Paul Celan, Marcel Beyer, Max Goldt, Jennifer Michael Hecht, Sipko Melissen, Henri Borel

De Duits-Roemeense dichter Paul Celan werd onder de naam Paul Antschel op 23 november 1920 geboren in Czernowitz, toentertijd de hoofdstad van de Roemeense Boekovina, nu behorend bij de Oekraïne. Zie ook alle tags voor Paul Celan op dit blog.

 

Die Silbe Schmerz

Es gab sich Dir in die Hand:
ein Du, todlos,
an dem alles Ich zu sich kam. Es fuhren
wortfreie Stimmen rings, Leerformen, alles
ging in sie ein, gemischt
und entmischt
und wieder
gemischt.

Und Zahlen waren
mitverwoben in das
Unzählbare. Eins und Tausend und was
davor und dahinter
größer war als es selbst, kleiner, aus-
gereift und
rück- und fort-
verwandelt in
keimendes Niemals.

Vergessenes griff
nach Zu-Vergessendem, Erdteile, Herzteile
schwammen,
sanken und schwammen. Kolumbus,
die Zeit-
lose im Aug, die Mutter-
Blume,
mordete Masten und Segel. Alles fuhr aus,

frei,
entdeckerisch,
blühte die Windrose ab, blätterte
ab, ein Weltmeer
blühte zuhauf und zutag, im Schwarzlicht
der Wildsteuerstriche. In Särgen,
Urnen, Kanopen
erwachten die Kindlein
Jaspis, Achat, Amethyst – Völker,
Stämme und Sippen, ein blindes

E s  s e i

knüpfte sich in
die schlangenköpfigen Frei-
Taue –: ein
Knoten
(und Wider- und Gegen- und Aber- und Zwillings- und Tau-
sendknoten), an dem
die fastnachtsäugige Brut
der Mardersterne im Abgrund
buch-, buch-, buch-
stabierte, stabierte.

 

EENMAAL,
toen hoorde ik hem,
toen wies hij de wereld,
ongezien, nachtlang,
werkelijk.

Een en Oneindig,
ontwricht,
ichten.

Licht was. Redding.

 

Vertaald door Frans Roumen

 

 
Paul Celan (23 november 1920 – 20 april 1970)

 

De Duitse dichter, schrijver en essayist Marcel Beyer werd op 23 november 1965 in Tailfingen / Württemberg geboren. Zie ook alle tags voor Marcel Beyer op dit blog.

 

Staub

Und was ist Staub, will ich dich manchmal
fragen, wenn abends jemand einen Augenblick
auf die Terrasse tritt, wenn er die Fußmatte
am Steingeländer ausklopft, mit kurzen Armen
und mit überzeichnetem Gesicht (Staub ist

doch da, und Staub umgibt uns. Ich
höre ihn, den Putz, die Borsten kratzen, und
weiter unten bellt

der Hund), Staub ist nicht Haare, wenn ein
Dachshund wieder still ist, Staub ist nicht
Schuppen toter Haut, wenn jemand seine Läden
mit der Ferse schließen will, ist auch nicht
Trockenlaub und Lehm, wenn sich davon nichts
mehr erkennen läßt. Was ist das, frage ich dich
manchmal, wenn ich die Staubwolke, den Schatten
sehe, über die Wäscheleinen, den Kamin und
dann, noch immer Schatten, über die Antennen
hin. Staub ist im Blauen, Luft, und meine
Frage, Staub in den Himmel, bis es dunkel ist.

 

Schnee

Meinst du am Ende die Möwen, die Stiefel nachts
auf der Mole, nachts in den Schnee? Triest oder
Turku, Turku, Triest – wo sind die Flocken, wo
die Figuren, unsere Sohlen, was treten sie fest?

Meinst du den Lichtschein am Rand, die Tiefe,
meinst du den Blick, die offene See? Kein
Schnee, Schnee, Kot, Kaugummi, Eis, und
kein Schnee – Schneefall ist alles, was ich noch
weiß, blau sind die Hände, blau ist der Rest.

