poings. Il se tenait devant l’escalier, un escalier très haut, en marbre blanc strié de rose. Son regard se perdait dans le lointain où déferlaient, comme les vagues troubles d’une rivière en crue, les foules grises de la misère.
Soudain elles s’agitèrent, bouillonnèrent, levant une forêt de bras décharnés et noirs. Un tonnerre d’indignation et des cris de fureur firent trembler l’air, puis l’écho s’éteint lentement, solennellement comme de lointains coups de canon.
Les foules grossissaient, avançaient dans des nuages de poussière jaune, des silhouettes isolées s’en détachaient. Un vieillard approchait, courbé en deux, le regard rivé au sol comme s’il cherchait sa jeunesse perdue. Pendue à ses basques, une fillette aux pieds nus regardait l’escalier de ses yeux humbles et doux, comme des bleuets. Elle regardait en souriant.
Ils étaient suivis par des figures sèches, grises, déguenillées qui chantaient en chœur un vieux refrain, comme un chant funèbre. Quelqu’un poussait un sifflement strident, un autre, les mains dans les poches, riait d’une voix forte, éraillée, ses yeux brûlaient d’un regard dément.
— Je suis un fils du peuple et tous les miséreux sont mes frères. Oh ! Comme ce monde est injuste et combien malheureux sont les hommes ! Eh ! vous, là-haut, vous…
Le jeune homme, le front levé, tenait ses poings serrés et menaçants.
— Vous haïssez ceux qui sont là-haut ? lui demanda le Diable, en se penchant d’un air perfide vers le jeune homme.
— Oh ! Je me vengerai de ces ducs et de ces princes. Mes frères ont le visage pâle comme les sables, leurs gémissements sont plus lugubres que le vent glacé de l’hiver ! Ils seront cruellement vengés ! Vois leur souffrance, écoute leur plainte ! Je les vengerai ! Laisse-moi passer !

 

 
Hristo Smirnenski (29 september 1898 – 18 juni 1923)
Kilkis

 

De Britse schrijfster Elizabeth Gaskell werd geboren op 29 september 1810 in Londen. Zie ook alle tags voor Eilzabeth Gaskel op dit blog.

Uit: Wives and Daughters

“It was before the passing of the Reform Bill, but a good deal of liberal talk took place occasionally between two or three of the more enlightened freeholders living in Hollingford; and there was a great Tory family in the county who, from time to time, came forward and contested the election with the rival Whig family of Cumnor. One would have thought that the above-mentioned liberal-talking inhabitants would have, at least, admitted the possibility of their voting for the Hely- Harrison, and thus trying to vindicate their independence But no such thing. ‘The earl’ was lord of the manor, and owner of much of the land on which Hollingford was built; he and his household were fed, and doctored, and, to a certain measure, clothed by the good people of the town; their fathers’ grandfathers had always voted for the eldest son of Cumnor Towers, and following in the ancestral track every man-jack in the place gave his vote to the liege lord, totally irrespective of such chimeras as political opinion.
This was no unusual instance of the influence of the great landowners over humbler neighbours in those days before railways, and it was well for a place where the powerful family, who thus overshadowed it, were of so respectable a character as the Cumnors. They expected to be submitted to, and obeyed; the simple worship of the townspeople was accepted by the earl and countess as a right; and they would have stood still in amazement, and with a horrid memory of the French sansculottes who were the bugbears of their youth, had any inhabitant of Hollingford ventured to set his will or opinions in opposition to those of the earl. But, yielded all that obeisance, they did a good deal for the town, and were generally condescending, and often thoughtful and kind in their treatment of their vassals. Lord Cumnor was a forbearing landlord; putting his steward a little on one side sometimes, and taking the reins into his own hands now and then, much to the annoyance of the agent, who was, in fact, too rich and independent to care greatly for preserving a post where his decisions might any day be overturned by my lord’s taking a fancy to go ‘pottering’ (as the agent irreverently expressed it in the sanctuary of his own home), which, being interpreted, meant that occasionally the earl asked his own questions of his own tenants, and used his own eyes and ears in the management of the smaller details of his property. But his tenants liked my lord all the better for this habit of his. Lord Cumnor had certainly a little time for gossip, which he contrived to combine with the failing of personal intervention between the old land-steward and the tenantry.”

 

 
Elizabeth Gaskell (29 september 1810 – 12 november 1865)
Cover

 

De Spaanse dichter en filosoof Miguel de Unamuno y Jugo werd geboren op 29 september 1864 in Bilbao. Zie ook Miguel de Unamuno y Jugo op dit blog.

Uit: Nevel (Vertaald door Bart Peperkamp)

“En hij bleef staan bij de deur van een huis waar het knappe jonge meisje, dat hem als een magneet leek te hebben meegetrokken achter haar ogen aan, was binnengegaan. En toen gaf Augusto zich er rekenschap van dat hij achter haar aan was komen lopen. De portierster van het huis keek hem met schalkse oogjes aan en die blik bracht Augusto op het idee van wat hem vervolgens te doen stond. «Deze Cerbera, » zei hij bij zichzelf, «verwacht dat ik haar zal vragen naar de naam en de omstandigheden van deze juVrouw die ik heb lopen volgen, en dat is ongetwijfeld hetgeen me nu te doen staat. Iets anders zou betekenen dat ik mijn achtervolging zonder bekroning zou afsluiten, en dat moet niet,
een mens moet zijn werk afmaken. Ik heb een hekel aan dingen die onvolmaakt zijn!» Hij stak zijn hand in zijn zak en daarin vond hij alleen maar een munt van vijf peseta’s. Hij kon die nou bezwaarlijk gaan wisselen; daarmee zou hij tijd verliezen en zijn kans voorbij laten gaan. ‘Zegt u me eens, beste vrouw,’ vroeg hij de portierster om hulp zonder zijn duim en wijsvinger uit zijn zak te halen, ‘kunt u mij hier in vertrouwen en inter nos zeggen hoe deze juVrouw heet die zojuist is binnengekomen?’
‘Dat is helemaal geen geheim en er steekt ook geen kwaad in, mijnheer.’
‘Daarom juist.’
‘Nou, ze heet doña Eugenia Domingo del Arco.’
‘Domingo? Dat moet dan Dominga zijn…’
‘Nee, mijnheer, Domingo; Domingo is haar eerste achternaam, die van haar vader.’
‘Maar als het om een vrouw gaat, dan moet die achternaam toch veranderen in de vrouwelijke vorm, in Dominga. En als dat niet gebeurt, hoe zit het dan met de concordantie?’

