De Nederlandse dichter Ed Leeflang werd geboren op 21 juni 1929 in Amsterdam. Zie ook alle tags voor Ed Leeflang op dit blog.
Dronk op de tuin
Van god los maar om de kikkers
en alle kweepeer begaan, de merel
te hulp met de appels, het huis
met cement, de woelrat vol van genade
naar het leven staand, te verschrikter
gezegend als het peren regent of
pruimen, goed voor de wesp, wreed
voor de wespen, aan de kant van
de egel, de muizen, de uilen,
in twijfel om wat het leed, het gras,
het kroos, het woord. Drinken wij uit.
Vriendin, wij hoeven niet altijd voort.
Donor
Er zit al iemand in de file
die mijn organen nodig heeft
mijn netvlies of mijn nieren,
wie ik mijn hart gun,
die dan weer slapen kan,
een ander in de ogen zien.
Die rijdt nu tussen achterlichten
met iedereen de avond in
en voegt zich in het menuet
turend op het asfalt
neuriënd achter het stuur
afslaand naar mijn nieuw adres.
Hij is nieuwsgierig naar de richting
Hij is nieuwsgierig naar de richting
van de wind, het afval bij de vuilnisbakken,
de blues, hij heeft plectrums, stukken
kwarts, een kompas, vuursteen en adressen
van ballonvaarders in zijn zakken.
Hij kent de Wadden, drijft op vlotten,
leidt kampen en maakt zonnewijzers,
vindt de begraven potten en hij
kan eenzaam lezen.
Hij heeft voor alles tijd,
kan niet slapen van nieuwsgierigheid
en komt tussen de vakanties langs
om te vertellen van vreemde breuken,
het nodige delen, het begrip verzameling;
op zijn gitaar laat hij horen
hoe een driekwartsmaat verschilt
van andere maten.
En hun verbazing over dit bestaan
– zij gaan naar school als gaan ze emigreren –
wil wegens hem niet overgaan:
van wat hij leeft willen ze
als voor het eerst geestdriftig
leren leven.
Ed Leeflang (21 juni 1929 – 17 maart 2008)
Lees verder “Ed Leeflang, Thomas Blondeau, Anne Carson, Adam Zagajewski, Georg Lentz”