De Nederlandse dichter en prozaïst Ed Hoornik werd geboren in Den Haag op 9 maart 1910. Zie ook mijn blog van 9 maart 2007 en ook mijn blog van 9 maart 2008. en ook mijn blog van 9 maart 2009 en ook mijn blog van 9 maart 2010.
Bewaarschool
Soms, als ik loop door een straat,
waar kalk valt uit een muur,
verschijnt mij een kindergelaat
en een non aan een kierende deur.
En ik klem mij weer vast aan de vrouw,
die mij altijd naar school toe bracht;
het galmde door het gebouw,
als de deur dichtviel met een slag.
Daar staat – de voet op de slang –
nog het blauwe Mariabeeld;
voor de deur aan het eind van den gang
houdt een non de sleutels gereed.
Zit daar op de achterste rij
bij de trommel met koek en brood
nog de knaap, die het huis op de lei
voor mijn blik met zijn hand afsloot?
Maar dan heb ik de straat al voleind,
en ik loop op het heldere plein;
voor ’t raam, waar de zon in schijnt,
sluit een vreemde vrouw het gordijn.
Ik wilde…
Ik wilde bij de dood belet aanvragen,
hij deed zelf open en hij liet mij in.
‘Er lang omheen praten heeft weinig zin;
ik kom hier’, zei ik, ‘om je uit te dagen’.
Hij glimlachte: je komt dus uitstel vragen;
kan ik je dienen, een glas port of gin?
”t Is mij hetzelfde’, zei ik, ‘schenk maar in’.
‘En nu muziek, daar staat de grammofoon,
een dodenmars, dat ben je zo gewoon,
als je op straat loopt en daar loopt te azen.’
– Geen treurmars speel ik zonder eerbetoon. –
Hij schonk mij in; wij stootten met de glazen.
‘Kies nu de naald uit’, riep ik in extase.
Ed Hoornik (9 maart 1910 – 1 maart 1970)
Den Haag, Jan Hendrik Verheijen, Gezicht op het Mauritshuis
en de Grenadierspoort, 1e helft 19de eeuw.
Lees verder “Ed Hoornik, Heere Heeresma, Vita Sackville-West, Peter Altenberg, Keri Hulme”