Karel van het Reve, Jodi Picoult, Ruskin Bond, Gijs IJlander, Kirsten Boie, Lorraine Hansberry, Fritz Rudolf Fries, Rahel Varnhagen


De Nederlandse letterkundige, vertaler, essayist, schrijver en columnist Karel van het Reve werd geboren in Amsterdam op 19 mei 1921. Zie ook mijn blog van 19 mei 2007 en ook mijn blog van 19 mei 2008.

 

Uit: Literatuurwetenschap: het raadsel der onleesbaarheid

 

“Die pretentie, dat gewichtig doen, dat streven naar erkenning gaat samen, zoals dat gewoonlijk gaat, met juist een grote schamelheid als het op resultaten, op interessante beweringen aankomt. Ik neem als voorbeeld een heel eenvoudige eis die men aan een wetenschap stelt, namelijk dat de beschrijving van een zaak alleen maar die zaak beschrijft en niet nog enige andere. Een beschrijving van het Nederlands moet niet ook toepasbaar zijn op het Duits of het Chinees. Welnu, een van de hamvragen van de literatuurwetenschap zou eigenlijk moeten zijn: hoe kun je van een goed boek een beschrijving maken – uiteraard zonder dat het woord ‘goed’ erin voorkomt – zonder dat die beschrijving ook zou kunnen slaan op een waardeloos boek? En omgekeerd: hoe kun je een slecht boek zo beschrijven – alweer zonder het woord ‘slecht’ of soortgelijke woorden te gebruiken – dat het niet mogelijk is een goed boek te maken of te vinden dat geheel aan die beschrijving beantwoordt?

Deze zo cruciale en interessante vraag wordt in de literatuurwetenschap gemeden als de pest. Men heeft zich in één klap van die vraag afgemaakt door literatuur van slechte kwaliteit buiten de literatuur te plaatsen, door een van de interessantste verschijnselen der literatuur, het kwaliteitsverschil, buiten het vak te houden. Elders heb ik daar al eens over geschreven, en gewezen op het dwaze van die onderscheiding, te vergelijken met wanneer de natuurkunde wat zich in een stoommachine afspeelt wel tot de natuurkunde zou rekenen, maar wat in een ordinaire fluitketel gebeurt niet. Maar goed, laat ons een ogenblikje aannemen dat deze stelling: slechte literatuur hoort niet tot de literatuur, interessant en verdedigbaar is. Wat zou je dan verwachten? Wel, dan zou je verwachten dat men iets met die stelling deed, al was het maar bijvoorbeeld het aanwijzen van bepaalde dingen bij Jan Terlouw en het aantonen dat dergelijke dingen bij Vestdijk niet voorkomen. Of het wijzen op bepaalde dingen bij Goethe en dan zeggen kijk, die dingen vind je nooit bij Courths-Mahler. Maar het gekke is dat men dat nu juist helemaal niet doet. Integendeel. Zodra men een goed boek – in de dieventaal der literatuurwetenschappers een literair kunstwerk met Wertqualitäten genaamd – gaat beschrijven heeft men juist de fatale neiging om vooral die eigenschappen van Goethe te beschrijven die je allemaal ook bij Courths-Mahler aantreft.”

 

 

 

 

karel-van-het-reve
Karel van het Reve (19 mei 1921 – 4 maart 1999)

 

 

 

 

 

De Amerikaanse schrijfster Jodi Lynn Picoult werd geboren op 18 mei 1966 in Nesconset op Long Island, New Yrok. Zij studeerde creatief schrijven aan Princeton en behaalde haar Master pedagogie aan Harvard. Haar roman “Nineteen Minutes“ uit 2007 is de gedetailleerde speurtocht naar de oorzaken van een schietpartij door een scholier in een fictieve kleine stad in de VS. Het boek haalde meteen plaats 1 op de bestsellerlijst van The New York Times. Picoult schrijft ook strips en naast „echte “ literatuur ook ontspannend werk voor jonge vrouwen, de zogeheten „Chick Lit“.

 

Uit: The Tenth Circle

 

„The first time it happened to Daniel Stone, a decade ago, he had been visiting Boston. His wife was at a colloquium at Harvard; that was a good enough reason to take a family vacation. While Laura sat on her panel, Daniel pushed Trixie’s stroller the cobbled length of the Freedom Trail. They fed the ducks in the Public Garden; they watched the sloe-eyed sea turtles doing water ballet at the aquarium. After that, when Trixie announced that she was hungry, Daniel headed toward Faneuil Hall and its endless food court.

