Sharon Olds, Mark Harris, Christoph Wilhelm Aigner, Anna Seghers, Alan Tate

De Amerikaanse dichteres Sharon Olds werd geboren op 19 november 1942 in San Francisco. Zie ook alle tags voor Sharon Olds op dit blog.

 

 

Still Life in Landscape

 

It was night, it had rained, there were pieces of cars and
half-cars strewn, it was still, and bright,
a woman was lying on the highway, on her back,
with her head curled back and tucked under her shoulders
so the back of her head touched her spine
between her shoulder-blades, her clothes
mostly accidented off, and her
leg gone, a long bone
sticking out of the stub of her thigh—
this was her her abandoned matter,
my mother grabbed my head and turned it and
clamped it into her chest, between
her breasts. My father was driving—not sober
but not in this accident, we’d approached it out of
neutral twilight, broken glass
on wet black macadam, like an underlying
midnight abristle with stars. This was
the world—maybe the only one.
The dead woman was not the person
my father had recently almost run over,
who had suddenly leapt away from our family
car, jerking back from death,
she was not I, she was not my mother,
but maybe she was a model of the mortal,
the elements ranged around her on the tar—
glass, bone, metal, flesh, and the family.

 

 

Sharon Olds (San Francisco, 19 november 1942)

Lees verder “Sharon Olds, Mark Harris, Christoph Wilhelm Aigner, Anna Seghers, Alan Tate”

Karel van den Oever

De Vlaamse dichter, essayist en toneelschrijver Karel van den Oever werd geboren in Antwerpen op 19 november 1879. Hij stamde uit een Friese koopmansfamilie die zich in 1842 in Antwerpen had gevestigd. Hij was van 1905 tot 1912 redactiesecretaris van het door hem en Jozef Muls opgerichte literaire tijdschrift “Vlaamsche Arbeid” (1905-1930), waarin Jan van Nijlen de kroniek “Verhalend proza en toneel” verzorgde. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vluchtte Van den Oever naar Nederland en verbleef hij in Den Haag en Baarn. Na de oorlog, weer terug in Antwerpen, ging hij over tot het humanitair expressionisme. Hij was tevens overtuigd flamingant en katholiek. Terugkerende thema’s die in zijn poëzie en proza tot uitdrukking komen, zijn dan ook God, de dood en zonde. Van den Oever is vooral bekend door zijn gedicht Dinska Bronska. Dit is evenals de meeste van zijn gedichten concreet beschrijvend van stijl. Karel Van den Oever werkte mee aan verscheidene tijdschriften en dagbladen zoals “Dietsche Warande en Belfort”

Dinska Bronska

Uit een oud dorp,
– kameelbruin als de steppe –
uit Plocka,
kwam Dinska Bronska.
Haar hoofddoek was pruisisch-blauw
en haar haar vlas-geel;
ook waren haar ogen blauw
als fjord-water.
Zij rook naar knoflook en spar,
zij droeg laarzen
en ging zeer zwaar en gauw.
In het “Hotel Lapland” zat zij
bij een tafel aan het straat-raam
zij schreef ’n brief.
Een haarlok viel laag op haar rode kaak
en zij stak haar tong uit,
want ze schreef moeilijk die brief
en daaronder “Dinska Bronska”, haar naam.
Ze stak ook de penstok in haar mond
en zocht met haar ogen langs het plafond.
Op het papier waren ’n inktvlek
en groot gestompel van letters:
zij kocht het voor tien centiem
in de kruidenierszaak
over het hotel.
Er was ’n beetje inkt aan heur kaak.

O, Dinska Bronska;
gij vertrekt naar Canada:
de verroeste stoomboot wacht langs de kaai.
Gij laast op een almanak
der “Red Star Line”
dat Canada grotere appels,
o, hoger en geler koren heeft dan Plocka.
Het moet in Canada veel beter zijn!

O, Dinska Bronska,
met je zeer dikke vingers:
je schrijft zo moeilijk die brief.
Je ogen zoeken vliegen op het plafond.
“Moj Boze!”
Er zit ’n tranen-veeg,
o zo verdrietig,
van je blauwe ogen naar je mond.

O, Dinska Bronska!

 

 
Karel van den Oever (19 november 1879 – 6 oktober 1926)

Scott Cairns

De Amerikaanse dichter, librettist en essayist Scott Cairns werd geboren op 19 november 1954 in Tacoma, Washington. Cairns behaalde zijn Bachelor of Arts aan de Western Washington University (1977), een Master of Arts aan Hollins University (1979), een Master of Fine Arts aan Bowling Green State University (1981) en een PhD aan de Universiteit van Utah (1990). Momenteel doceert hij Engels aan de Universiteit van Missouri en geeft hij jaarlijks gedurende 4 weken in juni workshops schrijven in Griekenland, Op Cairns naam staan zeven dichtbundels, een verzameling van de vertalingen van de christelijke mystici, spirituele memoires, een groot essay over het lijden, en ook is hij co-editor van The Sacred Place (met Scott Olsen), een bloemlezing van poëzie, fictie en non-fictie. Deze won de inaugurele National Outdoor Book Award (Outdoor Literatuur categorie) in 1997. Hij schreef het libretto voor ” The Martyrdom of Saint Polycarp,”, een oratorium gecomponeerd door JAC Redford, en het libretto voor “A Melancholy Beauty ‘, een oratorium gecomponeerd door Georgi Andreev. Cairns’s gedichten zijn verschenen in tijdschriften zoals The Atlantic Monthly, The Paris Review, The New Republic, Image, and Poetry en in diverse bloemlezingen.

Idiot Psalms

1  
       A psalm of Isaak, accompanied by Jew’s harp.

O God Belovéd if obliquely so,
                     dimly apprehended in the midst
                     of this, the fraught obscuring fog  
                     of my insufficiently capacious ken,  
                     Ostensible Lover of our kind—while
                     apparently aloof—allow
                     that I might glimpse once more
                     Your shadow in the land, avail
                     for me, a second time, the sense
                     of dire Presence in the pulsing
                     hollow near the heart.  
Once more, O Lord, from Your enormity incline
                     your Face to shine upon Your servant, shy
                     of immolation, if You will.

2  
       A psalm of Isaak, accompanied by baying hounds.

O Shaper of varicolored clay and cellulose, O Keeper
                     of same, O Subtle Tweaker, Agent
                     of energies both appalling and unobserved,  
                     do not allow Your servant’s limbs to stiffen
                     or to ossify unduly, do not compel Your servant  
                     to go brittle, neither cramping at the heart,  
                     nor narrowing his affective sympathies
                     neither of the flesh nor of the alleged soul.
Keep me sufficiently limber that I might continue
                     to enjoy my morning run among the lilies  
                     and the rowdy waterfowl, that I might
                     delight in this and every evening’s intercourse  
                     with the woman you have set beside me.
Make me to awaken daily with a willingness
                     to roll out readily, accompanied
                     by grateful smirk, a giddy joy,  
                     the idiot’s undying expectation,  
                     despite the evidence.

 

 
Scott Cairns (Tacoma, 19 november 1954)