Gisteren terzijde geladen wegens de ronde verjaardag van Sigmund Freud, maar ik was hem niet vergeten. Willem Kloos, ook geboren op 6 mei.
Van de Zee
Aan Frederik van Eeden
De Zee, de Zee klotst voort in eindeloze deining,
De Zee, waarin mijn Ziel zichzelf weerspiegeld ziet;
De Zee is als mijn Ziel in wezen en verschijning,
Zij is een levend schoon en kent zichzelve niet.
Zij wist zichzelven af in eeuwige verreining,
En wendt zich altijd òm en keert weer waar zij vliedt,
Zij drukt zichzelven uit in duizenderlij lijning,
En zingt een eeuwig-blij en eeuwig-klagend lied.
O, Zee was Ik als Gij in àl uw onbewustheid,
Dàn zou ik eerst gehéél en gróót gelukkig zijn;
Dán had ik eerst geen lust naar menselijke belustheid
Op menselijke vreugd en menselijke pijn;
Dan wàs mijn Ziel een Zee, en hare zelfgerustheid
Zou, wijl Zij groter is dan Gij, nóg groter zijn.
Willem Kloos (6 mei 1859 – 31 maart 1938)
Omdat mij de afgelopen week het verzoek bereikte om wat meer aandacht te besteden aan jong talent plaats ik vandaag alvast ook een van mijn favoriete gedichten van Mustafa Stitou. Deze dichter debuteerde in 1994. Hij werd in 1974 geboren in Marokko. Maar als baby verhuisde hij al naar Nederland: naar Lelystad. In 2004 ontving hij de VSB Poëzieprijs Uit het juryrapport:
“Met anekdotes en bezweringen, klanknabootsingen en lange slingerzinnen, tragische ernst en haast hilarische grappen is Varkensroze ansichten van Mustafa Stitou (De Bezige Bij) een ongelofelijk gevarieerde dichtbundel. En dan gáán de gedichten ook nog ergens over. Zij brengen het snijpunt in beeld van islamitische, westers-darwinistische en literaire culturen en identiteiten, nu eens gezien vanaf de straat, dan weer vanuit de studeerkamer. Wat de gedichten spannend maakt, is dat cultuur en identiteit voor Stitou geen vaste gegevens zijn, maar begrippen die steeds opnieuw worden gedefinieerd, kritisch en met terugwerkende kracht, liefdevol en provocerend tegelijk. Kortom: een interessante, rijke, zeg maar gerust: duizelingwekkende bundel.”.
Zomaarcafé
Zomaarcafé op Rembrandtsplein:
concrete warmte, goddeloze gezelligheid
vóór elk biertje roep ik
gewoontegetrouw gewichtslooslauw
binnensmonds bismillah
ik ben de jonge Marokkaan
en zijn anderstalige gedachten
Het van vroombloed kleinerwordend
zitbeeld in mijn vader
en moeder herinnert mij
steeds marginaler aan mijn stamland:
rotshol sinds ik hier gewoon ben
Let niet tweejaarlijks in de zomer
maand van kleine betekenis
strand oranje parasollenbezaaid
en duizenden ouders
die menen dat ik onherkenbaar
een man geworden ben, waarover
ik fantaseer
Mustafa Stitou, Mijn Vormen & Mijn Gedichten,
(Amsterdam, De Bezige Bij, 2000)
Mustafa Stitou (Tétouan, 20 oktober 1974)