De Britse schrijver Alan Hollinghurst werd geboren op 26 mei 1954 in Stoud, Gloucestershire als enige kind van een bankmanager. Hollinghurst studeerde Engels aan Magdalen College, Oxford. In Oxford deelde hij een woning met dichter en schrijver Andrew Motion. In die tijd werd hem de Newdigate Prize toegekend voor poëzie. In de late jaren zeventig werd Hollinghurts lector, eerst aan Magdalen, vervolgens aan Somerville College en tenslotte aan Christi College. In 1981 ging hij werken aan de universiteit van Londen en voor de Times Literary Supplement.
Werk o.a.: Isherwood is at Santa Monica (1975), The Swimming Pool Library, (1988), The Folding Star, (1994), The Spell, (1998)
Uit: The Line of Beauty (2004)
“PETER CROWTHER’S BOOK on the election was already in the shops. It was called Landslide!, and the witty assistant at Dillon’s had arranged the window in a scaled-down version of that natural disaster. The pale-gilt image of the triumphant Prime Minister rushed towards the customer in a gleaming slippage. Nick stopped in the street, and then went in to look at a copy. He had met Peter Crowther once, and heard him described as a hack and also as a “mordant analyst”: his faint smile, as he flicked through the pages, concealed his uncertainty as to which account was nearer the truth. There was clearly something hacklike in the speed of publication, only two months after the event; and in the actual writing, of course. The book’s mordancy seemed to be reserved for the efforts of the Opposition. Nick looked carefully at the photographs, but only one of them had Gerald in it: a group picture of “The 101 New Tory MPs”, in which he’d been clever enough, or quick enough, to get into the front row. He sat there smiling and staring as if in his own mind it was already the front bench. The smile, the white collar worn with a dark shirt, the floppy breast-pocket handkerchief would surely be famous when the chaps in the rows behind were mere forgotten grins and frowns. Even so, he was mentioned only twice in the text – as a “bon viveur”, and as one of the “dwindling minority” of Conservative MPs who had passed, ”as Gerald Fedden, the new Member for Barwick, so obviously has”, through public school and Oxbridge. Nick left the shop with a shrug; but out in the street he felt delayed pride at this sighting of a person he knew in a published book.”
De Belgische schrijver Hugo Raes werd geboren in Antwerpen op 26 mei 1929. Raes was leraar en debuteerde met experimentele gedichten: Jagen en gejaagd worden (1954) . Hij trok de aandacht met korte verhalen en vestigde pas zijn naam als romancier met De vadsige koningen (1961). Daarop volgden enkele experimentele romans, zoals Een faun met kille horentjes, 1966.
Uit: Bankroet van een charmeur
“Er zijn vrouwen voor het huishouden en er zijn er om te minnen, spreekt het zegwoord. De vrouwen zijn gemakkelijk, zeggen de vrienden. Je kan er zoveel hebben als je maar wilt, zeggen mijn vrienden de Don Juans.
Een zegwoord of zegger, een verkondiger der waarheden is de vriend Johan:
‘Peter, het is weeral te lang geleden dat je nog eens duchtig een glas hebt gedronken met me.’
‘Vóór drie dagen’ zeg ik.
‘Wat ik zeg: te lang geleden.’
Sonoor de diep ingehaalde rook van zijn zware sigaretten uitblazend over zijn kin, kijkt hij met hautain opgetrokken wenkbrauwen naar mij, naar buiten, terug naar mij, en hij krijgt een spottend glimlachje op zijn gezicht. Hij speelt even met zijn pakje Gauloises dat altijd vóór hem blijft liggen met de lucifers of de aansteker. Zijn grote dikke handen vormen een tegenstelling met de rest van hem. Hij is dus een loper, een vliegenpikker. Aandachtig heb ik hem gadegeslagen, steeds opnieuw, de jaren dat ik hem van nabij volgde, dat ik met hem op schok was. Hij dronk graag. We drinken, we dronken, en de lust, de gulzigheid nam maar toe en het leven werd voller en beter, en de levers, wij die leven, onoverwinnelijker, mannelijker en de ogen driester.
Jawel, de volgende deur open. ‘Welk bier hebben ze hier?’ Tik op de tafel, in grote teugen peil zien zakken. Twee schuifjes open. Een waarheid met effect lanceren tegen de sterk gemaquilleerde waardin, een durvende geestigheid tegen de barmeiden, het steile muurvaste gelaat beheerst.
Er zijn soorten donjuans. Er zijn de harde jongens: de mannen met de dunne streeplippen, de brede kaken. De koele volkse bijlopers met ringen aan de hand. Zij die een limonade drinken, altijd uitgerust en fris sportief zijn, de straatvechters in petto. Er zijn de gulzige erotische typen met de sensuele lippen, de enigszins vrouwelijke trekken, weelderig haar, liefst donker, de zelfbewuste blik, liefst donker, de zacht lijkende huid, liefst donker, en de onmisbare lange gestalte, de trage bewegingen. De zoete woorden.”
De Belgisch Franstalige schrijver en essayist Ivan O. Godfroid werd geboren in Boussu op 26 mei 1971. Godfoid’s werk is een poging om wetenschap en kunst met elkaar te verenigen als twee aspcten van een onderliggende realiteit. Als gevolg daarvan bevatten zijn boeken theoretische discussies als poëzie. Omdat Godfroid’s visie op de mensheid nogal somer en wreed is zien sommigen in hem een “gothic filosoof”.
Werk o.a.: La psychiatrie de la femme (1999), Larmes de venin. Essai sur le pouvoir. (L’ombre close des portes celtiques, Livre III) (2004), Pacte de contrition. Essai sur la folie. (L’ombre close des portes celtiques, Livre IV) (2005)
Uit: Larmes de venin
« Qui ? Qui donc choisirez-vous pour vous guider là où toujours vous vous êtes perdu ? Lequel d’entre-vous ? Et pour combien de temps ? – avant le retour du mal. La perfection est inhumaine. Mais de l’humain – comme un miracle, et si rarement – de l’humain naît parfois la perfection. Et en dernier recours, dans une dernière aurore, tel un imperator ex machina, mordant la peau de sa clarté, éblouissant à faire pleurer: DESPOT.EXE “
Ivan O. Godfroid (Boussu, 26 mei 1971)