Charles Ducal, Peter Huchel

De Vlaamse dichter en schrijver Charles Ducal (pseudoniem van Frans Dumortier) werd geboren in Leuven op 3 april 1952. Zie ook alle tags voor Charles Ducal op dit blog.

 

Tweestrijd

Genesis 22

Wij gingen de berg op, mijn vader en ik.
Ik droeg met sterkere handen het wapen.
Wij spraken niet. Ik betrapte zijn adem
op meer dan zijn leeftijd. Schrik.

Hij kwam eerst boven. Ik liet het toe.
Ik hijgde om zijn vermoeidheid te dekken.
Hij nam het geweer. Ik speurde nauwlettend
naar wild. De schrik nam hinderlijk toe.

Hij is oud, dacht ik, hij zal alles missen.
Hij streelde het wapen, vocht met zichzelf.
Toen sprak hij: laat God maar beslissen.
Ik keek in de loop. Ouwe gek!

 

Paarden

Paarden verstard in behoedzame nachten,
als leegstaande huizen hun sterven voorop.
De verten staan stil in hun hangende kop.
Tussen hun poten slapen de laatste gedachten,

zwetende dijen gesnoerd om hun flank
en hoge verliefdheden warm in de oren.
Zij houden zich in hun verleden bevroren,
lijdzaam, voorgoed aan zichzelf afgedankt.

Ingekeerd als gebeeldhouwde dromen,
en ook staat het prikkeldraad onder de hals.
Soms rimpelt hun vel, alsof nog iets schramt,
maar de spijt loopt bedaard uit hun ogen.

 

Rilke

Als er geen is die stilte zal worden
om bij mij te liggen onder de nacht,
een die volkomen in mij is gestorven
omdat zij altijd en nooit is verwacht,

waarom zijn mijn handen dan ouder
dan ieder gebaar van lichaam en bloed?
Waarom heb ik mij volgehouden
binnen vier muren als gij niet vermoedt

dat de afwezigheid woord moet worden
om bij u te zijn in het uiterst gemis?
Ach, wij zijn door liefde bedorven.
De dood komt gewis.

 

Charles Ducal (Leuven, 3 april 1952)

 

De Duitse dichter Peter Huchel werd geboren in Lichterfelde bij Berlijn op 3 april 1903. Zie ook alle tags voor Peter Huchel op dit blog.

NIETS te melden

NIETS te melden.
De eenhoorn ging weg
en rust in de herinnering van de bossen,

in de kamers van de papavers,
wanneer de abdis zon en maan
geeft aan de doden

De herfst maakt een open plek,
verliest zijn geheugen
in het bloedspoor van de beuk.

Wat overblijft is niet meer
dan de zwarte draad in de lucht
die twee stemmen verenigt.

In de witte abdij van de winter
een geluidloze vleugelslag.
In de naam van wie –
tot het einde der tijden.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Peter Huchel (3 april 1903 – 30 april 1981)

 

Zie voor de schrijvers van de 3e april ook mijn blog van 3 april 2019 en ook mijn blog van 3 april 2017 en ook mijn blog van 3 april 2016 deel 2.