 

 
Marcel Beyer (Tailfingen, 23 november 1965)

 

De Duitse schrijver en muzikant Max Goldt (pseudoniem van Matthias Ernst) werd geboren op 23 november 1958 in Weende (nu Göttingen). Zie ook alle tags voor Max Goldt op dit blog.

Uit: Die Radiotrinkerin

“Wie gut, daß ich ein Künstler bin!
Habe also eine Tür beschmiert und habe die Ehre, das teuer bezahlt zu bekommen. Man will eine Schule nach mir benennen? Nun denn, wenn sie im feinsten Viertel liegt – an mir soll es nicht liegen! Wie gut, daß ich ein Künstler bin!
Man stelle sich bloß einmal vor, ich wäre statt dessen ein Richter. Hilfs- und Hauptschöffen sowie Verteidiger würde ich sofort des Saales verweisen, damit ich nicht nur den vermaledeiten Angeklagten, sondern auch Zeugen und Sachverständige tüchtig anschreien könnte. Wenn mir einer schief gescheitelt, übel parfümiert oder in ungenehmigtem Hemde daherkäme, würde ich ihn umgehend zum Tode verurteilen, sei er auch nur Windelveruntreuer oder sonstwie lapidar. Gnadengesuchsteller würde ich nur auslachen und, statt Gnade zu gewähren, Likör trinken. Massenmörder hingegen würde ich frei herumlaufen lassen, wenn sie mir nur eine Spur sympathisch oder nützlich erschienen. Läge z. B. bei mir zu Hause irgendeine Reparatur an, würde ich den Massenmörder fragen, ob er mir das wohl schnell mal machen könnte, und schon wäre er auf freiem Fuß. Könnte er nicht, schösse ich ihn auf der Stelle nieder, da könnte er noch so nett dreinschauen. Niemand hierzulande würde einen solchen Richter wie mich gutheißen. Wie gut, daß ich nicht Richter bin!
Als Lehrer, der ich glücklicherweise auch nicht bin, wäre ich freilich keinen Deut besser. Statt Deutsch würde ich die Kinder selbstausgedachte Idiome lehren und frank und frei behaupten, der Mensch stamme vom Kaktus ab. Nach dem Unterricht würde ich die reizenderen unter den Schülern mit nach Hause nehmen und sie mit für Jugendliche völlig ungeeignetem Lesestoff oder sogar entsprechenden Abbildungen konfrontieren.“

 

 
Max Goldt (Weende, 23 november 1958)

 

De Amerikaanse dichteres en schrijfster Jennifer Michael Hecht werd geboren op 23 november 1965 in New York. Zie ook alle tags voor Jennifer Michael Hecht op dit blog.

 

Funny Strange

We are tender and our lives are sweet

and they are already over and we are
visiting them in some kind of endless
reprieve from oblivion, we are walking
around in them and after we shatter
with love for everything we settle in.

Thou tiger on television chowing,
thou very fact of dreams, thou majestical
roof fretted with golden fire. Thou wisdom
of the inner parts. Thou tintinnabulation.

Is it not sweet to hand over the ocean’s
harvest in a single wave of fish? To bounce
a vineyard of grapes from one’s apron
and into the mouth of the crowd? To scoop up
bread and offer up one’s armful to the throng?
Let us live as if we were still among

the living, let our days be patterned after
theirs. Is it not marvelous to be forgetful?

 

Fear Of Flying

Why did the chicken cross the road? When
in disgrace with fortune and men’s eyes, to get
to the other side. But when she is feeling better,
she ambles lighter and for lesser causes. Sometimes
just to shift her feathers. You can not really die
by cause of riding high, by cause of passing well
from one encounter to the next, from sign to sign.
Roll, red faced, like planets roll, fat in the dream
of time. You can not die by cause of riding
high, though you may feel it. Why did the chicken
put feet to the street? To survive it. The road
is long, but it is not wide. You can live through it.
Even unwebbed toes tread the moat, we note,
and laugh on the other side.

 

 
Jennifer Michael Hecht (New York, 23 november 1965)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Sipko Melissen werd geboren in Scheveningen op 23 november 1944. Zie ook alle tags voor Sipko Melissen op dit blog.

