J. J. Voskuil, F. Starik, Hans Bender, Wim T. Schippers, Juan Carlos Onetti

De Nederlandse schrijver Johannes Jacobus (Han) Voskuil werd op 1 juli 1926 in Den Haag geboren. Zie ook mijn blog van 1 juli 2008 en ook mijn blog van 1 juli 2009 en ook mijn blog van 1 juli 2010.

 

Uit:Het bureau 1: Meneer Beerta

“’Wat ben je stil,’ zei Nicolien, ‘is er iets?’
‘Er is niets,’ antwoordde hij.
‘Je hebt de hele avond anders nog geen woord gezegd. Ik hoef er toch geen slachtoffer van te worden dat jij geen baan hebt?’
‘Ik heb wel wat gezegd.’
‘Je hebt niks gezegd!’
‘Ik heb gezegd…’ hij zweeg. Hij wist zeker dat hij iets gezegd had, maar hij kon zich niet meer herinneren wat. ‘Ik heb wél iets gezegd.’
‘Je hebt niks gezegd! Je zit maar voor je uit te kijken en er komt geen woord uit je!’
‘Ik ben moe.’
‘Maar dan kun je toch wel wat zeggen, al ben je moe? Zo moe ben je toch niet dat je niets meer kunt zeggen?’
‘Ik denk.’
‘Waarover denk je dan?’
‘Dat weet ik niet. Over van alles.’
‘Is er dan iets gebeurd soms, vandaag?’
‘Nee, er is niets gebeurd.’
‘Waarom zeg je dan niks?’
‘Omdat ik niks te zeggen heb!’ viel hij uit. ‘Wat moet ik dan zeggen?’
‘Je hoeft niet zo uit te vallen!’
‘Ik val niet uit.’
‘Je valt wél uit! Zie je wel dat er iets is?’
‘Er is niets!’ zei hij heftig. ‘Ik ben moe en ik denk! Ik mag toch wel denken? Of mag dat ook niet meer tegenwoordig?’
‘Zeg! Wat mankeert je!’ zei ze verontwaardigd. ‘Wat heb ik je gedaan? Vlieg me niet aan alsjeblieft!’
‘Ik vlieg je niet aan.’
‘Het lijkt er anders veel op! Moet je dat gezicht zien! Of je me op wilt vreten!’
Hij stond met een ruk op.
Ze schrok. ‘Wat ga je doen?’ vroeg ze angstig.
‘Een eindje wandelen,’ antwoordde hij kort.
‘Dus daar ben je niet te moe voor! Wel te moe om iets tegen me te zeggen, maar niet om te gaan wandelen!’”

 


J. J. Voskuil (1 juli 1926 – 1 mei 2008)

 

De Nederlandse dichter, beeldend kunstenaar, zanger en fotograaf F. Starik werd geboren in Apeldoorn op 1 juli 1958. Zie ook mijn blog van 1 juli 2008 en ook mijn blog van 1 juli 2009en ook mijn blog van 1 juli 2010.

 

Zou komen

Je hebt gezegd dat je zou komen

dus werk en wacht ik, de klok zegt

twee, kijkt uit het raam, ziet over de straat

en hoort een spatbord rammelen

half, een bel, maar niet de jouwe.

IJzer op ijzer, een fiets valt om, de fiets

van iemand anders, ver weg. Ik ken die

mensen niet, drie, van horen zeggen

telefoon, een stem, mijn zoon komt thuis,

zegt dag, vertelt een ezelsbrug, huiswerk

wacht, gaat naar zijn kamer, werkt, stelt

vier vragen als, je hebt gezegd

dat je zou komen dus ik schrijf een brief

aan iemand anders, hoor buurvrouw op de trap

betekent vijf, half zes, ze zal wel ergens

een vaste betrekking hebben, stipt op tijd

is zij, maar jij, je hebt gezegd

dat je zou komen, je hebt

gezegd

 

Gras

Gras overwoekert de wereld.

