Kazim Ali, John Pepper Clark, Jakob Ejersbo, Günter Herburger, Uljana Wolf, Brigitte Schwaiger, Annejet van der Zijl, Julien Torma, Nicolas Chamfort

De Amerikaanse dichter, schrijver en essayist Kazim Ali werd geboren op 6 april 1971 in Croydon, Engeland. Zie ook alle tags voor Kazim Ali op dit blog.

 

Dear J.

It should be a letter
To the man inside
I could not become
Dressed in yellow
And green, the colors of spring
So I could leave death
In its chamber veined
With deep ore
I’ve no more to tell you
Last winter I climbed
The mountains of Musoorie
To hear frozen peals of bell and wire
A silver thread of sound
Sky to navel
Draws me
like the black strip
in a flower’s throat
meant to guide you in
I lie now in the winter
open-petaled beneath Sirius
I cereus bloom

 

Bright Felon Dvd Extra/Alternate Ending

In the convicted evening I am a victor struck loose and restless,
creeping for the unlocked window.
The family inside at the dinner table is mine.
Listening to the escape story on the radio, my mother’s hand freezes
in the air halfway to her mouth.
She realizes it’s me they’re talking about.
Lightning by lightning the minute before thunder.
Streets as empty as a beach before rain.
My hand on the cold glass.
Car alarm, tornado warning, catastrophe.
Who remembers the criminal son, free of the labyrinth and still
unsought, unthought of.
Oh when will the streetlamps blink out so my father can appear furtive
at the door and beckon me furiously in.

 

 
Kazim Ali (Croydon, 6 april 1971)
Foto: Tanya Rosen-Jones 

Lees verder “Kazim Ali, John Pepper Clark, Jakob Ejersbo, Günter Herburger, Uljana Wolf, Brigitte Schwaiger, Annejet van der Zijl, Julien Torma, Nicolas Chamfort”

Iulian Ciocan

De Roemeense schrijver, journalist en literair criticus Iulian Ciocan werd geboren op 6 april 1968 in Chisinau, in de toenmalige Sovjet Socialistische Republiek Moldavië. Hij studeerde in 1995 af met een graad in Roemeense taal en letterkunde aan de Universiteit Transilvania in Brașov, Roemenië. Zijn roman “Înainte să moară Brejnev” (“Voordat Brezjnev stierf”) werd in 2007 uitgegeven en vertaald in het Tsjechisch. Zijn roman “Tărâmul lui Saşa Kozak” (“Het rijk van Saşa Kozak”) werd in 2011 uitgegeven en is vertaald in het Slowaaks en het Frans. Een hoofdstuk uit zijn tweede roman werd opgenomen in de bloemlezing Best European Fiction 2011, uitgegeven door Aleksandar Hemon. In april 2011 werd hij uitgenodigd om deel te nemen aan het PEN World Voices-festival in New York. Sinds 1998 werkt hij als radio-commentator voor Free Europe in Chisinau. Zijn proza ​​is gepubliceerd in literaire tijdschriften in de Verenigde Staten, België, Duitsland en Brazilië. Hij schreef ook twee boeken met literaire kritieken en publiceerde acht boeken met journalistiek werk. Hij is lid van PEN Club, Republic of Moldova. In 2015 verscheen de roman „Iar dimineata vor veni rusii“ („En in de ochtend zullen de Russen komen”).

Uit: And in the Morning the Russians Will Arrive (Vertaald door Alistair Ian Blyth)