 

 
Miguel de Unamuno (29 september 1864 – 31 december 1936)
Portret door Maurice Fromkes, 1925

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e september ook mijn vorige blog van vandaag.

Pé Hawinkels, Hristo Smirnenski, Elizabeth Gaskell, Miguel de Unamuno, Miguel de Cervantes, Colin Dexter, Ingrid Noll, Akram Assem, Lanza del Vasto

De Nederlandse dichter, schrijver, songwriter en vertaler Pé Hawinkels werd geboren op 29 september 1942 in Heerlen. In de maand september is er in de Openbare Bibliotheek Gelderland Zuid aan het Mariënburg in Nijmegen een expositie over de Nijmeegse schrijver, dichter, vertaler Pé Hawinkels. Ook wordt er bij café Trianon een literair baken van Hawinkels onthuld. Dit ter gelegenheid van zijn veertigste sterfdag op 16 augustus 1977. Zie ook mijn blog van 29 september 2010 en ook alle tags voor Pé Hawinkels op dit blog.

 

Sketches of Spain

I
alfalfa voor mijn wit konijn
spattend gras voor mijn vechtstier
die een windsel om zijn poten draagt
sinaasappels als ogen van te grote witte muizen
lanen van zo groene verf
en het hijgen van de wijn

II
de nacht staat tot barstens toe gespannen
en met mijn gitaar van bloed
prik ik gaten in de donkerblauwe lucht-ballon
die ineenkrimpt tot een snik

III
wanneer is de hitte opgestaan
die nu hangt te hijgen over het land
dat geel is als een buik
de rode doeken van de merelvrouwen
die zich geluidloos onderkruiks bewegen
klapperen tegen mijn tanden
een ezel scheurt onder koren de zon
de zes zonen van de waard

IV
een stier leeft als een trompetstoot in het gras
staat vreselijk in de weiden met een hek
een stier zaait een wolk ontzag in maag en knieën
een stier is spieren kracht en machtsgedonder
een stier sterft lillend in het zand
een vlek ellende darmen bloed
een stier sterft onder trompetstoten en olé

 

 
Pé Hawinkels (29 september 1942 – 16 augustus 1977)
Portret door Joseph Quaedackers,1990

Lees verder “Pé Hawinkels, Hristo Smirnenski, Elizabeth Gaskell, Miguel de Unamuno, Miguel de Cervantes, Colin Dexter, Ingrid Noll, Akram Assem, Lanza del Vasto”

Pé Hawinkels, Hristo Smirnenski, Elizabeth Gaskell, Miguel de Unamuno, Miguel de Cervantes, Colin Dexter, Ingrid Noll

De Nederlandse dichter, schrijver, songwriter en vertaler Pé Hawinkels werd geboren op 29 september 1942 in Heerlen. Zie ook alle tags voor Pé Hawinkels op dit blog.

Uit: Autobiografische flitsen en fratsen

“Mijn vader stak een pijp op, (een onglooflijke pijp, ongeveer ter grootte van een schaam-kalebas der Papoea’s, overdekt met de in meerschuim uitgesneden beeltenis van raspaarden. Deze dieren joegen in gestrekte draf bergop, als een teruggedraaide bergbeek, zonder ooit de wouden van mijn vaders baard binnen to denderen, iets wat evenmin gelukt is aan een der andere paarden, die het leven van deze man vulden:paarden op een sigarepijpje, paarden op een horlogestandaard, paarden op & in dat horloge zelf, paarden op zijn dasspeld en manchetknopen, paarden in de wei en paarden in zijn hart, en ten slotte de paarden, die hij voor mij placht te tekenen, minder met fantasie dan met precisie . Achthonderd paardetekeningen bezit ik van zijn hand, waarvan er geen een van welke ander dan ook is te onderscheiden anders dan met het oog der liefde, met als enige uitzondering, om welk feit vast te stellen ook het doodgewone, algemeen verbreide oog der banaliteit dienst kan doen, om welke reden ik u allen van harte inviteer eens een kijkje to komen nemen, de wandschildering van een paard, een Lippizaner appelschimmel, waaraan hij & ik, ongeveer ten tijde van de wisseling mijner melktanden een voile week gewerkt hebben, en die thans nog de zolder van mijn ouderlijk huis een unieke charme verleent: het paard is acht meter lang en bijna zes meter hoog. Het is helemaal omgeven door een knetterende kleur groen, waarmee wij als het ware wilden aangeven dat het edele dier, zoals dat een vrij paard betaamt, zich in een weide bevindt, – iets wat niet helemaal van elke aanvechtbaarheid verstoken is: Lippizaner appelschimmels worden doorgaans alleen in maneges gehouden, en mogen zeker niet vrij rondlopen tussen de ongelikte Friezen, de koudbloedige Belgen, de amorfe fjordenpaarden, en Engelse of Franse volbloeden, om van de Oldenburgers, de Zeeuwen, Friezen, Brabanders, Groningers of Geldersen, laat staan de verwijfde Arabieren en andere oosterlingen – vrijwel zonder uitzondering seksueel geinverteerde dieren, walgelijk! Foei! – maar helemaal to zwijgen. Iedereen nu weet, dat paarden edele dieren zijn, en niemands achting voor mijn vader kan eronder lijden, als ik mededeel, dat hij aan nets anders dacht dan aan paarden, reeel of fictief, en levend of historisch.”

 


Pé Hawinkels (29 september 1942 – 16 augustus 1977)

Lees verder “Pé Hawinkels, Hristo Smirnenski, Elizabeth Gaskell, Miguel de Unamuno, Miguel de Cervantes, Colin Dexter, Ingrid Noll”

Pé Hawinkels, Hristo Smirnenski, Elizabeth Gaskell, Miguel de Unamuno, Miguel de Cervantes, Akram Assem, Colin Dexter

De Nederlandse dichter, schrijver, songwriter en vertaler Pé Hawinkels werd geboren op 29 september 1942 in Heerlen. Zie ook mijn blog van 29 september 2010 en eveneens alle tags voor Pé Hawinkels op dit blog

