Gabriel García Márquez, Günter Kunert, Elizabeth Barrett Browning, Stéphane Hoffmann, Teru Miyamoto, Nicolas Bouvier

De Colombiaanse schrijver Gabriel García Márquez werd op 6 maart 1928 in de kustplaats Aracataca geboren. Zie ook mijn blog van 6 maart 2007 en ook mijn blog van 6 maart 2008 en ook mijn blog van 6 maart 2009 en ook mijn blog van 6 maart 2010.

 

Uit:  Die Erzählungen von Gabriel Garcia Marquez
(Die dritte Entsagung, vertaald door
Curt Meyer-Clason)

Da war wieder dieser Lärm. Jener kalte, schneidende, senkrechte Lärm, den er schon so gut kannte; der sich jetzt aber als scharf und schmerzhaft erwies, als sei er ihm von einem Tag auf den anderen ungewohnt geworden.
Der Lärm kreiste in seinem leeren Schädel, dumpf und stechend. Eine Wabe hatte sich in den vier Wänden seiner Gehirnschale gebildet. Sie wuchs zunehmend in aufeinanderfolgenden Spiralen und schlug drinnen und ließ seine Wirbelsäule erzittern, unmäßig und misstönend, im sicheren Rhythmus seines Körpers. Etwas war in seinem stofflichen Aufbau eines festgefügten Menschen aus der Ordnung geraten; etwas, das »bei den anderen Malen« normal funktioniert hatte und nun in seinem Kopf hart und trocken hämmerte, mit den Knochen einer abgezehrten Hand hämmerte und ihn an alle bitteren Empfindungen des Lebens erinnerte. Er fühlte den animalischen Drang, die Fäuste gegen die blauen, vom Druck des verzweifelten Schmerzes violett angeschwollenen Adern seiner Schläfen zu pressen. Er hätte den Lärm, der den Augenblick mit seiner scharfen Diamantspitze durchbohrte, zwischen seinen beiden empfindlichen Handflächen orten mögen. Mit der Bewegung einer Hauskatze zogen sich seine Muskeln zusammen, als er sich vorstellte, wie er durch die gepeinigten Winkel seines fieberzerfetzten heißen Kopfes verfolgt wurde. Er würde ihn gleich einholen. Nein. Der Lärm hatte ein glattes, fast unberührbares Fell.

Aber er war entschlossen, ihn dank seiner gut geübten Strategie einzuholen und mit der ganzen Kraft seiner Verzweiflung lange und endgültig zu zerquetschen. Er würde nicht zulassen, dass er nochmals in sein Ohr dränge, dass er durch seinen Mund entweiche, durch jede einzelne seiner Poren oder durch seine Augen, die dabei aus den Höhlen treten und dem fliehenden Lärm aus der Tiefe ihrer ausweglosen Dunkelheit blind nachschauen würden.“ 

 

 

Gabriel García Márquez (Aracataca,  6 maart 1928)

 

Lees verder “Gabriel García Márquez, Günter Kunert, Elizabeth Barrett Browning, Stéphane Hoffmann, Teru Miyamoto, Nicolas Bouvier”

Jan Kjærstad, Michelangelo, Elisabeth Castonier, Johan Bojer, Stanisław Jerzy Lec , Victoria Benedictsson, Cyrano de Bergerac, Luigi Alamanni

De Noorse schrijver Jan Kjærstad werd geboren op 6 maart 1953 in Oslo. Zie ook mijn blog van 6 maart 2007 en ook mijn blog van 6 maart 2009 en ook mijn blog van 6 maart 2010

 

Uit: The Conquerer (Vertaald door Barbara J. Haveland) 

 

„I—the Professor—do not know whether or not to call this the irony of fate. Jonas Wergeland escaped disaster that time, but nothing could save him from the media earthquake triggered by his arrest and later trial—not surprisingly perhaps, seeing that Wergeland himself was the instigating factor. The public hoped, of course, for as long as they could, hoped that something was wrong, that someone,

somewhere had made a terrible and most unfortunate mistake. Rumour had it that Jonas Wergeland remained silent—and, others added, unmoved—and he refused to make any sort of statement to the police. He had accepted the lawyer appointed to defend him without demur and would not hear of engaging one of the big-time lawyers whom Daniel was sure would be able to help him.