“On the morning of 25 June 2020, Latin teacher Nicanor Turturica awoke later than usual. Not just because it was a Saturday, but because he had played online chess until after midnight, against an obstinate Australian, who flatly refused to admit defeat at the hands of a representative of some Lilliputian country. Nicanor Turturica idled in bed for a while, wondering at the much too dark cloud he could see through the window, and realised with alarm that his deep sleep had not banished his weariness. Yes, although he was still a man in the prime of his life, at the age of sixty, with increasing frequency he was bothered by a state of extreme tiredness, his eyes ached, and he suffered cramps. To blame, an obtuse physician had told him, was supposedly the Internet, and to be more precise, online chess, in which he had found solace after the sudden death of his wife. But how could he live without any refuge, after an accursed breast cancer had stolen away his younger wife? This was why, for a few weeks after the funeral, Nicanor Turturica had succumbed to alcoholism, and then, after a heated discussion on Skype with his daughter, who lived in the United States, the teacher discovered online chess, giving up vodka and wine. And after a while he met the mild and gentle Raya, a widow of sixty-two, who sold pies at the faculty canteen and whom he started to visit at weekends. The insatiable window would have liked to have sex every night, but what with his Latin lessons and online chess, that would have done him in altogether. And so he persuaded her that they should meet just once a week. Absence makes the heart grow fonder, as they say. But when it came to chess, he could not tolerate any absence. He would sit in front of the computer for hours on end, doing battle with opponents from every continent, accumulating victories with a grim determination worthy of a better cause and losing his temper after every defeat, which, of course, seemed to him stupid and unfair. But on the morning of 25 June Nicanor Turturica felt so exhausted that he abandoned any thought of turning on his laptop or the television set. Perhaps that opaque physician had been right when he claimed that his tiredness was caused by his sedentariness, by sitting in front of the computer and the television. “Life means movement!” the physician kept reminding him, a truth that only now revealed itself to him in all its grandeur. He had to get into shape as a matter of urgency; apart from anything else, that evening he was due to cast himself into the burly arms of Raia from the canteen, who made up for lost time with great ardour, draining him of strength. »

 
Iulian Ciocan (Chisinau, 6 april 1968)

Alfred Hegenscheidt

De Belgische dichter, schrijver en geoloog Alfred Fréderic Hegenscheidt werd geboren in Sint-Jans-Molenbeek op 6 april 1866. Hegenscheidt was de zoon van een ingenieur uit Westfalen, die in het midden van de negentiende eeuw naar Brussel was verhuisd; zijn moeder kwam uit het Saarland. De jonge Alfred, die streng protestants werd opgevoed, ging in Brussel naar de normaalschool, en werd in 1885 onderwijzer. Vervolgens studeerde hij er aan de universiteit natuurwetenschappen: hij promoveerde in 1893. Al snel werd hij overtuigd vrijzinnig. Ondertussen was hij poëzie beginnen te schrijven, en een jaar later publiceerde hij, dankzij tussenkomst van Prosper Van Langendonck, zijn eerste gedichten uit de cyclus “Muziek en leven” in het vermaarde tijdschrift Van Nu en Straks, samen met het essay “Rythmus”. De literaire productie van Hegenscheidt is zeer beperkt gebleven: in die jaren na zijn doctoraat publiceerde hij enkele gedichten in Van Nu en Straks, en in 1897 zijn toneelstuk “Starkadd”. Toen hij in 1903 docent aan de normaalschool werd, namen zijn letterkundige activiteiten af. Hij schreef omstreeks de eeuwwisseling nog enkele besprekingen van opgang makende schrijvers, onder wie Stijn Streuvels en Cyriel Buysse. In 1913 werd hij in Brussel hoogleraar in de geografie, en hij wijdde zijn verdere leven aan wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de aardrijkskunde.

Onmacht

I
Ik weet het niet wat van mij worden moet
Na al dit rustloos pogen, nimmer slagen;
‘k Heb vruchteloos een beeld in mij gedragen,
Ik heb den adem niet die ’t leven doet.

En geest en hart, zij waaien droeve vlagen
Van kille leegheid in ’t verdord gemoed;
En de aarde kwijnt; met haar gij, ’t laatste goed
Waaraan ‘k mij klamp, gedenkend vroeger dagen.

Waarom moest gij dan komen in den nood,
Ik riep u niet; wat dood moest zijn, wás dood,
En voor de rest, – ik had het ook gedragen, –

Gij hielpt toen goddelijk dit leven schragen;
Maar ziet gij niet, nu gij mij wilt verlaten,
Dat ik het weer, maar meer dan ooit, moet haten?

 

Schumann

Zie, moederlief, ‘k lig weer eens aan uw voeten
Als in den tijd toen ‘k gansch nog was ùw kind.
Laat vloeien ’t hemnwee naar mijn jeugd met zoeten
Zang, die zich gouden door ’t verleden windt.

Ik ging de wereld in, opdat ontgind
Wierd, wijze toekomst, die, in wording, wroette
Diep in mijn ziel; door wetenswaan verblind
Glimlachte ik dan wel eens bij uwe groeten.

Vergeef me, moeder, indien ik u griefde,
Uitbundig blaakte ’t leven toen in mij,
In hooger schoonheid werd mijn ziel eerst vrij;
Wat hare wijsheid mij in ’t harte giet,
Hoor ik ook wellen in uw innig lied,
De oerbron van ’t leven-in-schoonheid, de liefde.

 
Alfred Hegenscheidt (6 april 1866 — 9 februari 1964)