Lloyd Haft, Werner Söllner

De Nederlandstalige dichter, vertaler en sinoloog Lloyd Lewis Haft werd geboren in Sheboygan, Wisconsin, op 9 november 1946. Zie ook alle tags voor Lloyd Haft op dit blog.

 

Wij hebben het erover of wij zullen verhuizen

Waar je stem is wil ik zijn
zoals op onze eerste dag
toen jij aan stilte die hem veilig hield
mijn naam ontsloot

samen met namen van vogels –
mees, jonge merel;
bloemen die daar uit het stof
ontstonden – krokus,

sneeuwklok, narcis –
wuifden, geven
aan je groet gehoor.
Wij spraken met geen woord

van ‘ons inrichten’, volgden waar warmte ons
over de aarde geleidde:
in de dag die niemand eerder zag
bloemen open, ogen.

 

Naar psalm 132

Dat alle woning mij is
als een tent in de wind;
dat ik iedere nacht tot de plaats
van mijn rust moet klimmen
als tegen een berg op;
dat ik mijn ogen moet smeken
zich eens een uur in het donker te sluiten –
is omdat ik nergens
uw plaats heb gevonden op aarde.
Niet in de tent:
niet in de wind.

 

Wapenfeiten

Van alle pantsers nog het meest te duchten
is niets – geen pantser, nergens. Niets te zien.
O Djenghiz, om een wereld te veroveren
is nodig: honger en gebrek, niet meer.

Ik kwam vanmiddag langs een voetbalveld.
Ik zag de mannen spelen.
Ik kon ze niet behoeden
voor ’t feit dat midden op het veld
niet één obstakel staat, of ooit zal staan.
Zij wilden. ( Wat zij wilden komt vanzelf.)

Zij joegen door bestaande wolkenschaduwen,
geweldige, als grotten hol van binnen.
Hun stappen door geen sterveling gehoord
weerklonken en ik zweeg. Ik zweeg,
ik kon ze niet beschermen. Want zij zoeken

en vinden, vroeg of laat, de ongeziene,
de ene ware stoot tussen de ogen
die men verwacht en nergens, niet zal weren.

 

Lloyd Haft (Sheboygan, 9 november 1946)

 

De Duitse dichter, schrijver en vertaler Werner Söllner werd geboren op 10 november 1951 in Arad, Roemenië. Zie ook alle tags voor Werner Söllner op dit blog.

 

Weersomstandigheden

Het regent, buiten speelt
de wind de baas, onzichtbare
piloot, die zijn lading, de geluiden,
altijd afwerpt wanneer zij
te zwaar worden. Auto’s, geschreeuw
van kinderen op het balkon aan de overkant,
blaffende honden, in de tuin kreunt
de kersenboom zich dood, in zijn schuur
zaagt de buurman brandhout.

Niets is hier te horen
van de oorlog, ons eiland is groot
genoeg voor het geschreeuw
van de gewonden en de buren
van de moeder, die zich snikkend
over haar dode kind buigt, slapen al
de slaap der rechtvaardigen.

We zullen ook deze en de volgende
storm doorstaan. Op openbare plaatsen laat
de verlichting vreemde bloemen bloeien. Als zij
op het punt staan een ervaring te hebben, zeggen
de dichters dat er niets meer
te prijzen valt, en houden op tijd
hun mond.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Werner Söllner (10 november 1951 – 19 juli 2019)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 9e november ook mijn blog van 9 november 2018 en ook mijn blog van 9 november 2014 deel 1 en eveneens deel 2.