Perceptie

In de winter, toen mijn gezicht reeds de vormen aannam
van een masker der Azteken, en er wormen, kort als koren,
in mijn oren, zich wiegden, heen, weer, zachtjes been en weer,
trad er uit het duister een naar voren, als nit plooien
van een zwarte gladiool. Het was to laat.
En, ogen, to jong. Kraakbeen in een zak van ’t meest precieuze
perkament dat ooit verspild is aan een dicht der domheid:
een wezenslichaam, bedrieglijk bewegend in zijn gang,
zo zachtjes been en weer als de trieste allerteerste
gebaren waarmee je een borst kunt strelen. En verspreid
de stille stuipen van puistjes, tekens van een sluimerende val.
Wie toch zou er weten waaromheen de broze lippen
beslagen, en als damp zich voegend, en aanslag, weke, zo warme
zich cirkelen?
Gedachten gaan als zagen hun gang,
En – ongelukkig als een koning – wordt de rijst
to zwaar betaald, en komt je het’vertrappen
van tastbare heiligheid duur to staan: –
al ben je dan een god van over zee
je aureool bestaat uit louter lellen –
omwille van de knoken van een kind.
En de steep die barstte, ach, in spreken uit
– zij lichtten, o, zij lachten – met een stem
waarin lets kapseisde. Ernst. Beschamend bewijsstuk.
Nat zijn de straten rond mijn reis. Wat wil ik?
Tranen als olie, straf, verlangen naar straf.
Het gebeente, het geknekelte van bomen, reumatisch
en geborneerd vadert, de laatste, om die actie.
‘1k geloof alles wat je zegt.’ Dat overleefde ik
en plaatste met weemoed dit bewijs van wonderen,
van onverdiende bloei, die opschoot in mijn spoor,
mij, achteloos, en daarom op de plaatsen die men overslaan
zou moeten… een bijziend zwijn, en appels in de modder.

 
Pé Hawinkels (29 september 1942 – 16 augustus 1977)

Lees verder “Pé Hawinkels, Hristo Smirnenski, Elizabeth Gaskell, Miguel de Unamuno, Miguel de Cervantes, Akram Assem, Colin Dexter”

Pé Hawinkels, Hristo Smirnenski, Elizabeth Gaskell, Miguel de Unamuno, Miguel de Cervantes, Akram Assem

De Nederlandse dichter, schrijver, songwriter en vertaler Pé Hawinkels werd geboren op 29 september 1942 in Heerlen. Zie ook mijn blog van 29 september 2010 en eveneens alle tags voor Pé Hawinkels op dit blog.

Uit: Autobiografische flitsen en fratsen

“Van zijn plaats aan het hoofd van de eikehouten tafel, aan weerszijden waarvan hij persoonlijk twee banken had getimmerd, die trapsgewijs van zijn kant opliep tot het tafeleinde waar mijn moeder placht te zitten als zij niet in het kraambed lag, waar ik, op de hoogste, dus laagste bank van die trap, en de trap van die bank, was komen te zitten tegenover mijn zusje Roosje, dat reeds negen en een halve maand oud was, riep mijn vader, met stentorstem, dat spreekt, mijn moeder, die tussen de geurige lakens nog wat van de schrik lag te bekomen – ze zeggen dat ik als dreumes niet al te florissant geoogd heb – een ‘Goed werk!’ toe, een ‘Kranig gedaan!’, en tot slot nog een ‘Een wolk van een jongen!’ al heeft hij volgens ooggetuigen bij het laatste compliment nogal peinzend gekeken. De vroedvrouw en de dokter, die in een antiseptische pas-dedeux rond de sponde dribbelden, waarop mijn moeder lag uitgestrekt, elkaar onderwijl meer dan eens snaaks in de billen knijpend, wat door mijn zusjes afkeurend werd geregistreerd voor de toekomst, deden toen van ‘Ssssssssssssst…’, de lippen getuit alsof ze aan het wedstrijdspuwen waren en nu ieder de eigen fluim stonden na te ogen, zoals een dominee, die een stichtende volzin het kerkgebouw in geaardappelpureed heeft en nu met welgevallen de uitwerking in ogenschouw neemt, zoals William H. Masters m.d. en Virginia E. Johnson, die net een in een prikkelende vloeistof gedompeld staafvormig object in een proefpersoon gedompeld hebben en nu attent de instrumenten en tintveranderingen opnemen die van het effect getuigenis afleggen, zoals Loumeisjes, die gevieren gearmd & zingend over het trottoir lopen, – ook tegen ons, zingende kleuters en andere minderjarigen, en er trad een periode van welverdiende rust in.
Voor mij op tafel werd een nap met pap neergeplant, waar ik goedgemutst & bibeleboms uit begon te bunkeren, met een zekere gejaagdheid ook, alsof ik mij reeds duidelijk realiseerde dat een moment later de Tweede Wereldoorlog rustig eten onmogelijk zou maken, dat ik nachten lang, door mijn moeder, een sterke vrouw, in een trappelzak gepropt en zonder veel omslag tussen nederfluitende bommen & granaten door de kelder ingesjord, waar mijn ouders en het bijbehorend grut schuilplaats zochten tegen de bombardementen, die in die tijd aan de orde van de dag & nacht waren, zou moeten verblijven. (En dan hebben ze wat te zeggen als ik nu een stroeve knaap ben!).”

 
Pé Hawinkels (29 september 1942 – 16 augustus 1977)

Lees verder “Pé Hawinkels, Hristo Smirnenski, Elizabeth Gaskell, Miguel de Unamuno, Miguel de Cervantes, Akram Assem”

Pé Hawinkels, Hristo Smirnenski, Elizabeth Gaskell, Miguel de Unamuno, Miguel de Cervantes

De Nederlandse dichter, schrijver, songwriter en vertaler Pé Hawinkels werd geboren op 29 september 1942 in Heerlen. Zie ook mijn blog van 29 september 2010 en eveneens alle tags voor Pé Hawinkels op dit blog.

 

Uit: Autobiografische flitsen en fratsen

 

„Meteen toen ik geboren werd, en dat was snel – op bijzonder voorspoedige manier overigens, met vaart& elan, zoals dat mijn geslacht, en ‘geslacht’ bedoel ik hier dus ook in de betekenis van familie, voorzaten, afstamming, kenmerkt sinds de oudste bekende van mijn voorvaderen, de Katwijkse hoefsmid Wullem Haewynckelscz, in 1432 tijdens de woede van een der meest zondvloedachtige stormen & watersnoden, die uw land, lezer (kom hier, dat ik u aan mijn borstkas druk!), ooit ofte immer geteisterd ofte gekweld hebben, schaterlachend aan land kroop uit de kolkende bruinebonensoep die Noordzee heet en door verscheidene dichters nauwlettend in de kijkerd wordt gehouden met het oog op de dampen van eeuwigheid die er wel vanaf slaan, de blanke kop der duinen over, – werd ik zonder veel kapsones bij mijn kladden gegrepen en op de laatste plaats aan tafel gezet, naast mijn reeds levende broers en zusjes. Het was natuurlijk even wennen. De eerste uren schijn ik er wat zakkig bij gezeten te hebben; mijn oudste zus, momenteel als Wagnerzangeres verbonden aan het conservatorium van Kiew, pleegt tijdens onze schaarse ontmoetingen nog herhaaldelijk bij de blote herinnering in hatelijk schaterlachen uit te barsten, zodat er heel wat glaswerk smelt. Ik schijn nog geheel glibberig geweest te zijn, toestanden man, toestanden op het platteland, en mijn ruggegraat moet associaties losgeslagen hebben met die we kennen van een in- & uitgeblikte moot zalm, de roze koningin der rivieren. Maar al spoedig had ik de zelfbeheersing van voor mijn geboorte hervonden, en timmerde ik om het hardst met mijn houten lepel op de houten tafel, terwijl ik in koor met mijn broertjes en zusjes van voor de oorlog een lied eruit brulde van levenslust en honger. Dit lied is later opgetekend, en heeft maandenlang boven aan de hitparade gestaan in Joegoslavië, het geboorteland van Frédéric Chopin.