I think everyone, including myself, awaited the trial in such a state of suspened to occupy the highly respected post of consultant physician.

“Do you know what the most surprising thing of all is?” my guest asked on the fourth evening on which she visited me, clad in her usual elegant black and as earnest as always. “The most surprising part

of all this washing of dirty laundry in public was one question that was never asked.

Obviously because it had nothing to do with the case. And yet it gets to the very nub of the matter. Because, if it were true that Jonas Wergeland possessed all those failings and evil inclinations, how could a whole nation fall under his spell? And that being the case, does this not say everything

about Norway, the cultural level of this country in the last decade before the millennium? That such an individual could wangle his way to such enormous power and popularity, I mean?” pense that you would have thought the honour of Norway was at stake.“

 

jan-kjaerstad
Jan Kjærstad (Oslo,  6 maart 1953)

 

 

Lees verder “Jan Kjærstad, Michelangelo, Elisabeth Castonier, Johan Bojer, Stanisław Jerzy Lec , Victoria Benedictsson, Cyrano de Bergerac, Luigi Alamanni”

Clark Accord

De Surinaamse schrijver Clark Accord werd op 6 maart 1961 geboren in de Surinaamse hoofdstad Paramaribo. Op zijn zeventiende vertrok hij naar Nederland, waar hij achtereenvolgens werd opgeleid tot verpleegkundige en visagist. Hij bleef betrokkenheid houden met zijn thuisland. In 2000 richtte hij in Suriname een stichting op voor de verstrekking van maaltijden aan hulpbehoevenden. Hij verwierf bekendheid in 1999 met zijn roman De koningin van Paramaribo, over de Surinaamse prostituee Maxi Linder. Het debuut van Accord ging ruim 100.000 keer over de toonbank, beleefde dertig drukken en verscheen ook in Duitsland, Spanje, Latijns-Amerika en Finland. Het verhaal werd bewerkt tot een toneelstuk en de filmrechten zijn verkocht. In januari 2005 verscheen zijn tweede roman: Tussen Apoera en Oreala. In februari 2007 verscheen Bingo!. Daarnaast schreef hij columns en artikelen voor tijdschriften en kranten zoals Elsevier, Het Parool, Linda en Marie-Claire.

 Uit: De koningin van Paramaribo

 „Aan het eind van de schaars verlichte nauwe gang vond hij de trap die naar boven voerde. Zijn stappen klonken gedempt op het met bloemen gedecoreerde gele linoleum. Onzeker zette hij zijn voeten van de ene tree op de volgende. Hij kwam terecht in een aangenaam ingerichte voorzaal. In tegenstelling tot die van de meeste hoeren werd Maxi’s woning verlicht door gaslampen en niet door de gebruikelijke kokolampu. Hij hoefde zich geen zorgen te maken dat hij vanavond thuis zou komen met de geur van verbrande olie in zijn kleding…     Het grote mahoniehouten bed nam bijna de gehele kamer in beslag. Aan het voeteneinde stond een manshoge spiegel. Langs de muur tegenover het raam hingen verschillende jurken keurig aan hangers – door hun veelal felle kleuren gaven ze de muur een bont aanzicht. Op de kaptafel lag het assortiment potjes, tubes en flesjes zoals iedere vrouw zich dat wenste: Yarley lavendel, Peggy Sage-nagellak, Eau de quinine, Radiant Rose-poeder, Sweetheart-poeder, Ruby Red-lipstick en Casanova-cream boden door hun verscheidenheid aan kleur en verpakking een feestelijke aanblik. Naast de kaptafel hing een zwartwitfoto van een stralend lachende Maxi Linder, met haar witte poedel voor het hek van de Hervormde kerk aan het kerkplein.

Maxi Linder zat op een met rood fluweel beklede chaise longue. Op de grond ervoor lagen haar twee honden als wattenbollen behaaglijk tegen elkaar aan te slapen. Maxi’s ogen waren zorgvuldig en beheerst opgemaakt en de lipstick op haar volle mond had de kleur van rijpe kersen. Op een paar rode opengewerkte lakschoenen en een uit drie rijen bladgouden rozen bestaand collier na was ze naakt. Ze had haar knieën tot aan haar borsten opgetrokken.“


Clark Accord (Paramaribo, 6 maart 1961)