That particular April day was the first one warm enough for New Englanders to unzip their jackets, to remember that there was any season other than winter. In addition to the centipedes of school groups and the shutter-happy tourists, it seemed that the whole of the financial district had bled out, men Daniel’s age in suits and ties, who smelled of aftershave and envy. They sat with their gyros and chowder and corned beef on rye on the benches near the statue of Red Auerbach. They sneaked sideways glances at Daniel.“

 

 

 

 

Picoult
Jodi Picoult (Nesconset, 19 mei 1966)

 

 

 

 

 

De Indiase dichter en schrijver Ruskin Bond werd geboren op 19 mei 1934 in Kasauli. Zie ook mijn blog van 19 mei 2007.

 

Uit: Visitors from the forest

Sometimes during the day a bird visits me- a deep blue whistling thrush, hopping about on long dainty legs, too nervous to sing. She perches on a windowsill, looking out at the rain. If I sit quietly in my chair, she will sit quietly at her windowsill, glancing now and then to make sure I keep my distance. When the rain stops, she glides away, and it is only then, confident in her freedom, that she bursts into full-throated song, her broken but enchanting melody echoing down the ravine.

I am sure that these short paragraphs would have helped you more than all my blabbering, am I right? I hope Ruskin Bond charmed you.

Ruskin Bond is an artiste par excellence. Just reading his stories gives you a warm feeling inside. It cheers you up. If you are disappointed or upset because of something, pick up one of his books and read it; you are sure to feel nice after that. There are many authors who write awesome extra interesting stories, but authors like Ruskin Bond are rare. He writes stories which are truly entertain you, but in a calm, soothing way. He is an enchanter. Do read his books, you won?t be disappointed.”

 

 

 

 

ruskin_bond
Ruskin Bond (Kasauli, 19 mei 1934)

 

 

 

 

 

De Nederlandse schrijver Gijs IJlander (eig. Gijs Hoetjes) werd op 19 mei 1947 in Alkmaar geboren. Hij was het tiende kind in een plattelandsgezin. Hij ging naar het gymnasium in Alkmaar en studeerde daarna Engels en vertaalwetenschap in Amsterdam. Toen hij in 1974 zijn studies had beëindigd, ging hij werken voor het CITO in Arnhem. In 1975 verhuisde hij met zijn vriendin en zijn eenjarig dochtertje naar Slijk-Ewijk in de Betuwe, waar hij in een kleine boerderij gi
ng wonen. Hij ging minder werken, om zich meer aan het schrijven te wijden. Ijslander debuteerde in 1988 met de roman De Kapper, waarvoor hij werd onderscheiden met de Geertjan Lubberhuizenprijs en de Anton Wachterprijs voor het beste debuut.

Werk o.a.: Brandvee, 1996, De nieuwe brug, 2002, Geen zee maar water, 2008.

 

Uit: De aanstoot (2000)

 

„Een groot huis, een kleine man. Als een rafelig touw lag het langs het kanaal, veel meer dan een buurtschap was het niet. Een rij burgerwoningen en boerderijen leunde tegen de dijk; daarachter strekte de polder zich uit naar het oosten tot waar bij helder weer een soortgelijke aaneenschakeling van behuizingen te zien was. Het raadhuis, de winkel met postkantoor, de bakkerij – alle keken aan de voorzijde uit op het water en aan de achterkant op de grasvlakte. Het was ieder voor zich, in dit open land, beschutting was er nauwelijks. Veel daken waren voorzien van latwerk dat moest voorkomen dat de zeewind uit het westen de pannen wegblies. Ook aan de oostkant kreeg men de volle laag: de kou leek ’s winters rechtstreeks uit Siberië te komen. De arbeiderswoningen waren vochtig en kil, het houtwerk moest jaarlijks worden bijgewerkt om verrotting tegen te gaan. Men woonde daar omdat men aan het land gebonden was en de weg langs het kanaal de mogelijkheid bood om in de stad te komen. Het waren de boeren die er de dienst uitmaakten. Hun huizen waren voorzien van eikenhouten kozijnen en rietbedekking waarin soms fraaie patronen waren aangebracht. Als het vee op stal stond en het hooi hoog lag opgetast onder de stolpdaken, zaten de boeren er warm bij. Zondagsmorgens begaf iedereen zich naar de kerk, de boeren in kapwagens, de knechts en hun gezinnen te voet, om daar te vernemen dat er orde was en dat ieder zijn plaats had.“