Mijn vader zag zoiets gaarne. Ik zal hem erg meegevallen zijn, omdat hij van de trappartijen, die ik voor de bevalling in de buikholte van mijn moeder, een sterke vrouw, aanrichtte, vaak deerlijk geschrokken was, en de indruk had overgehouden dat er een kudde bizons naderde.“  

 

 

 

Pé Hawinkels (29 september 1942 – 16 augustus 1977)

Lees verder “Pé Hawinkels, Hristo Smirnenski, Elizabeth Gaskell, Miguel de Unamuno, Miguel de Cervantes”

Pé Hawinkels, Hristo Smirnenski, Elizabeth Gaskell, Miguel de Unamuno, Miguel de Cervantes

De Nederlandse dichter, schrijver, songwriter en vertaler Pé Hawinkels werd geboren op 29 september 1942 in Heerlen. Zie ook mijn blog van 29 september 2010 en eveneens alle tags voor Pé Hawinkels op dit blog.

 

Uit: Gemengde gevoelens

“Nijmegen, 16-12-’75

Beste Paul,

een aantal opmerkingen over je stuk ‘De twee auteurs van De Toverberg’, voor de prijzende adjektieven aan mijn adres waarin ik je gaarne dank zeg.

‘In 20 jaar lezen’ heb je ‘nog nooit, van niemand, de dringende aansporing gekregen toch vooral dit of dat meesterwerk van Mann te pakken te krijgen.’ Nu, dat ligt dan toch aan ‘the company you keep’: ik persoonlijk had vóór mijn vierentwintigste alle boeken van de grote Thomas gelezen, en mij heeft het daarbij geenszins ontbroken aan stimulans vanuit mijn culturele omgeving. Je vermoeden dat er met de Thomas Mannhausse iets ‘niet pluis’ is, is meer een diskwalificatie van bepaalde leesgewoontes dan van de herdenking in kwestie.

Dat ‘Mann ook allerminst een worstelaar met de taal’ is, ‘maar integendeel haar (al te) virtuoze meester’ is ook al zoiets. Ik weet wel, dat iedere vorm van virtuositeit iemand tegenwoordig kwalijk genomen wordt, dit waarschijnlijk in verband met de alles verziekende gelijkheidsmanie die momenteel allerwegen woekert zoals weleer de tering op de Toverberg, maar om te beginnen is meesterschap geen privilege van de ‘burgerlijke klasse’, wat jij impliciet beweert, en verder had ik, tijdens het vertalen van De Toverberg, nu net de indruk dat de enorme omslachtigheid, het verwoede streven naar volledigheid van uitdrukkingswijze dat Mann betracht, heel goed als een soort, zij het allerminst proletarisch of knullig, ‘worstelen met de taal’ aangemerkt zou kunnen worden: er spreekt namelijk mijns inziens een niet aflatend wantrouwen uit tegen de geldigheid van één formulering, één zegswijze of één beeld op zichzelf. Hiermee houdt ook de techniek van de Leitmotive verband: is deze in eerste instantie wellicht ‘muzikaal’, dient zij dus door middel van de min of meer letterlijke herhaling de identificatie, daar komt zeker bij dat de verwijzingen, herhalingen en Leitmotive elkaar en hun respektieve kontekst legitimeren, zoals de liefde van Hans Castorp voor Prisbislav Hippe zijn liefde voor Clawdia Chauchat legitimeert, en omgekeerd. Wie in deze ‘symfonische’ methodiek enkel en alleen een laatburgerlijk spelletje ziet, en niet de welbeschouwd democratische kunstgreep die het is, en die zich banaliter en onnauwkeurig zou laten omschrijven als ‘waar twee hetzelfde zeggen, is de waarheid in hun midden’, die raad ik persoonlijk aan toch nog eens goed te oefenen, voordat hij weer aan het kritiseren slaat.”

 

Pé Hawinkels (29 september 1942 – 16 augustus 1977)

Heerlen, Geleenstraat, begin jaren vijftig

Lees verder “Pé Hawinkels, Hristo Smirnenski, Elizabeth Gaskell, Miguel de Unamuno, Miguel de Cervantes”

Pé Hawinkels, Hristo Smirnenski, Elizabeth Gaskell, Miguel de Unamuno

De Nederlandse dichter, schrijver, songwriter en vertaler Pé Hawinkels werd geboren op 29 september 1942 in Heerlen. Zie ook mijn blog van 29 september 2010 en eveneens alle tags voor Pé Hawinkels op dit blog.

 

Back (in your love)

when the wind is crawlin’
at my basement floor
and the rats are runnin’ round
tryin’ to get underneath my chamber door
anything I can think of
won’t seem to be enough

when I smell the stench
of your sweatstained sheet
and I see this french chick lickin’ my speed
friends with your daddy & your dog
it won’t seem to be enough

when the snow is wettin’
my old wooden chair
and the crabs are paddin’& runnin’ around
in my pubic hair
anything I can think of
won’t seem to be enough

damn this cruel November
days shift into nights
I wish I could remember
how you drifted from my sight
anything I can think of
won’t seem to be enough

when all my old sollicitors
come around, only have needles for a pay
and all me brand-new visitors
only have spoons to give away
anything, anything
won’t seem to be enough

all my precious pleasures
she took away with all her charms
and all my solitary treasures
made a strainer of my arms
friends with your daddy & your dog
that won’t seem to be enough

when the wind is crawlin’
at my basement floor
and the rats are tryin’
to get underneath my chamber door
anything I can think of
never seems to be enough

 

(Tekst: Pé Hawinkels, Muziek: Herman Brood)



Pé Hawinkels (29 september 1942 – 16 augustus 1977)

Cover van een Hawinkels bundel

Lees verder “Pé Hawinkels, Hristo Smirnenski, Elizabeth Gaskell, Miguel de Unamuno”

Pé Hawinkels, Hristo Smirnenski, Elizabeth Gaskell, Miguel de Unamuno, Miguel de Cervantes, Ingrid Noll, Colin Dexter, Akram Assem, Lanza del Vasto

De Nederlandse dichter, schrijver, songwriter en vertaler Pé Hawinkels werd geboren op 29 september 1942 in Heerlen. Zie ook mijn blog van 29 september 2006 en ook mijn blog van 29 september 2007 en ook mijn blog van 29 september 2008 en ook mijn blog van 29 september 2009.

