Bij de Tour de France
De Nederlandse schrijver, journalist en columnist Thijs Zonneveld werd geboren op 28 september 1980 in Sassenheim. Zie ook alle tags voor Thijs Zonneveld op dit blog.
Uit: De straaljager ontploft (Column)
„En zou er vast wel weer ergens een YouTube-filmpje opduiken met het bewijs dat er een motortje in zijn fiets of zijn benen zit. Of anders een vage bewering over een nieuw soort kettingolie, de vondst van kerosine in zijn bidon of een buitenaards gen in zijn DNA-structuur.
Gááááp. Wat was wielrennen eigenlijk saai met zo’n onmens als Cancellara in het peloton. In het begin was het nog geweldig om te zien hoe hij zijn tegenstanders verpulverde, maar op een gegeven moment gaat al dat geweldige geweld op twee wielen je toch de keel uithangen. Zo’n Zwitser die denkt dat hij zijn klok kan gelijk zetten op een overwinning, die maakt de sport kapot.
Stumper Zou die Cancellara eigenlijk weten wat hij allemaal aanrichtte? Besefte hij wel hoe al die andere renners zich voelden? Tom Boonen bijvoorbeeld, held van beroep in Vlaanderen, werd elke keer in de hoek gezet als een stumper op een fiets. Kan je niet maken, vind ik.
Of zoals Bram Tankink vorige week, die wordt tot in de lengte van dagen achtervolgd door het beeld van een krampaanval in zijn bil op het moment dat hij probeert Cancellara bij te benen. Hoe moesten die jongens er ooit nog in geloven dat ze een grote klassieker kunnen winnen waar Der Fabian ook aan meedoet?“
De Nederlandse schrijver Peter Winnen werd geboren op 5 september 1957 in Ysselsteyn. Zie ook alle tags voor Peter Winnen op dit blog.
Uit: Granieten kont (Koersdagen)
“De overmacht waarmee Fabian Cancellara de stenen slechtte in Parijs-Roubaix wordt het beste tot uitdrukking gebracht in het volgende dialoogje. Ik plukte het van de Vlaamse teletekst.
“Hij komt eraan”, roept Marc Sergeant vanuit de auto in het elektronisch oortje van Leif Hoste die op dat moment van de koers in een kopgroepje huist. Waarop Hoste antwoordt: “Hij is al voorbij”.
Hoe doet doe Cancellara dat toch? Bijna de hele solovlucht werden mijn ogen als een magneet naar die granieten kont getrokken. Niks geen gestuiter op het zadel; je kon een glas water op zijn rug zetten zonder dat er één druppel werd gemorst. Ik zou al een tevreden mens zijn als ik zo op een toilet kon zitten.
Alsof de Franse regisseur mijn vraag had gehoord laste die enige studiemomenten in. Cancellara in slow motion, als een vogel glijdend op thermiek. Een close-up van banden op de woestenij: ook al geen gedaver. Cancellara rijdt over de stenen alsof het Zwitsers asfalt is. Een vleesgeworden schokdemper. Maar dat ik nu precies kan uitleggen hoe hij hem dat flikt, neen.”
Zie voor de schrijvers van de 20e juli ook mijn blog van 20 juli 2011 deel 1 en ookdeel 2 en eveneens deel 3.