Siegfried Sassoon, Anthonie Donker, Clemens Brentano, Wilhelm Raabe, Eduard Mörike, Franz Hellens, Perikles Monioudis, Frederic Mistral, Grace Metalious

De Engelse dichter Siegfried Sassoon werd geboren op 8 september 1886 in Brenchley, Kent. Zie ook alle tags voor Siegfried Sassoon op dit blog.

 

Prelude: The Troops

Dim, gradual thinning of the shapeless gloom
Shudders to drizzling daybreak that reveals
Disconsolate men who stamp their sodden boots
And turn dulled, sunken faces to the sky
Haggard and hopeless. They, who have beaten down
The stale despair of night, must now renew
Their desolation in the truce of dawn,
Murdering the livid hours that grope for peace.

Yet these, who cling to life with stubborn hands,
Can grin through storms of death and find a gap
In the clawed, cruel tangles of his defence.
They march from safety, and the bird-sung joy
Of grass-green thickets, to the land where all
Is ruin, and nothing blossoms but the sky
That hastens over them where they endure
Sad, smoking, flat horizons, reeking woods,
And foundered trench-lines volleying doom for doom.

O my brave brown companions, when your souls
Flock silently away, and the eyeless dead
Shame the wild beast of battle on the ridge,
Death will stand grieving in that field of war
Since your unvanquished hardihood is spent.
And through some mooned Valhalla there will pass
Battalions and battalions, scarred from hell;
The unreturning army that was youth;
The legions who have suffered and are dust.

 

Song-Books Of The War

In fifty years, when peace outshines
Remembrance of the battle lines,
Adventurous lads will sigh and cast
Proud looks upon the plundered past.
On summer morn or winter’s night,
Their hearts will kindle for the fight,
Reading a snatch of soldier-song,
Savage and jaunty, fierce and strong;
And through the angry marching rhymes
Of blind regret and haggard mirth,
They’ll envy us the dazzling times
When sacrifice absolved our earth.

Some ancient man with silver locks
Will lift his weary face to say:
‘War was a fiend who stopped our clocks
Although we met him grim and gay.’
And then he’ll speak of Haig’s last drive,
Marvelling that any came alive
Out of the shambles that men built
And smashed, to cleanse the world of guilt.
But the boys, with grin and sidelong glance,
Will think, ‘Poor grandad’s day is done.’
And dream of lads who fought in France
And lived in time to share the fun.

 

 
Siegfried Sassoon (8 september 1886 – 1 september 1967)

Lees verder “Siegfried Sassoon, Anthonie Donker, Clemens Brentano, Wilhelm Raabe, Eduard Mörike, Franz Hellens, Perikles Monioudis, Frederic Mistral, Grace Metalious”

Joaquin Miller

De Amerikaanse dichter en schrijver Joaquin Miller werd geboren op 8 september 1837 in Liberty, Indiana. Zie ook alle tags voor Joaquin Miller op dit blog.

 

In San Francisco

Lo! here we sit mid the sun-down seas
And the white Sierras. The swift sweet, breeze
Is about us here; and the sky so fair
Is bending above its azaline hue,
That you gaze and you gaze in delight, and you
See God and the portals of heaven there.

Yea, here sit we where the white ships ride
In the morn made glad and forgetful of night,
The white and the brown men side by side
In search of the trruth, and betrothed to the right;
For these are the idols, and only these,
Of men that abide by the sun-down seas.

The brown brave hamd of the harvester,
The delicate hand of the prince untried,
The rough hard hand of the carpenter,
They are all upheld with an equal pride;
And the prize it is his to be crown’d or blest,
Prince or peon, who bears him best.

Yea, here sit we by the golden gate,
Not demanding much, but inviting you all,
Nor publishing loud, but daring to wait,
And great in much that the days deem small;
And the gate it is God’s, to Cathay, Japan,–
And who shall shut it in the face of man?

 

Joaquin Miller, Romenu
Joaquin Miller (8 september 1837 – 17 februari 1913)

Elly de Waard

De Nederlandse dichteres, vertaalster, recensente en popcritica Elly de Waard werd geboren in Bergen (NH) op 8 september 1940. Vijftien jaar lang verschenen van haar hand recensies over popmuziek in Het Vrije Volk, de Volkskrant en Vrij Nederland. Na het Murmelliusgymnasium studeerde De Waard Neerlandistiek aan de Universiteit van Amsterdam. Ze woonde in de jaren zestig samen met dichter Chr.J. van Geel. Na zijn dood in 1974 begon ze zelf met het schrijven van poëzie. In 1978 debuteerde ze als dichter met de bundel “Afstand”. Haar belangrijkste voorbeelden waren Emily Dickinson, Sylvia Plath, Vasalis en Ida Gerhardt. In de jaren tachtig was Elly de Waard actief in de vrouwenbeweging, met name de literaire kant. In 1986 stichtte ze samen met Anja Meulenbelt, Renate Dorrestein en Caroline van Tuyll de Anna Bijns Stichting (vernoemd naar vroegmoderne dichteres Anna Bijns), die tweejaarlijks een prijs toekent aan een vrouwelijke auteur. Elly de Waard is tevens jurylid geweest voor de Edison Music Award, P.C. Hooft-prijs, VSB Poëzieprijs, Herman Gorterprijs en de C. Buddingh’-prijs. Van 2007 tot 2008 was zij vaste medewerker van het weekblad Opinio.

 

Ochtend in de tuin, mijn ogen

Ochtend in de tuin, mijn ogen
tranen van het opstaan
Naar het mooie dat ik zien wil
moet ik haast raden

Het is maar klein verdriet
dat meekomt, kleine tegenslagen
Misschien van gisteren pas
of enkele dagen

Maar het draagt wel onvermijdelijk
de herinnering aan pijnlijk
grote dingen, soms nog uit
een ver verleden, in zich

Het geleefde is één geheel
dat ouder wordend steeds
bepaalder raakt, als een gedicht
waarvan de laatste regel nadert

 

Klimaatverandering

Waarom was de herfst droog, mediterraan
en dat na zo’n moessonzware zomer.

Eergisteravond, na drie keer een volle maan
ononderbroken continentaal, was de wind

opeens gedraaid in zijn normale richting;
de adem van de zee stoof over het land

en ik snoof het zout dat ik gemist had en de geur
van vuur in hout. Eindelijk tijd voor westerstormen

brekende takken, krakende bomen, dwarrelsneeuw
van blad. Het regent nu, wolken

van neerslaand water worden door het bos
geslagen. Ook op de binnenvaart is er

herademing. Rivieren kunnen weer stijgen
boten varen, ladingen verder gedragen.

 

Als Cassandra

Wie is er geen Cassandra in een tijd
waarin je zonder visionair te zijn
kunt zien dat Troje zal gaan branden?

Aan rafelranden van de stad en in
de buitenwijken smeult het al –
Luister, het is de wind niet, blijf niet doof

en blind, het zijn miljoenen naderende
voeten, aanschuifelend tot een storm
die weinig overeind zal laten staan

Berg je nu het nog kan, want wie gesteld
is boven ons is machteloos en arrogant
en zal alleen zichzelf trachten te redden

 
Elly de Waard (Bergen, 8 september 1940)