De Engelse dichter en schrijver William Shakespeare werd geboren in Stradford-upon-Avon op, vermoedelijk, 23 april 1564. Zie ook alle tags voor William Shakespeare op dit blog.
Sonnet 1
Een mooie mens moet ons zijn kinderen geven,
Zijn gratie mag niet als een roos vergaan,
Het is het kind dat hem doet verder leven
Als hij allang van ons is heengegaan.
Maar jij, gevangen door je eigen beeld,
Jij voedt je vlam met eigen vlees en wezen
Tot niets ons rest, niets dat je hebt gedeeld.
Je zoete zelf hoeft slechts zichzelf te vrezen.
Je siert de aarde als een frisse blom,
De bode van een kakelbonte lente,
Je eigen knop blijft echter dicht en stom
Jij lieve dwaas, bewaart het als een krent.
Verteer jezelf en wat de wereld toebehoort
Niet in het graf, het ware kindermoord
Sonnet 6
Laat toch niet toe dat winters ruwe klauw
Je zomer sloopt voor je hem distilleert.
Vul voor je sterft fiool met zoete dauw
Die ons je schat aan schoonheid conserveert.
Wat je dan wint dat is geen woekerwinst,
Als wie ontleent aan jou graag vrucht betaalt,
Je eigen evenbeeld dat wordt je kind
Of beter nog het geluk tienmaal herhaald;
Tienmaal gelukkiger dan je hier staat
Als tien van jou tienmaal je beeltenis wint,
Want wat vermag de dood zo je ons verlaat
Als elk kind ons met jouw beeld verbindt?
Wees niet zo eigenwijs, je bent te mooi
En noch voor dood of worm geschikte prooi.
Vertaald door Jules Grandgagnage
Sonnet 2
Als veertig winters je gelaat belagen,
Je schoonheid slagveld wordt, doorgroefd, doorleefd,
Is ’t fier kleed van je jeugd, nu vol behagen,
Een lorrig vod waar niemand meer om geeft.
Vraagt men waarheen je schoonheid is vervlogen
En waar de winst is van je wilde tijd,
En zeg jij: in je diep verzonken ogen,
’t Zou loze lof zijn die ten hemel schreit.
Je schoonheid was beter besteed als jij
Ten antwoord geven kon: ‘Zie, mijn mooi kind
Somt op wat ‘k ben en pleit mijn leeftijd vrij,’
Daar jij je schoonheid in hem wedervindt.
Je was in hem vernieuwd al werd je oud,
Je bloed zou warm zijn, ook al voelde ’t koud.
Vertaald door Peter Verstegen
Sonnet 3
Kijk in de spiegel, zeg tot wie je ziet
Dat het nu tijd is een kopie te etsen.
Zo stop je het verval, verzaak je niet
De wereld, zul je niet een moeder kwetsen.
Want welke schone houdt haar schoot op slot,
Verwerpt het voorrecht om jouw vrucht te dragen?
En wie vindt enkel bij zichzelf genot,
Beperkt zijn leven tot het hedendaagse?
Je bent je moeders spiegelbeeld gelijk.
In jou ziet ze de lente van haar jeugd.
Zo zie jij, als jij door je jaren kijkt,
De rimpels langs, weer deze tijd vol vreugd.
Leef je, zonder herdacht te willen zijn,
Sterf dan alleen, en ook je beeld verdwijnt.
Vertaald door Willem van der Vegt
Zie voor nog meer schrijvers van de 23e april ook mijn blog van 23 april 2020 en eveneens mijn blog van 23 april 2019 en ook mijn blog van 23 april 2017 deel 3.