Overal steekt het de kop op, kijk maar

tussen de tegels. Het laat zich niet wegschoffelen,

uitroeien, plattrappen: het gras is overal.

Op het bouwterrein waar dat bord is geplaatst dat lachend

de derde fase aankondigt van uw kindvriendelijke woning

met dat uitzicht, schoon er niets aan de omgeving veranderd is

sinds dat bord er staat, behalve dan het gras eronder, dat hoog

opschoot. Alles is te koop. Bunkers uit de Tweede Wereldoorlog,

koeien, jawel, ik kan u best een koe bezorgen, die lust dat, tasje

van de markt, stervenden die actievoeren tegen de verhoging

van mijn AOW-leeftijd – gras overwoekert allen.

Vannacht is er veel bewolking. Plaatselijk zal het regenen.

Daarna gaat de temperatuur verder omlaag, kan vriezen,

kan dooien. Dan wordt het glad. Dat is allemaal gratis.

Nog een prettige avond. En pas op voor het gras.

 

F. Starik (Apeldoorn, 1 juli 1958)

 

De Duitse dichter, schrijver en uitgever Hans Bender werd geboren op 1 juli 1919 in Mühlhausen (Kraichgau). Hans Bender is vandaag dus precies 90 jaar geworden. Zie ook mijn blog van 1 juli 2007 en ook mijn blog van 1 juli 2009 en ook mijn blog van 1 juli 2010.

 

Meine Vierzeiler (2)

Vertraute Wörter, Rhythmen, Reime,

vier Zeilen, leicht zu verstehn.

Schön, meine Freundinnen und Freunde

bei der Lektüre lächeln zu sehn.

 

Der heilige Geist

Seit Gottfried Benns Verdikten

ist er nicht mehr gefragt.

Und doch hat er mir manchmal

ein Wort, eine Zeile vorgesagt.

Rainer Brambach

Dichter und Gärtner

Manchmal erscheint er im Traum

und redet auf mich ein,

was ich tun, was ich lassen soll.

Er wollte sein wie ein Baum.

 

Erinnerung an die Autoren

der Gruppe 47

Behaltenswert die Orte, wo sie

Jahr um Jahr sich trafen.

Sie lasen vor. Sie kritisierten.

Sie wollten mit der Bachmann schlafen.

 

Hans Bender (Mühlhausen, 1 juli 1919)

 

De Nederlandse televisiemaker, schrijver en beeldend kunstenaar Wim T. Schippers werd geboren in Groningen op 1 juli 1942. Zie ook mijn blog van 1 juli 2007 en ook mijn blog van 1 juli 2008 en ook mijn blog van 1 juli 2009en ook mijn blog van 1 juli 2010.

 

Uit: Barend is weer bezig

Barend

Pollens, wat een kleefkracht. Zo, die zit. Even nawrijven… Klaar. (bekijkt tevreden het resultaat) Wat een feestelijk gezicht. (leest) Pollens, wat ga ik hard! (kijkt ons vergenoegd aan) en vanavond, dus straks als het ware, dus om (kijkt op horloge) pakweg kwart voor tien op de kop af, het woord zegt het al, zal ik schitteren in mijn show die mijn naam draagt: ‘Barend is weer bezig!’ Barend, dat ben ik dus. Dit voor de kijkers die dit nog niet konden weten. U kijkt natuurlijk, want op het andere net is toch niks. Verder kunt u mij na afloop schrijven hoe fantastisch of het was. Nu, ik moet stoppen, de show roept. Ik reken op u, reken daar op. (kijkt weer naar de sticker) Mooie sticker, hè, prachtig istie gewoon… (opent autoportier, wil instappen)

Fred Haché komt onderhandelend met VPRO-chef Arie Kleijwegt uit de villa, laatstgenoemde overhandigt Fred een pak bankbiljetten; Fred krijgt Barend bij diens Saab in de gaten

Fred

(stuift op Barend af) Zeg Barend, wat is dát nou weer! Ben je nou helemaal gek geworden?! Ben je nou helemaal gek geworden!? Wat is dat voor maffe sticker met jou d’r op. Haal d’r af! Bah, wat moeten de mensen wel denken.