 

 

 

 

Gijs_IJlander
Gijs IJlander
(Alkmaar, 19 mei 1947)

 

 

 

 

 

De Duitse schrijfster Kirsten Boie werd geboren op 19 mei 1950 in Hamburg. Zie ook mijn blog van 19 mei 2008.

 

Uit: Skogland

 

Der Regisseur lächelte Jarven zu. “Wunderbar!”, sagte er. “Ein Mädchen, dem wir erst noch Manieren hätten beibringen müssen, wäre für die Rolle von vorn herein nicht infrage gekommen. Aber das ist für dich ja offenbar kein Problem! Du musst eine gute Erziehung genossen haben.”
Jarven nickte. Einen Augenblick überlegte sie, ob sie ihm erzählen sollte, dass genau das schließlich Mamas Beruf war; es ging ihn aber nichts an.
“Jarven!”, sagte der Regisseur, und jetzt beugte er sich über den Tisch zu ihr hin. “Du bist sicher gespannt, was wir heute an diesem strahlend schönen Tag mit dir vorhaben.”
Jarven nickte wieder. Sie fühlte sich sehr allein.
“Nun, Hilgard und Tjarks hier haben dir ja schon erklärt, worum es geht. Du sollst an diesem Wochenende zeigen, ob das Zeug in dir steckt, glaubwürdig eine Prinzessin zu spielen”, sagte der Regisseur. “Und sie haben dir auch schon erklärt, dass uns dafür deine Ausstrahlung wichtiger ist als die Frage, ob du auswendig lernen oder mit Betonung sprechen kannst. Wir hätten natürlich einfach ein weiteres Casting mit dir machen können. Aber was hätte uns das gebracht? Das ist ja doch alles sehr künstlich.”

 

 

 

 

boie
Kirsten Boie (Hamburg, 19 mei 1950)

 

 

 

 

 

De Amerikaanse schrijfster Lorraine Hansberry werd geborenop 19 mei 1930 in Chigago. Zie ook mijn blog van 19 mei 2008.

 

Uit: Les Blancs

 

„ TSHEMBE: (Closing his eyes, wearily) I said racism is a device that, of itself, explains nothing. It is simply a means. An invention to justify the rule of some men over others.

CHARLIE: (Pleased to have at last found common ground) But I agree with you entirely! Race hasn’t a thing to do with it actually.

TSHEMBE: Ah — but it has!

CHARLIE: (Throwing up his hands) Oh, come on, Matoseh. Stop playing games! Which is it, my friend?

TSHEMBE: I am not playing games. (He sighs and now, drawn out of himself at last, proceeds with the maximum precision and clarity he can muster) I am simply saying that a device is a device, but that it also has consequences: once invented it takes on a life, a reality of its own. So, in one century, men invoke the device of religion to cloak their conquests. In another, race. Now, in both cases you and I may recognize the fraudulence of the device, but the fact remains that a man who has a sword run through him because he refuses to become a Moslem or a Christian — or who is shot in Zatembe or Mississippi because he is black — is suffering the reality of the device. And it is pointless to pretend that it doesn’t exist — merely because it is a lie!”

 

 

 

 

hansberry
Lorraine Hansberry (19 mei 1930 – 12 januari 1965)

 

 

 

 

 

De Duitse schrijver Fritz Rudolf Fries werd geboren op 19 mei 1935 in Bilbao als zoon van een Duitse koopman. Zie ook mijn blog van 19 mei 2007.