De val van Icarus

Hoe staat ’t met de boerenstand?
‘De boeren’, zo zegt men, ‘ploegen voort’, –
daar zit iets in. De boer kijkt naar de
akker, zo bleek als ’n kwal, die hij kerft & omlegt in repen;
wat zou hij anders? Kijken boeren vooruit,
dan zien zij de kont van hun knol, en verder
niets. Maar wie hiermee op hen is uitgekeken,
heeft ’t mis: met onbeholpen gratie
spitst de boer zijn tred. Hij wil zijn aarde
niet meer dan nodig pijn doen, hij
is tevreden, want zijn blikveld is gevuld.

Hoe staan de herders in ’t veld?
De kudde, die houdt de hond in ’t oog,
dat is bekend. Zwarte schapen, brave schapen,
alles lebbert aan de chlorophyle adem van de aarde,
en, mythologische paradepaardjes dat ze zijn laten de schapen
de herder over aan zijn historische bestemming.
Tijd heeft hij in overvloed: zijn taak wordt staren,
uren oog aan oog staan met uitgerekend
’t meest nietszeggend segment van ’t beslagen azuur
der hemelen. Zijn vermoedens zijn onzakelijk; maar hij heeft
ook geen emplooi voor groter zakelijkheid dan z ’n hond.

En de zeevaart? Joho, op volle zeilen scheert,
klapwiekt ieder schip zijn steven achterna. Speels in schijn
klauteren mannen als jongens ’t want en het kraaiennest in, ’t geldt
de koers te bestendigen naar de uit ivoor gesneden stad,
die als op uitgestoken tong vrolijk inviterend in de mond
van ’s avonds lokt Eerst zullen de schepen, de veulens
nog dartelen en stoeien voordat ze
de zoele stal van haven & nachtrust erkennen,
en, nahijgend nog van de dolle avances
van de late bries, zich neerleggen bij hun adem,
die stil & langzaam liggen gaat.

Wie dan derden heeft er oog
voor die blanke beentjes van de enkeling
die net op dit uur in vredestijd pardoes in ’t water valt?

Overal in ’t rond worden de officiële schaduwlopers uitgerold,
verbeidt men de avond; en hoewel men vlak
bij zijn val de scherpste ogen van dit universum weet
– haviksogen, vissersogen – bestaat er gerechte twijfel
of er van de schemertafel ’n kruimel aandacht tuimelt
voor zijn duik in de dood. Of is de zon tegenwoordig
een oog, een gele, elementaire iris, welks onder
drijft in een bad van de zuiverste traan?

hawinkels

 Pé Hawinkels (29 september 1942 – 16 augustus 1977)

 
De Bulgaarse dichter en schrijver Hristo Smirnenski werd geboren op 29 september 1898 in Koukoush.Zie ook ook mijn blog van 29 september 2006 en ook mijn blog van 29 september 2009.

Uit: The Tale Of The Stairs

„Who are you?” The Devil asked him.

“I am a plebeian by birth and all ragged folk are my brothers. How terrible the world is, how wretched the people are!”

It was a young man who spoke with head erect and clenched fists. He stood at the foot of the Stairs – a high white staircase of rose-flecked marble. He gazed fixedly into the distance where the grey crowds of poverty stirred like the turbid waters of a swollen river. The crowds surged and seethed, raised a forest of thin black arms, thunderous cries of wrath and indignation rent the air and the echo faded slowly and solemnly like distant gun-fire. The crowds grew and grew nearer in clouds of yellow dust, single silhouettes showed more distinctly against the grey horizon. An old man approached, bent low to the ground as if seeking lost youth. A barefoot little girl clutched his ragged clothes and stared at the high Stairs with mild cornflower-blue eyes. Stared and smiled. Then thin grey figures came all in rags, singing a long-drawn funeral chorus. Someone whistled shrilly, somebody else thrusting his hands in his pockets laughed loud and harshly and insanity blazed in his eyes.

“I am a plebeian by birth and all ragged folk are my brothers. How terrible the world is, how wretched the people are! But you there, you at the top there…”

It was a young man who spoke with head erect and fists clenched in manace.

“So you hate those up at the top,” the Devil asked, and styly leaned forward towards the young man.

“I shall have my revenge on those nobles and princes. I shall cruelly avenge my brothers – my brothers whose faces are as yellow as sand and who groan more bitterly than the blizzards of December. See their naked bleeding bodies, hear their groans! I shall avenge them. Let me go!”

The Devil smiled: “I am the guardian of those at the top and without a bribe I shall not betray them.”

“I have no gold. I have nothing with which to bribe you… I am poor, a youth in rags… But I am willing to give up my life…”

Again the Devil smiled: “O no, I do not ask as much as that. Just give me your hearing.”

“My hearing? Gladly… May I never hear anything any more, may I…”

“You still shall hear,” the Devil assured him, and made way for him. “Pass!”

The young man set off at a run and had taken three steps in one stride when the hairy hand of the Devil caught him.

“That’s enough! Now pause and listen to your brothers groaning below.”

 Smirnenski

Hristo Smirnenski (29 september 1898 – 18 juni 1923)

 

De Britse schrijfster Elizabeth Gaskell werd geboren op 29 september 1810 in Londen. Zie ook ook mijn blog van 29 september 2006  en ook mijn blog van 29 september 2008 en ook mijn blog van 29 september 2009.

Uit: Wives and Daughters

„Six o’clock now! the pleasant, brisk ringing of the church bells told that; calling every one to their daily work, as they had done for hundreds of years. Up jumped Molly, and ran with her bare little feet across the room, and lifted off the handkerchief and saw once again the bonnet; the pledge of the gay bright day to come. Then to the window, and after some tugging she opened the casement, and let in the sweet morning air. The dew was already off the flowers in the garden below, but still rising from the long hay-grass in the meadows directly beyond. At one side lay the little town of Hollingford, into a street of which Mr. Gibson’s front door opened; and delicate columns, and little puffs of smoke were already beginning to rise from many a cottage chimney where some housewife was already up, and preparing breakfast for the bread-winner of the family.

