Fernando Pessoa , Willem Brakman, William Butler Yeats, Thomas Heerma van Voss

 De Portugese dichter en schrijver Fernando António Nogueira Pessoa werd geboren in Lissabon op 13 juni 1888. Zie ook alle tags voor Fernando Pessoa op dit blog.

 

 

Listen, Daisy, When I Die, Although
                        On an Orient-bound ship
December 1913
(as Álvaro de Campos)

Listen, Daisy. When I die, although
You may not feel a thing, you must
Tell all my friends in London how much
My loss makes you suffer. Then go

To York, where you claim you were born
(But I don’t believe a thing you claim),
To tell that poor boy who gave me
So many hours of joy (but of course

You don’t know about that) that I’m dead.
Even he, whom I thought I sincerely
Loved, won’t care…. Then go and break

The news to that strange girl Cecily,
Who believed that one day I’d be great….
To hell with life and everyone in it!

 

 

I don’t Know if the Love You Give is Love You Have
                                                            (as Ricardo Reis)

I don’t know if the love you give is love you have
Or love you feign. You give it to me. Let that suffice.
I can’t be young by years,
So why not by illusion?
The Gods give us little, and the little they give is false.
But if they give it, however false it be, the giving
Is true. I accept it, and resign
Myself to believing you.

 

Vertaald door Richard Zenith

 

 

 

Fernando Pessoa (13 juni 1888 – 30 november 1935)

 

De Nederlandse schrijver Willem Brakman werd geboren op 13 juni 1922 in Den Haag. Zie ook alle tags voor Willem Brakman op dit blog.

 

Uit: De grote schok was Rilke

 

“Zijn instrumenten zijn de thema’s liefde, dood en smartelijke herinnering, seine Kunst, seine kostbare Geige.

Zo kon hij onder meer op straat in het kreperen van mensen aan drank, ziekte of armoe, een heel eigen, zo niet eigenzinnige regressie ontdekken, namelijk het ontbreken van ‘der Wunsch einen eigenen Tod zu haben, einen gut ausgearbeiteten Tod’. Zelfs bij de rijken is dat zo, klaagt hij, bij de rijken die zich zo’n eigen dood toch kunnen veroorloven.

Voordat ik hiervan een voorbeeld geef, wil ik nog iets zeggen over het zoëven genoemde duistere en dreigende karakter van de werkelijkheid. De werkelijkheid bij Rilke is typisch een geschreven werkelijkheid, één die ook niet is los te denken van het schrijfproces. Het is een werkelijkheidsbeeld dat ontstaat door eenzelfde mechanisme als schuilgaat achter de droom. Uit veel van zijn brieven blijkt het grote belang dat Rilke hechtte aan de act van het schrijven zelf, het ritueel. Hij was, om het zomaar eens uit te drukken, een schrijver uit zelfbehoud en zo bediende hij zich van een proza op het scherp der snede, op de rand van de gevaarlijke doorbraak. Het was Rilke tegen Rilke. Door de vervormingen, omkeringen, vermommingen en bezweringen plotseling te vermengen met scherpe waarnemingen uit de buitenwereld, ontstonden het barokke, de collage, die zo kenmerkend zijn voor deze schrijver. Ongetwijfeld is het dit heel eigen karakter van de droom, het hermetische, het ‘langsame und abgewandte’, dat mij zo fascineerde, dat ik herkende en dat zijn door anderen zo vaak als moeilijk en donker afgedane taal zo transparant maakte.

Terug naar de eigen dood. Veel mensen, constateert Rilke, produceren wanneer hun tijd gekomen is een vreemd geluid. Een dun, jammerlijk gepiep stijgt uit hen omhoog en op de vraag ‘Wat is dat?’ luidt het antwoord: ‘Dat is de stem van de eigen kleine dood.’ Iets hiervan moeten wij kunnen navoelen, wij, die leven of liever sterven in een tijd die de dood, humaan maar zeer onteigenend, tot aan de laatste snik in pathopon verpakt.”

 

 

 

Willem Brakman (13 juni 1922 – 8 mei 2008)

 

 

 

De Ierse dichter, toneelschrijver en mysticus William Butler Yeats werd geboren in Sandymount bij Dublin op 13 juni 1865. Zie ook alle tags voor William Butler Yeats op dit blog.

