Job Degenaar

 

De Nederlandse dichter Job Degenaar werd geboren in Dubbeldam op 1 november 1952 en bracht zijn jeugd door op het Eiland van Dordrecht. Degenaar deed doctoraal Nederlands (hoofdvak Moderne Letterkunde, bijvakken Filosofie en Zuid-Afrikaanse taal- en letterkunde) in 1983 bij de Universiteit van Amsterdam. Naast zijn schrijverschap werkt hij als docent Nederlands, met name voor hoogopgeleide anderstaligen, in het volwassenenonderwijs in Flevoland. Sinds 1983 schreef hij geregeld gedichten in het literaire vertaaltijdschrift De Tweede Ronde en publiceerde voorts o.m. in Het Liegend Konijn, Poëziekrant, Parool, Standaard der Letteren, Tzum, De Contrabas en in vele bloemlezingen. Ook vertaalde hij met Rob van Essen en Jan Donkers Blackbird singing, een keuze uit de gedichten en liedteksten van Paul McCartney in de periode 1965 – 1999.

 

 

 

Klein Heelal

 

Ik zocht me een plek in het Turkse bad
waar warme mist je huid bewasemt
en fibersterren van kleur verschieten

en steeg op met m’n gedachten
tot ik dacht dat ik niet meer dacht
en de aarde bleef hangen in haar baan

ver van m’n aangekleed bestaan zag ik
mensen verdwijnen waar ze kwamen
stof tussen de hemellichamen

De stoom trok weg in slierten
een vrouw kwam binnen en iets
onstond, ik wist dat ik dat was

 

 

 

Huisbroei

 

Broeipotten en zaailingen
op de Creiler Flora:
zo rood en geel getulpt is het
deze winter niet geweest
Waar was ik al die tijd?

Om precies te zijn niet ik
liet ze broeien dat ze barstten
keerde ze tijdig om hun steel
te rechten, trok bij min vier
alle registers van de lente open

En ik? Ik broeide in het winterlicht
maar glazig op hun verbeelding
noemde ze zonnedochters
met een missie en meer
van dat gestamel

Maar zie, ook zonder mij
staan ze schuchter van
schoonheid in hun kraag
gedoken, niet van kunst
te onderscheiden echt.

 

 

 

Job Degenaar (Dubbeldam, 1 november 1952)