Molly Gibson saw all this, but all she thought about it was, ‘Oh! it will be a fine day! I was afraid it never, never would come; or that, if it ever came, it would be a rainy day!’ Five-and-forty years ago, children’s pleasures in a country town were very simple, and Molly had lived for twelve long years without the occurrence of any event so great as that which was now impending. Poor child! it is true that she had lost her mother, which was a jar to the whole tenour of her life; but that was hardly an event in the sense referred to; and besides, she had been too young to be conscious of it at the time. The pleasure she was looking forward to to-day was her first share in a kind of annual festival in Hollingford.

The little straggling town faded away into country on one side close to the entrance-lodge of a great park, where lived my Lord and Lady Cumnor ’the earl’ and ’the countess’, as they were always called by the inhabitants of the town; where a very pretty amount of feudal feeling still lingered, and showed itself in a number of simple ways, droll enough to look back upon, but serious matters of importance at the time.“

gaskell

Elizabeth Gaskell (29 september 1810 – 12 november 1865)

 

De Spaanse dichter en filosoof Miguel de Unamuno y Jugo werd geboren op 29 september 1864 in Bilbao. Zie ook ook mijn blog van 29 september 2006  en ook mijn blog van 29 september 2008 en ook mijn blog van 29 september 2009.

Uit: Comment se fait un roman

«  Lecteur, si ta vie n’est pas un roman, une fiction divine, un rêve d’éternité alors laisse ces pages, ne me lis pas plus avant. Car je te serai indigeste, et il te faudra me vomir sans profit ni pour toi ni pour moi. »

(…)

« Que vais-je faire demon Jugo de laRaza ? Comme ceci que j’écris, lecteur, est un vrai roman, un vrai poème, une création, qui consiste à te dire comment se fait et non comment se conte un roman, une vie historique, je n’ai pas à satisfaire ta curiosité feuilletonesque et frivole.Tout lecteur qui, lisant un roman, se soucie de savoir comment finiront ses personnages,sans se soucier de savoir comment lui-même finira, ne mérite pas qu’on satisfasse sa curiosité. »

unamuno

Miguel de Unamuno (29 september 1864 – 31 december 1936)

 

De Spaanse dichter en schrijver Miguel de Cervantes werd geboren op 29 september 1547 in Madrid. Zie ook ook mijn blog van 29 september 2006  en ook mijn blog van 29 september 2008 en ook mijn blog van 29 september 2009.

Uit: Don Quichot van La Mancha (Bewerkt door J.J.A. Goeverneur)

„Nog zoo heel, heel lang niet geleden woonde in een dorp van La Mancha, een edelman, gelijk men die heden ten dage in Spanje nog bij de vleet vinden kan. Zijne inkomsten waren slechts matig, en hij had daarvan althans drie vierden tot zijn dagelijksch schraal onderhoud noodig. Voor het laatste vierde schafte onze edelman zich zijne kleeding aan, die elk jaar in een nieuwen lakenschen rok, een fluweelen broek en leeren pantoffels bestond. Zijne verdere huisgenooten waren zijne nicht, een jong knap meisje van achttien jaren, eene oude huishoudster en eindelijk een jonge knaap, die het paard voeren, water halen, hout klooven en verder huiselijk werk verrichten moest.

Op den tijd, dat onze geschiedenis begint, had onze edelman, wiens naam Don (Don is in Spanje ons: Heer) Quichot was, zijn vijftigste jaar bijna bereikt. Evenwel was hij nog kloek, krachtig en lang, ofschoon ontzettend schraal en mager van gestalte, met een smal, ingevallen gezicht, en een bijzonder groot vriend van de jacht. Zijne allergrootste liefhebberij was echter, zich in het lezen van riddergeschiedenissen te verdiepen, waardoor hij niet alleen vaak eten, drinken en slapen vergat, maar ook het beheer van zijn vermogen verwaarloosde en zich gedwongen zag, het eene stuk goed land na het ander te verkoopen, alleen om tot aanschaffen van zulke avontuurlijke en zeldzame boeken het benoodigde geld in handen te krijgen. Op deze wijze bracht hij daar mettertijd dan ook een groot aantal van bijeen, in ’t lezen waarvan hij zich van den vroegen morgen tot den laten avond zoozeer verdiepte, dat zijn hoofd er van op hol raakte en hij er zoetjes aan stapelgek door werd. Zijne arme hersens waren vol van tornooien en gevechten, van lansen en zwaarden, van betooveringen en minneliederen, van uitdagingen en wonden, van reuzen en draken; en ’t ongeluk daarbij was, dat hij al dien onzin voor wezenlijke en waarachtige waarheid hield en er niet minder geloof aan schonk, dan aan de beste wereldgeschiedenis, die hem toevallig in handen kwam.“

 cervantes

Miguel de Cervantes (29 september 1547 – 23 april 1616)
Illustratie uit de geciteerde uitgave

 

De Duitse (detective)schrijfster Ingrid Noll werd geboren op 29 september 1935 in Shanghai. Zie ook mijn blog van 29 september 2008 en ook mijn blog van 29 september 2009.

Uit: Die Häupter meiner Lieben

“Aber etwas moralisch schwer Belastendes kam in meinem Fall dazu: Ich war froh, von Mutter
und Bruder befreit bei Cora zu leben. Nie zuvor hatte ich es so gut gehabt.”

Gemeinsam fahren sie in den Urlaub, Maja verliebt sich zum ersten Mal richtig und wird
schwanger. Für eine kurze Zeit, trennen sich die Wege der beiden Freundinnen. Cora fängt
ein Studium in Florenz an, und Maja wohnt mit ihren langweiligen Mann Jonas und Sohn Bela
in Deutschland. Ein Leben das sie immer mehr nervt. Als Cora sie nach Florenz einlädt, hält
sie nichts mehr.

Mittlerweile hat Cora einen wohlhabenden älteren Mann kennengelernt, und ihn überredet
ein fast renovierungsbedürftiges Haus zu kaufen. Von Liebe kann keine Rede sein, sie will
einfach nur das Geld und das Haus.“

(…)

“Henning der mich sofort duzte, wies mir und Bela ein großes helleres Balkonzimmer. Der
Stuck bröckelte von der Decken, die Fensterläden faulten, der Terrazzo-Boden hatte Löcher-
aber mir gefiel dieses Zimmer mit Lichteinfall von zwei Seiten über Maßen. Ein Eisenbett, eine
Spiegelkommmode und ein durchgesessener Lehnstuhl waren das einzige Mobilar.”

