Simon Carmiggelt, Alois Brandstetter, Christina Rossetti, Fjodor Tjoettsjev, Afanasy Fet

Uit: De Sint  (door Simon Carmiggelt)

 

„Terwijl we verder liepen, dacht ik aan mijn kindertijd. Eerste klas lagere school. Ik geloofde niet meer. Sinds kort. En ik wist welke meester Sinterklaas speelde en welke jongen uit de hoogste klas verscholen was achter het mombakkes van Zwarte Piet, waarvan de mond ernstig was beschadigd, omdat hij zijn functie misbruikte door zelf voortdurend pepernoten te eten. En toch beefde ik van angst, toen ik uit de bank moest komen om Sinterklaas een handje te geven en sloeg mijn stem over van de zenuwen bij het zingen van een liedje, waar hij om vroeg.

“Toen ik nog klein was, zag je Sinterklaas niet zo gemakkelijk,” zei de oude man. “Nou hebben kinderen de intocht. En hij verschijnt elk ogenblik op de tv. Maar toen… Wanneer was het?” Hij dacht even na. “De winter van 1915,” vervolgde hij. “Ja, ik was toen zes. En m’n broertjes waren tien en vier. We woonden in de Indische buurt, hier in Amsterdam. En we hadden ’t niet breed. Maar Sinterklaas werd gevierd. Ik was toen op de grens van geloven en niet geloven. Tegen mijn vriendjes riep ik: ‘Sinterklaas bestaat niet. Dat is een verklede vent.’ Maar toch was ik diep onder de indruk, toen ik hem in persoon zag. Hij zat in de manufacturenwinkel van Nooy in de Eerste Van Swindenstraat. Kent u die winkel? Hij is er nog, geloof ik. Mijn moeder heeft me later verteld hoe we daar binnenkwamen. Als je voor minstens ’n gulden kocht, mocht één van de kinderen op vertoon van de kassabon Sinterklaas een handje geven. En dan kreeg zo’n kind een presentje.”

 

 

 

Plaat van Freddie Langeler, 1928 

 


Hij keek me van opzij aan. “Een presentje,” zei hij. “Een afgestorven woord. Net als versnapering. Mijn moeder kocht drie theedoeken aan één stuk. Zelf doorknippen en zomen. Dat kostte net genoeg voor zo’n heilige kassabon. Mijn broertje van vier was de uitverkorene. Want die geloofde nog helemaal. Ik was alleen maar zenuwachtig in die winkel. Het duurde een hele tijd eer mijn broertje aan de beurt was. Vanuit de verte zagen we dat hij een handje kreeg. En zo’n kleurboekie van één cent. Dat bestond toen – iets van één cent. Helemaal stralend kwam hij bij ons terug. Hij had een wonder meegemaakt. ‘En,’ vroeg mijn moeder, ‘heeft Sinterklaas nog iets gezegd?’ Hij knikte en op een eerbiedige toon antwoordde hij: ‘Ja, moe. Hij zei: «Verdorie, wat ’n rij nog.»'”

 

 

 

Simon Carmiggelt (7 oktober 1913 – 30 november 1987)

 

 

Lees verder “Simon Carmiggelt, Alois Brandstetter, Christina Rossetti, Fjodor Tjoettsjev, Afanasy Fet”

Hanif Kureishi, Joan Didion, Calvin Trillin, Eugenie Marlitt, Josh Malihabadi, Hans Helmut Kirst

De Britse schrijver en regisseur Hanif Kureishi werd geboren op 5 december 1954 in Bromley, Kent. Zie ook mijn blog van 5 december 2008 en ook mijn blog van 5 december 2009. 

 

Uit: The Black Album

 

„The college was a cramped Victorian building, an old secondary school […]. It was sixty percent  black and Asian, with an ineffective library and no sports facilities. Its reputation was less in the academic area but more for gang rivalries, drugs, thieving and political violence. It was said that college reunions were held in Wandsworth Prison.

In the early morning rush […] he shoved through turnstiles, past the security guards who occasionally frisked students for weapons, and into the lightless canteen for coffee […]. He couldn`t wait to see Deedee Osgood.

Knowing it was time to take the initiative, he went to find her […]. After knocking on her door, in the moment before she introduced herself, he thought she was a student. Her office was only three times the size of a telephone booth. Pinned above the desk were pictures of Prince, Madonna and Oscar Wilde, with a quote beneath it, `All limitations are prisons.´

Deedee interrogated him about his life in Sevenoaks and his reading. Despite her difficult questions about Wright and Ellison, Alice Walker and Toni Morrison, she was willing him to do well, he could feel that.

Noticing him looking at the Prince photograph, she said, `You like Prince?´

He nodded.

`Why?´

Idly he said, `Well, the sound.´

` Anything else?´

Grasping that this was not chatter but part of the interview he strained to order his words into sense, but for months he`d barely spoken to anyone with half a brain. She coaxed him. `He`s half black and half white, half man and half woman, half size, feminine but macho too. His work contains and extends the history of  black American music, Little Richard, James Brown, Sly Stone, Hendrix…´

 


Hanif Kureishi (Bromley, 5 december 1954)

 

Lees verder “Hanif Kureishi, Joan Didion, Calvin Trillin, Eugenie Marlitt, Josh Malihabadi, Hans Helmut Kirst”