Heatwave (John Burnside), Taije Silverman

 

Dolce far niente

 

Soho Square Heatwave door Tom Cox, 2018

 

Heatwave

After it rained, the back roads gusted with steam,
and the gardens along our street filled with the scent
of stocks and nicotiana,
but it didn’t get properly hot till the night drew in,
humid and heavy as glass
on our well-kept lawn.
It was high in the summer. With everyone else
in town for the Lammas fair
I took the meadow-path to where the river
stalled on a sudden blackness: alders
shrouded in night and warmth, and the first slow owl
charting the further bank.

There was always movement there
beneath the slick of moonlight on the turning
water, like a life beneath the life
I understood as cattle tracks and birds:
a darker presence, rising from the stream,
to match my every move, my every breath.
Eel-black and cold, it melded in my flesh
with all the nooks and crannies of the world
where spawn appears, or changelings slip their skins
to ripen at the damp edge of the day,
still blurred with mud
and unrecovered song.

But that night, as the sky above me turned,
I found a different swimmer in the steady
shimmer of the tide,
a living creature, come from the other side
to slip into the cool
black water. I remember how she looked,
beneath the moon, so motiveless and white,
her body like a pod that had been shelled
and emptied: Mrs Pearce, my younger sister’s
science teacher, turning in the lit
amazement of a joy that I could almost
smell, across the haze of drifting heat.

I was crouched beneath a stand
of willows and I guess she didn’t see
the boy who watched her swim for half an hour
then turn for home beneath the August moon,
a half-smile on her face, her auburn hair
straggling and damp;
yet later, as I walked the usual streets,
I thought that she would stop and recognise
a fellow soul, with river in his eyes,
slipping home under a wave of light and noise,
and finding the key to her nights
in his soft, webbed fingers.

 

John Burnside (Dunfermline, 19 maart 1955) Dunfermline

 

De Amerikaanse dichteres, vertaalster en hoogleraar Taije Silverman werd geboren in San Francisco op 13 augustus 1974. Zie ook alle tags voor Taije Silverman op dit blog.

Het was een goede dag

Als we ons voorstellen dat iemand het ons vraagt
Is het antwoord verdriet. Maar wat ik eerst denk
is deze nachtjapon, de donkerrode zijde
en mijn gewassen haar, dat langzame wiegen van de ruimte
voor het slapengaan. Mijn moeders uitslag
is niet de eerste gedachte. Die verspreidt zich en maakt zich los.
dijt uit over haar gezicht, de bultjes vervagen en ik vertel haar
dat het weggaat. Het gaat weg.
De angst neemt zover af dat de tijd het overneemt:
Runderhaas met sugar snaps,
de nasmaak van de citroen. Dat, zegt mijn vader,
Wijzend naar de aardappelen, dat is echt lekker.
Mijn zus haalt drie soorten koekjes
uit de vriezer en mijn vader vraagt
Hebben we niet besloten om geen koekjes meer te eten?
Ja, zegt mijn zus, en ik heb besloten om dat niet te horen.
De koekjes worden gehalveerd, doorgegeven,
we kiezen favorieten en vragen mijn zus om

de koekjes weg te zetten, dan om ze niet weg te zetten,
we lachen. Ik zeg tegen mijn vader
terwijl hij eet, ik hou van je, en hij zegt, ik hou van jullie allemaal,
ons drieën kan hij aan de bar bekijken
in onze truien en haar, buigend en pratend alsof huid
een kwestie een gunst is. Ik neem een ​​bad. Mijn moeder leest in bed
en leest op het toilet, kijkt op als ik naar haar kijk
en lacht. De uitslag zal verdwijnen. Het was een goede dag.
Mijn vader hoest nu. Geeuwen.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Taije Silverman (San Francisco, 13 augustus 1974)

 

Zie voor nog meer schrijvers ook mijn blog van 11 augustus 2019 en ook mijn blog van 11 augustus 2016 en ook mijn blog van 11 augustus 2011 deel 2.