De Britse schrijver Alan Hollinghurst werd geboren op 26 mei 1954 in Stoud, Gloucestershire. Zie ook mijn blog van 26 mei 2007.
Uit: The Folding Star
‘Let’s talk about food!’ I suggested.
‘Okay,’ he said with a shrug, but then settled forward as if after all this might be quite fun. ‘I will name fifteen kinds of fish.’
When the slightly fast clock in the adjacent sitting-room softly bonged twelve we had ransacked the slippery markets of St Andrew’s Quay for a whole catalogue of eels, mussels, monkfish, dace and bream, and were growing almost hilarious as we hauled up odder and more doubtful species from neglected buckets and murky tanks. Luc’s fish vocabulary was so comprehensive that I found myself learning from him; it was all good St Narcissus drill, of course, drummed in by some insanely thorough master, and I saw that though Luc notched up rarities like chad and wrasse to his credit he had no very clear idea what they looked or tasted like. Still, while the game lasted, we were suddenly closer, our awkwardnesses forgotten. The chase became a race. ‘I’m surprised you should have overlooked grayling,’ I said censoriously; and he slapped the table and said, ‘Yes, and what about mullet, Edward, what about mullet!’ so that I grinned and my heart sprinted at this first real naming, the first time I had become a person, my own name burning my face like some heartfelt endearment.”
Alan Hollinghurst (Stoud, 26 mei 1954)
De Belgische schrijver Hugo Raes werd geboren in Antwerpen op 26 mei 1929. Zie ook mijn blog van 26 mei 2007.
Uit: Onze intellectuelen lezen praktisch niet (interview met Bibeb uit 1964)
“In het café bij het station te Antwerpen wachtte Hugo Raes. Een soort jonge Ed van der Elsken, in ribfluwelen pak. Het gezicht behaarder, dunner, wilder dan te zien is op de foto aan de rugkant van De vadsige koningen. Hij is 33 en geboren onder het teken van de Tweelingen, waarvan hij wel ’t een en ander gelooft. Zeker de kenmerken waartoe hij gedoemd is: zeer wisselvallig van stemming, om een kleinigheid in de put, beducht voor het nemen van beslissingen.
We reden in zijn 2 CV naar een kamer. Er stond een kleine schrijfmachine op de tafel, en er waren aan de muren abstracties, de meeste van Hugo Raes z’n hand. In het aangrenzende vertrek was een groot gedeelte van de muur (dit had hij niet zelf gedaan) bedekt met artikelen over hem en zijn boeken. Allemaal uit Nederlandse kranten en weekbladen, want z’n verhalenbundel Een tijdelijk monument is bij voorbeeld maar door één Vlaamse krant bespr
oken. Van zijn De vadsige koningen bleef enkele weken geleden in De Standaard maar weinig heel. We zitten aan weerszijden van de oliehaard, die begint op te tornen tegen de kou. Een merkwaardig kermend geluid. ’t Komt van boven.
h.r. (met afkeer): ‘Hoor je dat. Het is een kat die doof is. Als ze alleen thuis is schreeuwt ze verschrikkelijk. Het stoort me enorm als ik werk. Ik kan geen katten luchten. Deze is in ’t water gevallen bij de haven en kreeg stookolie in de oortjes.’
Het leidt naar De vadsige koningen en de zenuwspanning die het schrijven ervan hem heeft gekost.
‘Ik leefde toen in een toestand van gefrustreerdheid en die had heel eigenaardige uitwassen. Veel van m’n verhalen zijn toen tot stand gekomen, veel zijn uit die toestand voortgekomen. De laatste tijd is die gekweldheid veel verminderd. Ja (lacht) ’t is veel beter.’
ik: ‘Het kan een nadeel zijn voor je werk.’
h.r. (steeds lachend): ‘Dat denk ik ook wel es. Volgens Hermans wordt een goed boek alleen geschreven door een geobsedeerd auteur. Dat is zo, dat is waar. Maar ik kan me heel makkelijk verplaatsen in een sombere sfeer. En ik denk dat ik voldoende gekweld wordt. Mijn leven is ingewikkeld, gecompliceerd genoeg.’ Op de schoorsteenmantel is de foto van een meisje: sluik, zwart haar, lichte ogen, strenge mond.”
Hugo Raes (Antwerpen, 26 mei 1929)
De Franse schrijver Edmond de Goncourt werd geboren op 26 mei 1822. Zie ook mijn blog van 26 mei 2006.
Uit: Journal à la date du 7 avril 1862 sur lord Hankey
J’ai vu aujourd’hui un type, un fou, un monstre, un de ces hommes qui confinent à l’abîme, qui avouent dans leur excès les mauvais instincts de l’humanité. Par lui, comme par un voile déchiré, j’ai entrevu un fond abominable de l’homme, un côté effrayant d’une aristocratie d’argent blasée, l’aristocratie anglaise : la férocité dans l’amour, le libertinage qui ne jouit qu’à la souffrance.
Saint-Victor m’avait parlé, avec un grand étonnement, d’un jeune Anglais que Gaiffe lui avait présenté au bal de l’Opéra et qui lui avait dit qu’on ne trouvait guère à s’amuser à Paris, que Londres était bien supérieur; qu’à Londres il y avait une maison très bien, la maison de Mrs Jenkins, où étaient des jeunes filles de treize ans, auxquelles d’abord on faisait faire la classe; puis, on les fouettait, les petites pas très fort, mais les grandes jusqu’au sang :
«On peut leur enfoncer des épingles,… oh! pas très grandes,… grandes comme ça» et il montre la moitié du doigt. «On voit le sang… Il y a des matelas, si elles crient…»
– Mistress Jenkins n’a jamais été inquiétée ?
– C’est une maison très bien! Nous y allions avec des horse-guards et mon ami Milnes, et nous y passions des heures très agréables oh! très agréables…»
Saint-Victor, mené par Gaiffe, l’avait vu, et l’Anglais, tout en lui montrant ses livres érotiques, s’était épanché :
«Moi, j’ai les goûts cruels», lui avait-il dit, doucement et posément. «Je m’arrête aux hommes et aux animaux… J’aime ce qui est voluptueux, même un peu lubrique. Nous avions loué, avec un garde, une fenêtre pour voir une femme qui devait être pendue; et nous avions avec nous des femmes pour leur faire des choses au m
oment où la femme serait pendue. Nous avions demandé au bourreau de lui relever un peu sa jupe en la pendant. Mais c’est désagréable : la reine a fait grâce. Alors, nous avions payé une grosse somme… Mais nous avons dit à l’homme qui nous avait loué, que nous prenions ses fenêtres pour la prochaine fois.»reine a fait grâce. Alors, nous avions payé une grosse somme… Mais nous avons dit à l’homme qui nous avait loué, que nous prenions ses fenêtres pour la prochaine fois.»
Edmond De Goncourt (26 mei 1822 – 16 juli 1896)
Zie voor onderstaande schrijver ook mijn blog van 26 mei 2007.
De Belgisch Franstalige schrijver en essayist Ivan O. Godfroid werd geboren in Boussu op 26 mei 1971.