 

Uit: Diogenes auf der Parkbank

 

Der Erfinder von Luftschiffen, die auf dem Papier bleiben, gerät in die Politik. Man nutzt ihn aus in den Jahren des deutschen und spanischen Faschismus. Literatur braucht diesen historisch-moralischen Zeigefinger, und während die Pariser Studenten des Mai 68 an die Häuserwände schrieben: DIE FANTASIE AN DIE MACHT, so beschäftigten wir Schreiber in der DDR uns mit den Problemen von Geist und Macht, Phantasie und Macht, Weltfremdheit und Realität. Außerdem waren es die Jahre der “Künstlerbiografien”, der romanhaften Aufarbeitungen exemplarischer Personen der Zeitgeschichte. Meine Mutter hatte mir mit ihren Familiengeschichten geholfen, einen typischen Zeitroman zu schreiben. Den Erfolg unserer gemeinsamen Bemühungen hat sie nicht mehr erlebt. (…) Mein Roman bekam in der DDR eine gute Presse und mehrere Auflagen. Die Kulturpolitik setzte gerade auf “Phantasie”, ohne sich auf genauere Definitionen des Begriffs einzulassen. Fantastisch war alles, was sich nicht allzu genau, allzu nah mit der Tageswirklichkeit auseinandersetzte. (…) Und so kam auch mein Großvater gut weg, ohne dass sich jemand an seinem anarchistischen Charakter eines Einzelgängers gestoßen hätte.

 

 

 

 

fries
Fritz Rudolf Fries (Bilbao, 19 mei 1935)

 

 

 

 

 

De Duitse schrijfster Rahel Varnhagen werd geboren op 19 mei 1771 in Berlijn. Zie ook mijn blog van 19 mei 2007.

 

Uit: Rahel. Ein Buch des Andenkens für ihre Freunde.

 

„Montag, den 5. November 1822.

Franzosen, Engländer, sonst die Spanier und Italiäner – und natürlich auch die alten Nationen – haben Nationalmeinungen, solche Gefühle, Ehre, Ehrgeiz, und Strebungen, die sich auf theils bleibende, theils eine große Zeit lang sich wiederholende gesellige Zustände beziehen; ihre Kunst, ihre Künstler und Dichter müssen sich auch darauf beziehen, wenn sie verstanden werden wollen, wie sie auch selbst darin befangen sind. Wir Deutschen klagen schon lange, und immer öfter darüber, daß unter uns die Dichter nicht auf Autorität verehrt werden. Diesen Übelstand können wir aber ertragen, wenn wir betrachten wollen, was wir eigentlich sind. Ein Volk nicht zu einer Nation abgeformt und geschliffen: der Menschheit, und also allen Nationen noch nahe; unser Dichter sieht sich in der ganzen menschlichen Welt nach Zuständen um; erhöht sie, denkt sie sich wie sie sein könnten, müßten, nicht nur wie sie sind, und sein können in einem engen vorgefundenen Zustand, den er noch ändern will, gemein mit allen Gesetzgebern, und Erfindern; je größer solches Menschen Geist, je erhabener seine Seele, je belebter sein Herz, je reichhaltiger, vielfältiger, muß er wählen und darstellen, und Zustände kombiniren, und in dem Alten Neues sehen und zeigen: aber desto weniger auch wird er begriffen, oder desto häufiger ihm nicht gefolgt werden können, er unverstanden bleiben; und also oft nicht anerkannt werden, und von Dreisteren, die sich vieles angelernt haben, ohne das zu ahnden, was nicht angelernt werden kann, getadelt; grad’zu. Dies ist eben der Zustand, in dem sich unser Publikum mit seinen Autoren befindet. Bei weitem vorzuziehen einer nur in einer Zeit, und auch da nur von den Verständnißreichen, wahr gewesenen, jetzt zu einem Patentbeifall gewordenen, unverdauten Anerkennung; die eine gänzlich äußere wird; aber auch Ansehen, Einkünfte und Orden giebt: bei uns ist alles dies im Werden und Wachsen; ganz lebendig mit allem andern Aufstreben und Gedeihen; in einer Art von Kriegszustand unter einander, der dem Selbst- und Doppelgespräch des Gewissens zu vergleichen ist; welches uns reinigt, fördert, immer beruhigen will, und eigentlich allein nur belebt. Welchem einzelnen Menschen wäre es wohl erlaubt, sich solche Komplimente zu schneiden, wie es jede Nation gegen sich selbst gelassen und blind ausführen darf; und wovon wir unfassionirten Deutschen bis vor einiger Zeit frei waren.“



 

 

rahel_varnhagen
Rahel Varnhagen (19 mei 1771 – 7 maart 1833)