Barend

Hoezo? We hadden toch afgesproken dat jij niet meer mee zou doen? Nou dan.

Fred

Waaat? Daar weet ik niets van. Jij kunt helemaal geen show maken in je eentje. Bah, daar komt niets van terecht. Daar komt niets van in.

Barend

Jawel hoor. Komt best in orde! Kijk maar om kwart voor tien. (stapt in en scheurt weg, het grint spat hoog op, de heer Kleijwegt die moeilijkheden bespeurend naderbij gekomen is, wordt zowat aangereden)”

 

Wim T. Schippers (Groningen, 1 juli 1942)

 

De Urugayaanse schrijver Juan Carlos Onetti werd geboren op 1 juli 1909 in Montevideo. Zie ookmijn blog van 1 juli 2007 en ook mijn blog van 1 juli 2008 en ook mijn blog van 1 juli 2009en ook mijn blog van 1 juli 2010.

 

Uit: Der Schacht (Vertaald door Jürgen Dormagen)

“Vor einer Weile ging ich im Zimmer umher, und plözlich fiel mir auf, daß ich es zum erstenmal sah. Da sind zwei Pritschen, schiefbeinige Stühle ohne Sitzfläche, von der Sonne vergilbte, Monate alte Zeitungen, die statt Scheiben vor das Fenster geheftet sind.

Ich ging mit nacktem Oberkörper auf und ab, war es leid, seit dem Mittag herumzuliegen und in der verfluchten Hitze zu schnaufen, die das Dach sammelt und jetzt, immer gegen Abend, ins Zimmer ergießt. Ich ging mit den Händen auf dem Rücken, hörte die Schlappen auf den Fliesen klatschen

und roch abwechselnd an meinen beiden Achselhöhlen. Ich bewegte den Kopf einatmend von einer Seite zur anderen, und dadurch entstand auf meinem Gesicht, ich fühlte es, eine angeekelte Grimasse. Das unrasierte Kinn schabte mir Åber die Schultern.

Ich erinnere mich, daß ich mir zunächst etwas Einfaches vorgestellt habe. Eine Prostituierte zeigte mir ihre linke Schulter, gerötet, mit abgeschürfter Haut, und sagte:

»Wenn das keine Schweinehunde sind. Zwanzig jeden Tag, und keiner rasiert sich.«

Sie war eine kleine Frau, mit spitz zulaufenden Fingern, und sie sagte es, ohne sich zu entrüsten, ohne laut zu werden, in demselben gezierten Tonfall wie bei der Begrüßung an der Tür. Ich kann mich nicht an das Gesicht erinnern; ich sehe nur die Schulter, aufgescheuert von den Bartstoppeln, die

immer gegen diese eine Schulter gerieben hatten, nie die rechte, die gerÇtete Haut und die darauf zeigende Hand mit den schlanken Fingern.

Danach schaute ich aus dem Fenster, abwesend, und versuchte herauszufinden, wie das Gesicht der Prostituierten war. Die Leute im Hof erschienen mir widerwärtiger denn je.

Da war, wie immer, die dicke Frau, die im Trog Wäsche wusch und Åber das Leben und den Händler an der Ecke murrte, während der Mann vornüber gebeugt, das weißgelbe Halstuch baumelte vor der Brust, Mate trank. Der Junge kroch auf allen vieren herum, Hände und Maul dreckverschmiert. Er hatte nur ein hochgerutschtes Hemd an, und beim Anblick seines Hinterns mußte ich denken, wie es Menschen gab, eigentlich alle, die imstande waren, für sowas Zärtlichkeit zu empfinden.”

 


Juan Carlos Onetti (1 juli 1909 – 30 mei 1994)


Zie voor nog meer schrijvers van de 1e juli ook
mijn vorige blog van vandaag.