Aus dem kurzen Urlaub wird ein längerer Aufenthalt ,alles Bitten von Jonas, doch bitte wieder
zurückzukommen, verhallt. Er besucht sie zwischendurch, doch Maja möchte hierbleiben.

 noll

Ingrid Noll (Shanghai, 29 september 1935)

 

De Britse schrijver Colin Dexter werd geboren op 29 september 1935 in Stamford, Lincolnshire. Zie ook mijn blog van 29 september 2008 en ook mijn blog van 29 september 2009.

Uit: The Remorseful Day

„Morse leaned back, listened, and looked semicontentedly through the french window. In The Ballad of Reading Gaol, Oscar Wilde had spoken of that little patch of blue that prisoners call the sky; and Morse now contemplated that little patch of green that owners of North Oxford flats are wont to call the garden. Flowers had always meant something to Morse, even from his schooldays. Yet in truth it was more the nomenclature of the several species, and their context in the works of the great poets, that had compelled his imagination: fast-fading violets, the globed peonies, the fields of asphodel . . . Indeed Morse was fully aware of the etymology and the mythological associations of the asphodel, although quite certainly he would never have recognized one of its kind had it flashed across a Technicolor screen.
It was still true though: as men grew older (so Morse told himself) the delights of the natural world grew ever more important. Not just the flowers, either. What about the birds?
Morse had reached the conclusion that if he were to be reincarnated (a prospect which seemed to him most blessedly remote), he would register as a part-time Quaker and devote a sizeable quota of his leisure hours to ornithology. This latter decision was consequent upon his realization, however late in the day, that life would be significantly impoverished should the birds no longer sing. And it was for this reason that, the previous week, he had taken out a year’s subscription to Birdwatching; taken out a copy of the RSPB’s Birdwatchers’ Guide from the Summertown Library; and purchased a secondhand pair of 152/1000m binoculars (#9.90) that he’d spotted in the window of the Oxfam Shop just down the Banbury Road. And to complete his program he had called in at the Summertown Pet Store and taken home a small wired cylinder packed with peanuts–a cylinder now suspended from a branch overhanging his garden. From the branch overhanging his garden.

dexter

Colin Dexter (Stamford, 29 september 1935)
John Thaw als inspecteur Morse

 

De Afghaanse schrijver en historicus Akram Assem werd geboren op 29 september 1965 in Kabul. Zie ook mijn blog van 29 september 2008.

Uit: The ‘1492’ Conspiracy

“Ava was able to gather the information allowing us to identify Father Emilio Ungari’s friend, the discreet whistle-blower – so to speak – who had been the primary relay of information permitting Interpol to get involved in the investigation of the plot dubbed ‘1492.’

Some astute research on the Internet had allowed us to find his address. We decided to pay him a little visit. It would have certainly been more courteous to call ahead to make an appointment, but then we figured that perhaps he would deny us such a privilege and act as if he didn’t know what it was all about. To avoid wasting precious time, we decided to show up at his door – a little bit cavalierly perhaps, but efficient. Besides, nothing can replace a nice chat between friends of friends in the friend’s home…

The house was one of those late Eighteenth Century villas in Georgetown, made of red bricks and very appealing in appearance. Emilio was right when he said that his friend belonged to a wealthy family: this piece of real estate must be worth millions. We walked passed the bricked alley surrounded by trees and rang the doorbell repeatedly, but nobody answered. We decided that we would stick around until somebody shows up.“

 assem

Akram Assem (Kabul, 29 september 1965)

 

De Italiaanse filosoof, dichter, artiest, en geweldloos activist Lanza del Vasto werd geboren in San Vito dei Normanni op 29 september 1901. Zie ook mijn blog van 29 september 2008.

Uit: Le pèlerinage aux sources

 «Peut-être vous ne savez pas ce que c’est que savoir, me dit une autre fois le Disciple. Écoutez cette histoire et vous le saurez.
Un roi fit un jour appeler la reine, jusque là demeurée sa seule épouse, et il lui annonça son intention d’en épouser une seconde.
«Je dois bien me résigner à votre fantaisie, dit-elle, puisque la loi vous le permet. – Il ne s’agit pas du tout d’une fantaisie, reprit le roi fort piqué. Je ne fais en toutes mes actions que me conformer aux préceptes de mon maître spirituel. – Et puis-je connaître l’heureuse princesse que vous avez choisie. – Vous la connaissez déjà, répondit le roi : c’est ma sœur. – Je crois rêver, dit la reine, ou bien vous plaisantez peut être. – On voit, remarqua le roi, que vous n’êtes qu’une femme et n’entendez rien à la philosophie. Je vais tâcher de m’expliquer : Tout est en tout, tout est égal à tout : voilà ce que m’a enseigné le Maître. Toute femme doit nous être comme notre mère ou notre sœur ; notre mère ou notre sœur comme toute femme : voilà ce que m’a enseigné le Maître. Vit dans le monde de l’illusion et de l’ignorance celui qui fait entre les êtres la moindre distinction. Ce n’est plus mon fait : je n’en veux plus faire aucune. J’ai, depuis l’enfance, un tendre penchant pour ma sœur. La pensée qu’elle est ma sœur m’empêcha toujours de le lui déclarer. Mais je sais à présent si bien dominer ma pensée que je puis la concevoir comme une étrangère que je verrais pour la première fois. Il n’y a donc plus nul empêchement à notre union. Et je veux même m’empresser de la publier afin que mes sujets afin que mes sujets connaissent que je suis parvenu par mon savoir à un état différent de celui des hommes ordinaires. – Je ne suis en effet qu’une ignorante, dit la reine, et ne puis décider là dessus, mais consultez, je vous en supplie, votre maître avant de vous engager dans cette voie.»
xml:namespace prefix = v ns = “urn:schemas-microsoft-com:vml” 

 vasto

Lanza del Vasto (29 september 1901 – 5 januari 1981) 

Pé Hawinkels, Miguel de Unamuno, Hristo Smirnenski, Elizabeth Gaskell

De Nederlandse dichter, schrijver, songwriter en vertaler Pé Hawinkels werd geboren op 29 september 1942 in Heerlen. Zie ook mijn blog van 29 september 2006 en ook mijn blog van 29 september 2007 en ook mijn blog van 29 september 2008.

 

Nu de herfst koud als god

Nu de herfst koud als god in nekwervels en wortels vaart

Word ik ontmanteld, is er geen vindplaats.