 

 

An Irish airman foresees his death

I know that I shall meet my fate
Somewhere among the clouds above;
Those that I fight I do not hate,
Those that I guard I do not love;
My country is Kiltartan Cross,
My countrymen Kiltartan’s poor,
No likely end could bring them loss
Or leave them happier them before.
Nor law, nor duty bade me fight,
Nor public men, nor cheering crowds,
A lonely impulse of delight
Drove to this tumult in the clouds;
I balanced all, brought all to mind,
The years to come seemed waste of breath,
A waste of breath the years behind
In balance with this life, this death.

 

 

 

Woorden

 

Ik dacht een tijd geleden:
‘Mijn lief kan niet begrijpen wat
ik gedaan heb of wat stand hield
in dit blind bitter land.’

En ik werd lusteloos in de zon
tot mijn denken op ging klaren
en ‘k mij herinnerde dat wat ik kon
gedaan werd om het duidelijk te maken;

dat ik elk jaar maar riep: ‘Eindelijk
begrijpt mijn lief dit allemaal
daar ik mijn wasdom heb bereikt
en meester ben over de taal.’

Wat was, had zij aldus besloten,
er afgevallen bij het zeven?
Ik had het pover woord misschien verstoten
en was content geweest met leven.

 

 

Vertaald door J. Eijkelboom

 

 

 

William Butler Yeats (13 juni 1865 – 28 januari 1939)

 

 

 

De Nederlandse schrijver Thomas Heerma van Voss werd geboren in Amsterdam op 13 juni 1990. Zie ook alle tags voor Thomas Heerma van Voss op dit blog.

 

Uit: De kraamafdeling

 

“Sindsdien was er geen dag voorbij gegaan waarop hij niet over haar had gefantaseerd. Elke avond legde hij zijn hoofd op Samantha’s buik om zijn dochter te horen trappen. Bij spelende meisjes op straat stelde hij zich voor dat hij de vader was, hij kocht babykleren, hij zette een wieg in elkaar. Leon stapt verder, een kruispunt over, een winkelstraat door. Hij zou om kunnen keren, niemand zou het merken als hij thuis bleef vandaag. Maar toch blijft hij lopen, hij kan niet anders, het is of iemand anders allang voor hem besloten heeft. Bij de ingang van het ziekenhuis hoort hij: ‘Welkom terug, meneer.’ Met de lift gaat hij naar de tweede verdieping. De eerste keer dat hij hier kwam, schoten de vragen door zijn hoofd. Zou zijn dochter dezelfde ogen hebben als hij? Zijn kaaklijn, zijn neus, zijn voorhoofd – wat zou er allemaal voortleven? Nu stelt hij zichzelf geen vragen meer. Hij controleert alleen of hij zijn Polaroid-toestel bij zich heeft, en of zijn witte jas wel goed uit het zicht is. Op de gangen ruikt het naar ontsmettingsmiddel. Een lucht waarbij Leon vanzelf begint te grijnzen. Zoals sommigen bij het ruiken van gras denken aan een ontspannen zondagmiddag, zo wordt hij elke keer gerustgesteld als hij de ziekenhuisgang ruikt. Even voelt het precies zoals de eerste keer dat hij hier kwam, even is het alsof zijn dochter weer op het punt staat geboren te worden en alles gewoon zal gaan zoals hij in zijn hoofd heeft. Zo onopvallend mogelijk loopt hij de gang door. Langs de kamer met couveuses, langs half gesloten deuren waarachter allerlei geluiden door elkaar klinken. Het gegil van vrouwen die bezig zijn moeder te worden, het gehuil van baby’s die ongevraagd op deze wereld worden gezet. Leon wurmt zich tussen de artsen en toekomstige ouders door.”

 

 

 

Thomas Heerma van Voss (Amsterdam, 13 juni 1990)

 

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 13e juni ook mijn blog van 13 juni 2012 deel 1 en ook mijn blog van 13 juni 2012 deel 2 en bovendien mijn blog van 13 juni 2011 deel 2 en eveneens deel 3.