Bukowski, Nahon, Kunze en Lawrence

De Amerikaanse dichter en fictieschrijver Charles Bukowski werd geboren op 16 augustus 1920 in Andernach, Duitsland. Zijn familie emigreerde in 1922 naar de Verenigde Staten en gingen in Los Angeles wonen. Bukowski, een ongeschoolde arbeider en alcoholist, publiceerde zijn eerste korte verhalen in de jaren ‘40 en zijn eerste poëzieboek in 1959. De werken van Bukowski worden gekenmerkt door hun sombere kijk op het leven in het algemeen en Los Angeles in het bijzonder. Terugkerende thema’s zijn alcoholisme, drugverslaving, misdaad, prostitutie en andere “ondergrondse” zaken.

 

hello, how are you?

this fear of being what they are:
dead.

at least they are not out on the street, they
are careful to stay indoors, those
pasty mad who sit alone before their tv sets,
their lives full of canned, mutilated laughter.

their ideal neighborhood
of parked cars
of little green lawns
of little homes
the little doors that open and close
as their relatives visit
throughout the holidays
the doors closing
behind the dying who die so slowly
behind the dead who are still alive
in your quiet average neighborhood
of winding streets
of agony
of confusion
of horror
of fear
of ignorance.

a dog standing behind a fence.

a man silent at the window.

 

what can we do?

at their best, there is gentleness in Humanity.
some understanding and, at times, acts of
courage
but all in all it is a mass, a glob that doesn’t
have too much.
it is like a large animal deep in sleep and
almost nothing can awaken it.
when activated it’s best at brutality,
selfishness, unjust judgments, murder.

what can we do with it, this Humanity?

nothing.

avoid the thing as much as possible.
treat it as you would anything poisonous, vicious
and mindless.
but be careful. it has enacted laws to protect
itself from you.
it can kill you without cause.
and to escape it you must be subtle.
few escape.

it’s up to you to figure a plan.

I have met nobody who has escaped.

I have met some of the great and
famous but they have not escaped
for they are only great and famous within
Humanity.

I have not escaped
but I have not failed in trying again and
again.

before my death I hope to obtain my
life.


Charles Bukowski (16 augustus 1920 – 9 maart 1994)

 

Alice Nahon werd te Antwerpen geboren op 16 augustus 1896. Zij was derde in een gezin van elf kinderen. Haar vader was een Nederlander met Franse roots. Haar moeder -Julia Gijsemans- was afkomstig van Putte. Vanaf 1911 studeerde zij aan de landbouwschool te Overijse. In 1914 ging zij aan de slag als leerling-verpleegster in het Stuivenberg-ziekenhuis te Antwerpen. Zij werd ziek en men concludeerde dat zij leed aan tuberculose. De hieropvolgende jaren bracht zij door in diverse sanatoria. In 1917 werd zij opgenomen in het St. Jozefinstituut te Tessenderlo waar zij zes jaar verbleef. Naast haar longziekte worstelde zij nu ook met depressies. Toch slaagde zij er in om twee poëziebundels te schrijven, namelijk ‘Vondelingskens’ (1920) en ‘Op zachte vooizekens’ (1921). Met haar bundel ‘Schaduw’ (1928) probeerde zij zich te ontdoen van haar ietwat tuttige imago. Vooral Paul van Ostaijen bekritiseerde haar. Desalniettemin heeft zij altijd veel trouwe bewonderaars gehad. Tijdens haar laatste levensjaar verhuisde zij naar de Carnotstraat* in Antwerpen en werd opnieuw ernstig ziek. Zij overleed op 21mei 1933. Haar bundel ‘Maart-April’ verscheen postuum in 1936.

 

Armoe

‘k Heb zo’n honger naar een lied
In dit huis van eenzaam wezen,
Waar ‘k nog in geen blik mocht lezen
Dat een mens me gaarne ziet.

’t Kloksken tikt melacholiek…
’t maakt me monotoon en kranke,
God, ik smacht naar dieper klanken,
‘k Heb zo’n honger naar muziek…

Ach… en zo’k mezelve sus
Met een blom of een gebeken…
Ziet ge niet mijn lippen smeken…
‘k Heb zo’n honger naar een kus!

Leven, dat ik lieven moet,
Leven… kunt ge zó me laten
Zonder liefde… zonder haten?
‘k Heb zo’n honger naar uw gloed.

 

Verlangen

 

Ik zegen u, verlangen,
Nu diep mijn blik begrijpt
Hoe rozenknop door zonne
tot roze rijpt.

Dat leerde ik uit uw ogen:
Die deden stil-spontaan
Bloesems van jong begeren
Wijd open gaan.

Zó hebt ge, zonder woorden,
Aan mij ’t geheim verteld
Hoe de ene mensenziele
In de andere smelt.

Want als ik, schoon van liefde,
U lang in de ogen schouw,
Voel ik mezelve worden
van kind tot vrouw.

 

Alice Nahon (16 augustus 1896 –  21 mei 1933)

 

 

De Duitse dichter en schrijver Reiner Kunze werd geboren op 16 augustus 1933 in Oelsnitz, Erzgebirge. Tussen 1955 en 1959 was Kunze wetenschappelijk assistent aan de Karl-Marx universiteit in Leipzig. Nog voor zijn promotie verlaat hij de universiteit. Vanaf 1959 houdt hij zich bezig met schrijven en dichten. Zijn gedichtenbundel Sensible Wege – Achtundvierzig Gedichte und ein Zyklus (uitgegeven in de BRD) krijgt in de DDR heel wat kritiek en vanaf dat moment wordt het voor Kunze steeds moeilijker om zijn werk in de DDR uit te geven. Kunze gaf de DDR-autoriteiten in 1977 te kennen dat hij de DDR wil verlaten en naar de BRD wil gaan. Binnen drie dagen werd zijn verzoek om de DDR te mogen verlaten, ingewilligd.

Poetik

Für Jakub Ekier

So viele antworten gibt’s,
doch wir wissen nicht zu fragen

Das gedicht
ist der blindenstock des dichters

Mit ihm berührt er die dinge,
um sie zu erkennen

 

 

Du weißt zur Stunde ihn an fernem Ort

Du weißt zur stunde ihn an fernem ort
Mit dem verstand begreifst du seine ferne
Du weißt, es liegen zwischen ihm und dir
ein himmel sonne und ein himmel sterne

Und doch trittst du ans fenster immerfort

 

Reiner Kunze (Oelsnitz, 16 augustus 1933)

 

De Britse prozaschrijver, archeoloog en militair Thomas Edward Lawrence werd geboren op 16 augustus 1888. Hij staat beter bekend als Lawrence of Arabia.

 

Tijdens zijn leven heeft Lawrence verschillende boeken geschreven. Twee voorbeelden hiervan zijn: ‘Seven pillars of wisdom’ en ‘The mind’ over zijn tijd bij de luchtmacht. Toch heeft hij maar met een boek succes gehad namelijk met ‘Revolt in the dessert’ van het geld dat hij hiermee verdiende kon hij even voort maar voor de rest moest hij het altijd met een normaal loon stellen.

 

Citaat:

 

“ All men dream: but not equally. Those who dream by night in the dusty recesses of their minds wake in the day to find that it was vanity: but the dreamers of the day are dangerous men, for they may act their dreams with open eyes, to make it possible. This I did.”

 

Thomas Edward Lawrence (16 augustus 1888 – 19 mei 1935)