In mijn ondersteboven gebouwd huis van kurk

Scharrel ik broedziek en betoverd

En ken geen andere genade

Dan de vampier die mij de slagaders opent.

 

Bevreesd, vliespotig op dit sterk water

Dat de geur van verbrand mensenhaar

En oude paringen bewaart,

Waag ik mijn hals. Luchtbel en lopend vuur

Houden mij drijvend. Een brandende kamstaart

In de diepte is mijn verspieder.

 

Mijn weer met bezemen gekeerd huis

Beeft van heugenis. Schedelbeen sluit zijn naden hechter

En versteent. Ik slaap op spijkers,

Naakt, holhoofdig en gereed.

 

 

Saturday Night

 

The neon light, of the “Open all night”,

Was just in time replaced by

The magic appearance of a new day-while

A melancholic Reno was crawling on his back

Just in front of the supermarket door-way, child

Hey girl, on a cold summernight

As we stood on the corner,

As a man passed by and asked us

What we were doing, what we need

As he pointed his big fat finger

To the people hangin’ round at the corner

Of the – other side of street

Oh well

Doin’ nothing, just hanging around

What do you mean doin’ nothing, Sir

So we had to hit him to the ground

Doin’ nothing just hanging around

His head all busted

Lookin’ just a little too wise child

I just can’t wait

I just can’t wait for saturday night

 

 

(Tekst: Pé Hawinkels, Muziek: Herman Brood)

 

 

Hawinkels

Pé Hawinkels (29 september 1942 – 16 augustus 1977)

 

De Spaanse dichter en filosoof Miguel de Unamuno y Jugo werd geboren op 29 september 1864 in Bilbao. Zie ook ook mijn blog van 29 september 2006  en ook mijn blog van 29 september 2008.

 

Throw Yourself Like Seed

Shake off this sadness, and recover your spirit; sluggish you will never see the wheel of fate that brushes your heel as it turns going by, the man who wants to live is the man in whom life is abundant.

Now you are only giving food to that final pain which is slowly winding you in the nets of death, but to live is to work, and the only thing which lasts is the work; start then, turn to the work.

Throw yourself like seed as you walk, and into your own field, don’t turn your face for that would be to turn it to death, and do not let the past weigh down your motion.

Leave what’s alive in the furrow, what’s dead in yourself, for life does not move in the same way as a group of clouds; from your work you will be able one day to gather yourself.

 

miguel-de-unamuno-2

Miguel de Unamuno (29 september 1864 – 31 december 1936)

 

 De Bulgaarse dichter en schrijver Hristo Smirnenski werd geboren op 29 september 1898 in Koukoush.Zie ook ook mijn blog van 29 september 2006

 

 

The Tale Of Honour

 

It was an honour I had not

Expected, to be sure.

The Devil asked me in and offered

Me his best liqueur.

 

A candle gilt his profile.

Puffing smoke rings in a haze,

With moist eyes Mephistopheles

Upon me fixed gaze.

 

His mien, though tinged with autumn grief,

Was proud and cheerful too.

He cried: “In vino veritas –

I shall be frank with you!

 

“I can no longer bear the yoke

Of cunning and deceit.

here’s to my other-worldly warmth

And worldly woes we meet!

 

“Long, long ago I came to earth

And for a joke, you see,

Took worldly Truth to be my life

But she cuckolded me.

 

“My honour to avenge I vowed

In jealousy and pain.

I trampled others’ honour down

But mine I’ve not regained.

 

“I thought in exploits to excel.

I died in many a fray.

Though worthy causes I upheld

No honours came my way.

 

“Then in the street one day I showed

A sign I had prepared.

“Here is a man without a scrap

Of honour,
‘it declared.

 

“But, strangely, no one looked askance!

With interest I was viewed

And everywhere men doffed their hats:

‘No honour? Good for you!’

 

“A gentleman embraced me: ‘Brother,

You too?! Man alive!’

Two pretty ladies said: ‘Tomorrow

Come to tea at five!’

 

“Amazing! Such attention rare

All did to me devote.

Kings, ministers, court ladies fair

Fond letters to me wrote.

 

“Behold me rolling now in gold.

A man of place and pride!

A thief, a shameless rogue – I know –

But… honoured far and wide!”

 

He paused, our glasses he refilled

And raised a toast with glee

As, blowing rings of smoke, he fixed

His bright green eyes on me.

 

HristoSmirnenski

Hristo Smirnenski (29 september 1898 – 18 juni 1923)

 

De Britse schrijfster Elizabeth Gaskell werd geboren op 29 september 1810 in Londen. Zie ook ook mijn blog van 29 september 2006  en ook mijn blog van 29 september 2008.

Uit: Ruth

 

The chapel was up a narrow street, or rather cul-de-sac, close by.  It stood on the outskirts of the town, almost in fields.  It was built about the time of Matthew and Philip Henry, when the Dissenters were afraid of attracting attention or observation, and hid their places of worship in obscure and out-of-the-way parts of the towns in which they were built.  Accordingly, it often happened, as in the present case, that the buildings immediately surrounding, as well as the chapels themselves, looked as if they carried you back to a period a hundred and fifty years ago.  The chapel had a picturesque and old world look, for luckily the congregation had been too poor to rebuild it, or new-face it, in George the Third’s time.  The staircases which led to the galleries were outside, at each end of the building, and the irregular roof and worn stone steps looked grey and stained by time and weather.  The grassy hillocks, each with a little upright headstone, were shaded by a grand old wych-elm.  A lilac bush or two, a white rose-tree, and a few laburnums, all old and gnarled enough, were planted round the chapel yard; and the casement windows of the chapel were made of heavy- leaded, diamond-shaped panes, almost covered with ivy, producing a green gloom, not without its solemnity within.  This ivy was the home of an infinite number of little birds, which twittered and warbled, till it might have been thought that they were emulous of the power of praise possessed by the human creatures within, with such earnest, long-drawn strains did this crowd of winged songsters rejoice and be glad in their beautiful gift of life.  The interior of the building was plain and simple as plain and simple could
be.  When it was fitted up, oak-timber was much cheaper than it is now, so the woodwork was all of that description: but roughly hewed, for the early builders had not much wealth to spare.   The walls were whitewashed, and were  recipients of the shadows of the beauty without; on their “white plains” the tracery of the ivy might be seen, now still, now stirred by the sudden flight of some little bird.”

 

Gaskell

Elizabeth Gaskell (29 september 1810 – 12 november 1865)
Portret door William John Thomson

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e september ook mijn vorige blog van vandaag.