In verband met een korte vakantie van Romenu zijn de postings even wat minder uitvoerig. De Nederlandse dichter Gerrit Achterberg werd geboren in Nederlangbroek op 20 mei 1905. Zie ook mijn blog van 20 mei 2007 en ook mijn blog van 20 mei 2006. Werkster Zij kent de onderkant van kast en ledikant Zij heeft zichzelve aan de vloer verpand, God zal haar eenmaal op Zijn bodem vinden Symbolen worden tot cymbalen in de Beumer & Co. Hoeken met huisgeheimen Zij, die naar boven komen, De deur die binnen was, De spiegel met eeuwig licht Waar divan en donker stonden, HULSHORST Hulshorst, als vergeten ijzer is uw naam, binnen de dennen en de bittere coniferen, roest uw station; waar de spoortrein naar het noorden met een godverlaten knars stilhoudt, niemand uitlaat niemand inlaat, o minuten, dat ik hoor het weinig waaien als een oeroude legende uit uw bossen: barse bende rovers, rans en ruw uit het witte veluwhart. De Nederlandse schrijfster en dichteres Anna M G Schmidt werd geboren in Kapelle op 20 mei 1911. Zie ook mijn blog van 20 mei 2007 ook mijn blog van 20 mei 2006. De koning gaat verhuizen Kadoze, kaduize, Kadoze, kaduize, Kadoze, kaduize, Zonder jou De wereld is wonderlijk leeg zonder jou. Dat zonder jou nog een lente bestaat De wereld is wonderlijk leeg zonder jou. De Franse schrijver Honoré de Balzac werd geboren in Tours op 20 mei 1799. Zie ook mijn blog van 20 mei 2007. Uit: Illusions perdues „Le papier, produit non moins merveilleux que l’impression à laquelle il sert de base, existait depuis longtemps en chine quand, par les filières souterraines du commerce, il parvint dans l’Asie-Mineure, où, vers l’an 750, selon quelques traditions, on faisait usage d’un papier de coton broyé et réduit en bouillie. La nécessité de remplacer le parchemin, dont le prix était excessif, fit trouver, par une imitation du papier bombycien (tel fut le nom du papier de coton en Orient), le papier de chiffon, les uns disent à Bâle, en 1170, par les Grecs réfugiés; les autres disent à Padoue, en 1301, par un Italien nommé Pax. Ainsi le papier se perfectionna lentement et obscurément; mais il est certain que déjà sous Charles VI on fabriquait à Paris la pâte des cartes à jouer. Lorsque les immortels Fust, Coster et Guttemberg eurent inventé LE LIVRE, des artisans, inconnus comme tant de grands artistes de cette époque, approprièrent la papeterie aux besoins de la typographie. Dans ce XVe siècle, si vigoureux et si naïf, les noms des différents formats de papier, de même que les noms donnés aux caractères, portèrent l’empreinte de la naïveté du temps. Ainsi le Raisin, le Jésus, le Colombier, le papier Pot, l’Écu, le Coquille, le Couronne, furent ainsi nommés de la grappe, de l’image de Notre-Seigneur, de la couronne, de l’écu, du pot, enfin du filigrane marqué au milieu de la feuille, comme plus tard, sous Napoléon, on y mit un aigle : d’où le papier dit grand-aigle. De même on appela les caractères Cicéro, Saint-Augustin, Gros-Canon, des livres de liturgie, des œuvres théologiques et des traités de Cicéron auxquels ces caractères furent d’abord employés. L’italique fut inventé par les Alde, à Venise : de là son nom. Avant l’invention du papier mécanique, dont la longueur est sans limites, les plus grands formats étaient le Grand-Jésus ou le Grand-Colombier; encore ce dernier ne servait-il guère que pour les atlas ou pour les gravures. En effet, les dimensions du papier d’impression étaient soumises à celles des marbres de la presse. Au moment où David parlait, l’existence du papier continu paraissait une chimère en France, quoique déjà Denis Robert d’Essone eût, vers 1799, inventé pour le fabriquer une machine que depuis Didot Saint-Léger essaya de perfectionner. Le papier vélin, inventé par Ambroise Didot, ne date que de 1780. Ce rapide aperçu démontre invinciblement que toute les grandes acquisitions de l’industrie et de l’intelligence se sont faites avec une excessive lenteur et par des agrégations inaperçues, absolument comme procède la Nature. Pour arriver à leur perfection, l’écriture, le langage peut-être!… ont eu les mêmes tâtonnements que la typographie et la papeterie.» Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 20 mei 2007 De Duitse schrijver Wolfgang Borchert werd geboren op 20 mei 1921 in Hamburg.
ruwhouten planken en vergeten kieren,
want zij behoort al kruipend tot de dieren,
die voortbewegen op hun voet en hand.
om deze voor de voeten te versieren
van dichters, predikanten, kruidenieren,
want er is onderscheid van rang en stand.
gaande de gouden straten naar zijn troon,
al slaande met de stoffer op het blik.
ure des doods – en zie, haar lot ten hoon,
zijn daar de dominee, de bakker en de frik.
komen bloot.
De vloeren schamen zich dood.
De lamp hangt laag en groot,
want de tafel is weggenomen.
breken blind kapot
wat was in slot, ontnomen
wordt elk ding aan zijn lot;
maar de liefde is uit God,
en God is liefde. Amen.
is buitendeur geworden.
Onder de hand der horde
sterft het glas.
zwicht langzaam voorover,
en doet de kamer dicht.
Er ligt spinrag over.
is, hun geheim ten spot,
een vrouwenschoen gevonden;
maar de liefde is uit God.
En buiten zullen staan de honden.
Met zijn vrouw
de koning gaat verhuizen.
Hij gaat om negen uur precies
met heel z’n gouden theeservies,
z’n vorken en z’n glazen
en al z’n duizend vazen
en met z’n vogel Trillepiep
verhuizen in de jiep.
de kooi met witte muizen!
De gouden troon, het gouden bad
en de satijnen keukenmat
de hemden en de jassen
en de spiraalmatrassen,
de vissen in de vissenkom,
de lepels in de Turkse trom.
De koning zelf gaat bovenop
en draagt de gouden kolenschop.
de koning gaat verhuizen.
Maar ach, die arme koningin…
o jee, die kan er niet meer in!
Wat hindert dat? Het hindert niets!
De koningin gaat op de fiets.
Er staat maar zo weinig meer in.
De hemel is aldoor zo hinderlijk blauw.
Waarom? Wat heeft het voor zin?
De merel zit zachtjes te zingen in ‘t groen.
Voor mij hoeft ie heus zo z’n best niet te doen.
De wereld kon vol van geluk zijn, maar nou:
leeg, zonder jou.
met ooievaars en met bloemen,
dat er een meidoorn in bruidstooi staat,
is zonder meer tactloos te noemen.
En wat is het nut van een lindenlaan,
als wij er samen niet langs kunnen gaan?
Langs alle heggetjes bloeit wilde roos
nutteloos, zinneloos.
Er staat maar zo weinig meer in.
De hemel is aldoor zo hinderlijk blauw.
Waarom? Wat heeft het voor zin?
De merel zit zachtjes te zingen in ‘t groen.
Voor mij hoeft ie heus zo z’n best niet te doen.
De wereld kon vol van geluk zijn, maar nou:
leeg, zonder jou.
De Surinaamse schrijver A.C. Cirino werd geboren in Goede Hoop op 20 mei 1929.