De Vlaamse schrijver Stefan Brijs werd geboren op 29 december 1969 in Genk. Zie ook alle tags voor Stefan Brijs op dit blog.
Uit: De engelenmaker
“Hun hoofd…’ zei hij langzaam, ‘hun hoofd is gespleten: En met zijn gestrekte rechterhand trok hij in een snelle beweging een verticale streep van zijn voorhoofd, recht over zijn neus, tot aan de onderzijde van zijn kin.
`Tsjak!’ zei hij daarbij.
Geschrokken deden Gunther en Seppe een pas naar achteren, terwijl Robert en Julius naar het smalle hoofd van lange Meekers bleven kijken, als zou ook dat elk ogenblik in tweeën scheuren. ‘Ik zweer het je. Je kon zo tot achter in hun keel kijken. En ook, echt waar, ook kon je hun blote hersenen zien liggen:
`Hun-wá?’ vroeg Gunther.
`Hun-her-se-nen!’ herhaalde lange Meekers en hij tikte met zijn wijsvinger op het voorhoofd van de dove jongen.
`Bwèèèk!’ riep die uit.
`Hoe zagen ze eruit?’ vroeg Robert.
`Als een walnoot. Maar dan veel groter. En slijmeriger.”
“Jeetje”, zei Julius, die een rilling over zijn rug voelde lopen.
`Als het raampje open was geweest; ging lange Meekers stoer verder en hij stak zijn arm naar voren, `had ik ze zo met mijn hand kunnen grijpen.’
De andere jongens volgden met open mond de beweging van zijn hand, die tot een klauw werd gevormd. Maar meteen daarop wees hij met diezelfde hand naar voren en stuurde zo alle blikken naar de taxi, zowat dertig meter verderop, waarvan Victor Hoppe het achterste portier opende. De dokter verdween half in de auto en kwam een paar tellen later opnieuw te voorschijn met een grote, donkerblauwe reiswieg, waaruit nog altijd een ontzettend gehuil opsteeg. Aan de twee hengsels droeg hij de wieg over het tuinpad de woning binnen, op de voet gevolgd door de taxichauffeur, die twee grote koffers meezeulde. Na een minuut of drie, waarin het op en rond het dorpsplein gonsde van de stemmen, kwam de chauffeur naar buiten, trok de voordeur achter zich dicht en haastte zich naar zijn auto om zichtbaar opgelucht weg te rijden.
In café Terminus voerde Jacques Meekers die middag het hoogste woord en gaf uitvoerig een beschrijving van wat zijn zoon had gezien, daarbij geen overdrijving schuwend. Vooral de oudere inwoners waren een en al oor en wisten te vertellen dat ook Victor Hoppe zelf een afwijking in zijn gezicht had.
`Een hazenlip, verklaarde Otto Lelieux. `Zoals zijn vader, herinnerde Ernst Liebknecht zich. “Hij lijkt trouwens als twee druppels water op hem.”
Stefan Brijs (Genk, 29 december 1969)
De Duitse dichter en schrijver Norbert Hummelt werd geboren op 30 december 1962 in Neuss. Zie ook alle tags voor Norbert Hummlt top dit blog en ook mijn blog van 24 juni 2009.
uitgang
niet alleen in dromen is ´t me vaak gebeurd dat
ik de uitgang door de juiste deur niet
vond in treinen stapte in de foute richting
een station dat me nog maar vaag bekend was
dat was schrikken maar de stolp zat om me heen en
ik kon me niet verroeren van die ene plek
daar ik juist een passage in een boek las begon
ik het kolken in mijn bloed te voelen ik
dwaalde in het bos en voelde warm licht
en liet me willoos naar een helling sleuren
beelden kwamen bij me op maar kwetsten niet
meer zoals gewoonlijk want onder de dode kruinen
bloeide wildernis met varens en met vingerhoed
en ik stapte weer door de straatravijnen
onoverzichtelijk ver in mijn bloed langs
vensterloze kamerrijen liep ik en
rende een poos verloren in het rond tot iets onder
mijn jas trilde ik greep ernaar met mijn
rechterhand en stond stil en ademde zwaar aan de
rand van het perron boog ik me voorover en zag de rails
Vertaald door Peter Holvoet-Hanssen en Jessica Manthey
Norbert Hummelt (Neuss, 30 december 1962)
Zie voor nog meer schrijvers van de 29e december ook mijn blog van 29 december 2018.