Ali Abdollahi werd op 30 maart 1968 in Chorassân (Iran) geboren. Hij studeerde Duitse Taal – en Literatuurwetenschap aan de universiteit in Teheran en studeerde af op het onderwerp Konkrete Poesie im Deutschunterricht. Van 1993 tot 2001 presenteerde hij als medewerker van Radio Iran een programma over Perzische en Duitse literatuur. Daarnaast werkte hij als universitair docent, journalist en vertaler van o.a. Rilke, Nietzsche en Hesse. Hij publiceerde : Die Frösche sterben im Ernst – Deutsche Lyrik vom Anfang bis heute (2003), Immerfort gehe ich im Dunkeln (1997) en So kommt sie nicht mehr (2003).
de herinneringen van isolement
mijn rechter schoen
is met vakantie gegaan
nu ben ik noch vier-
noch tweevoeter
in primordiale drie-eenheid
lees ik Nietzsche
’s avonds komt hij in mijn droom
en zegt:
ik zal je uiteindelijk
onder mijn snor vertrappen!
de telefoon is al dagenlang
op het antwoordapparaat
red me uit de handen van de hardnekkige verhuurder!
ik krab mijn been
met een breinaald
ik heb geen genoegen ontleend aan rechts
links was altijd links
ik ben moe, doodmoe
van deze driedelige tegenstand:
rechtshandig, links denkend
nulgelovig
Abdollahi
bahman 81 (april 2002), Teheran
vertaling: Amir Afrassiabi
© Amir Afrassiabi/ISCK , Het beschrijf
Garzizoensgedichten
Lange nachten,
verhalen over verboden liefde,
kleine pleziertjes
en vervalste vrijgeleiden.
Overdag
auto van de commandand wassen,
gangen schrobben
en officieren gehoorzamen.
Nu zijn ze verzameld
onder de esdoorn.
Uit het zicht van de commandand
gaat een sigaret
van hand tot hand.
Terwijl de rook
in de lucht rondcirkelt
benijden ze
met hun vloeken
de vrijheid van de vogels.
Susanne Baghestani vertaalde dit gedicht uit het Farsi in het Duits. De vertaling van Duits naar Nederlands is van Frans Roumen.
Ali Abdollahi (30 maart 1968)
Louis Ferdinand Céline, pseudoniem van Louis Ferdinand Destouches, werd geboren op 27 mei 1894 te Courbevoie in een familie die tot de kleine middenstand behoorde. Na de lagere school had hij het ene baantje na het andere; herhaaldelijk werd hij ontslagen. In de avonduren studeerde hij totdat hij in 1917 zijn middelbareschooldiploma had bemachtigd. Tijdens de Eerste Wereldoorlog raakte hij zwaar gewond, waardoor hij voor de rest van zijn leven invalide was. Vanaf 1918 studeerde Céline medicijnen en in 1924 volgde zijn promotie, waarna hij arts werd in een Parijse armenwijk.
Tijdens het werk aan zijn dissertatie had Céline zijn aanleg voor het schrijven ontdekt en vanaf 1928 werkte hij aan ‘Voyage au bout de la nuit’ (1932) zijn meesterwerk. Vier jaar later verschijnt Mort à crédit en na deze twee romans is Céline een gevestigde naam.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog schrijft Céline een dertigtal ‘open brieven’ aan diverse Duitsgezinde kranten en tijdschriften, waarin hij openlijk getuigt van zijn antisemitisme. Na de Tweede Wereldoorlog heeft h
ij meermalen beklemtoond dat hij met de openbaarmaking van zijn politieke en raciale standpunten slechts beoogde dat Frankrijk uit de in zijn ogen onontkoombare oorlog zou blijven.
Op 21 februairi 1950 wordt hij veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf en een boete van 50.000 francs. Op 25 april 1951 krijgt Céline amnestie. Hij vestigde zich als arts te Meudon, waar hij op 1 juli 1961 overleed.
Célines antisemitisme en heulen met het fascisme, gevoed door zijn woede over het degenererende Frankrijk en over het kapitalisme, veranderen niets aan zijn grote verdiensten op literair gebied.
L’âme, c’est la vanité et le plaisir du corps tant qu’il est bien portant, mais c’est aussi l’envie d’en sortir du corps dès qu’il est malade ou que les choses tournent mal. On prend des deux poses celle qui vous sert le plus agréablement dans le moment et voilà tout !
(Voyage au bout de la nuit, p.52, Folio n°28)
L’amour c’est comme l’alcool, plus on est impuissant et soûl et plus on se croit fort et malin, et sûr de ses droits.
(Voyage au bout de la nuit, p.78, Folio n°28)
Nous sommes, par nature, si futiles, que seules les distractions peuvent nous empêcher vraiment de mourir.
(Voyage au bout de la nuit, p.204, Folio n°28)
Louis Ferdinand Céline (27 mei 1894 – 1 juli 1961)