Uit: Jonge mannen aan zee

‘We komen bij een open veld. Bundels afgesneden riet liggen aan de rand hoog opgetast. Het besef dat hier wel eens mensen komen verhoogt de spanning. We lopen achter elkaar langs de rand van het veld en komen bij een stukje grasland dat tot aan het water doorloopt. Een klein schiereiland. Verder kunnen we niet. In de hoek, onder een groepje hazelaars, een ronde rieten schuilhut met puntdak. We staan tegenover elkaar. De zon schuin boven ons. Een spanning die door taal opgeheven zou kunnen worden, maar we spreken niet. Ik hoor Andreas ademen door de neus. Terwijl onze voeten langzaam wegzakken in het drassige grasland blijven we elkaar aankijken alsof we op een teken wachten. De wereld lijkt te zijn opgeheven. Mijdrecht en Vinkeveen zijn lichtjaren van ons verwijderd. Als Andreas een stap naar voren doet, doe ik alsof ik hem zou willen ontwijken. Hij heeft mijn schouders al beet en hij gromt. Dit is geen worstelen, dit is iets anders. We rollen over elkaar. Hij drukt mij tegen de grond en mijn rug wordt nat. Ik voel zijn zwembroek tegen de mijne schuren. We staan op en met zijn ene hand pakt hij mijn pols beet en met de andere grijpt hij in mijn kruis. Hij lacht. Zijn lichaam lacht. Ik probeer ook hem te grijpen, maar hij weet mij van zich af te houden. Dit is een spel, een onschuldig spel waarbij niet gesproken wordt, in een niemandsland. Ik loop achter Andreas aan en even later staan we in de rieten schuilhut, tegenover elkaar.”

 


Sipko Melissen (Scheveningen, 23 november 1944)
Cover 

 

De Nederlandse dichter, schrijver en journalist Henri Jean Francois Borel werd geboren in Dordrecht op 23 november 1869. Zie ook alle tags voor Henri Borel op dit blog en ook mijn blog van 23 november 2010.

Uit: Het jongetje

“Hij bewaarde zorgvuldig allerlei lokjes haar en bloempjes en briefjes, en kon dikwijls met trots zijn verzameling bekijken.
Het Jongetje was een meisjesgek, zeiden ze, en het was waar, dat hij overal meisjes naliep, en overal heenging waar hij dacht dat ze zijn zouden.
Meisjes waren iets heel vreemds en geheimzinnigs voor hem. Ze waren zoo heel anders dan jongens. Ze hadden zulk mooi haar. Zoo lief waren ze. Ze liepen zoo veel zachter. Haar japonnetjes waren zoo mooi, en voelden zoo heerlijk aan, zoo van zijde en satijn en allemaal zachte dingen. Haar altijd schoone handen, haar stemmen zoo klaar en lief, haar beweging zoo blij en lucht ! –
Je moet voor haar vechten, en haar altijd overal helpen, en straffen wie haar kwaad doet. Ze zijn misschien eigenlijk engelen. Wat het was, wist het Jongetje niet, maar voor ieder meisje had hij een heiligen eerbied en tegelijk een verlangen om er heel lief-samen mee to zijn, en allemaal zachte dingen tegen to zeggen, en bloemen to brengen, en er iets voor to doen wat ze wou. Misschien kwam het van ’t vele lezen in ridderverhalen en in Aimard, maar altijd was die reverentie in hem gebleven, ook toen hij grooter werd en op school zooveel vreemde dingen hoorde, waar hij zoo nieuwsgierig naar was, maar die hij weer heelemaal vergeten was bij een meisje. Daarom vooral zei ik, dat Paul nog een heel erg Jongetje was gebleven al droeg hij een lange broek, En ik ben de eenige die dat absoluut kan weten. –“

 
Henri Borel (23 november 1869 – 31 augustus 1933)
In Indë in 1896

 

 Zie voor nog meer schrijvers van de 23e november ook mijn blog van 23 november 2014 deel 2.