Dolce far niente
Amsterdam, Gemeentearchief vanaf de Weesperzijde
Uit: Amsterdam bij dag en nacht
“Evenals ’t licht zich ’t allereerst aan den uitersten rand van den gezichteinder vertoont, zóó ontwaakt ook ‘het leven’, de bedrijvigheid het eerst aan den zoom der stad.’t Is nog donker op den Sloter- en Amstelveenschen weg en de Weesper- en Utrechtsche zijden dommelen in grauw en nevelig duister. Op Y en Amstel glinstert ’t maanlicht nog over ’t ijs of spiegelt in de wakken, maar van alle kanten komen reeds ‘de boeren’ naar Amsterdam; zij brengen voedsel naar de slapende stad; voor hen is ’t reeds dag en werktijd.
Ziet! daar naderen ze van Sloten, uit de polders, van Ouwerkerk en van Amstelveen. Met wagens en karren komen ze aangereden, – de groenteboeren het eerst; zij brengen kool, wortelen, rapen en meer andere wintergroenten voor de groenmarkt en lokken de negotianten uit het warme bed, naar de Prinsengracht. Dáár komen de kinderen Israëls hun te gemoet; zij hebben den naam van ‘vroeg op te staan’ – maar ze doen ’t ook in werkelijkheid. Als er wat te verdienen is zijn zij, met loffelijken ijver, bij de hand, vóór anderen; zij duwen hun handkar voort en – moeder de vrouw zit er in! Waarom zou ze niet rijden? ’t Kost niets meer en straks zal ze nog genoeg moeten loopen, als ze haar groenten gaat uitventen, want ‘moeder’ loopt even hard met de savooie kool of rapen, als ‘vader’ met Hoornsche wortelen en uien.
Na de groenten, de melk.
De melkboeren komen iets later naar stad, maar toch zijn ze van vijf uur af al op weg, omdat tusschen vijf en zes uur de ‘tollen’ open zijn. Achter en naast elkander rijden ze voort tot aan het ‘Stuivertje,’ op den hoek van de Vondel- en Stadhouderskade; dáár wordt ’s morgens vroeg en ook tegen den avond, de melkmarkt gehouden. Alles en iedereen is daar druk in de weer; vóór de klok zes uur heeft geslagen wordt in ‘het Stuivertje’ reeds geloofd en geboden, gebitterd en gegeten, gekibbeld en weer vrede gemaakt.
De opkoopers wachten in die herberg de boeren af en voorzien zich van de noodige hoeveelheid melk die zij, op hunne beurt weer, aan de ‘slijters’ over doen. Veel buiten-boeren gaan zelf met hun wagens de stad in en enkelen onder hen bedienen zelfs particulieren, die liever niet van de Amsterdamsche melk-inrichtingen koopen, omdat ‘hun boer’ geen duinwater in zijn melk doet. – Gelukkig dat de kikkersloten niet klappen!”
Justus van Maurik (16 augustus 1846 – 18 november 1904)
Amsterdam, Overtoom. Vanaf de Stadhouderskade tot ongeveer bij de Anna Vondelstraat werd de Overtoom tot oktober 1901 de Vondelkade genoemd. Justus van Maurik werd geboren in Amsterdam.
Op 12 augustus 1955 overleed de Duitse schrijver Thomas Mann. Zie ook mijn blog van 12 augustus 2010 en eveneens alle tags voor Thomas Mann op dit blog.
Uit: Tagebücher
„St. Moritz, Donnerstag, den 20. VII 1950
Gut geschlafen wie auch K.. Bad und Theefrühstück. Ausbleiben von Post, scheinbares Versagen des Dolder-Concierge. Brief an Direktor Kraehenbühl. Unabhängig hiervon die Frage ob Franzl antworten wird. Das Waldhaus, wohin sein Brief gehen würde, schickt getreu. Er wird wohl nicht wissen anzufangen und in seinen Schriftzügen werden ja nicht seine Augen sein, la forza de suo bel viso. – Michelangelos Gedichte beschäftigen mich nachhaltig. Ich möchte darüber schreiben. Diese sinnlich-übersinnliche Liebeskrankheit, diese phantastische Aufgewühltheit, die immer das Verfallensein an das Schöne als Liebe zu Gott und dem Geistigen deutet, diese Kraßheit der Schilderung der eigenen Häßlichkeit, des eigenen Lebenselends halten mich gewaltig fest.
Het landhuis in Bad Tölz, van 1909 tot 1917 in het bezit van de familie Mann
Das erotisch aushaltende Alter, das unbezähmbare Verfallensein an schöne Augen. – Das Wetter bedeckt und kühl. Kleine Heiz-Sonne im Zimmer – Schrieb etwas am Kapitel weiter. (Besteigung des Felsens). – Schöne Spaziergänge vormittags und gegen Abend mit K. .- Die Mäntel kamen gute englische Ware. – Sah Michelangelos Bekenntnisse weiter an in Gedanken an einen Aufsatz. – Geschichte der Päpste. – Ein paar Postkarten. Ausbleiben von Post, fast ganz, im Allgemeinen und im Besonderen. Wüsste der Junge in der weißen Jacke, wie ungeduldig ich bin, ein paar Worte von ihm in Händen zu haben, er würde sich etwas mehr beeilen! – Die Küche hier ist vorzüglich. – K. rief Frau Ninon Hesse an abends.“
Thomas Mann (6 juni 1875 – 12 augustus 1955)
Hier in zijn werkkamer in Californië
De Duitse dichter en schrijver en germanist Hans-Ulrich Treichel werd geboren op 12 augustus 1952 in Versmold. Zie ook alle tags voor Hans-Ulrich Treichel op dit blog en ook mijn blog van 12 augustus 2010.
Uit: Anatolin
„Abfahrt Berlin Hauptbahnhof 12.37 Uhr. Ankunft Kutno 17.07 Uhr. Der Berlin-Warszawa-Expreß war reservierungspflichtig. Ich hatte einen Platz an der Abteiltür reserviert, da ich sowohl im Flugzeug als auch in der Bahn zu Beklemmungen neige, wenn ich nicht am Gang beziehungsweise an der Abteiltür sitze. Neben mir war zudem frei, so daß ich mich auf eine entspannte Reise freuen konnte. Mir gegenüber saß eine ältere, ganz in Schwarz gekleidete Dame und daneben ein junges, unübersehbar verliebtes Pärchen. Der junge Mann mit seinem strohig-blonden Haar, den vollen Lippen und melancholischen Augen gefiel mir. Und das Mädchen, das eine sehr tief sitzende Jeans, eine viel zu kurze Bluse und eine Perle im Bauchnabel trug, ebenfalls. Die beiden redeten unentwegt miteinander, allerdings auf polnisch, was ich schade fand, ich hätte sie gern ein wenig belauscht. Und wenn sie nicht redeten, dann küßten sie sich, was weder die ältere Dame noch mich störte. Im Gegenteil. Wäre ich der junge Mann gewesen, dann hätte ich das Mädchen auch geküßt. Ich fand es sehr anziehend, zumal sie mich beim Küssen einige Male durch den Vorhang ihrer brünetten Haare unverhohlen anschaute und anscheinend nichts dagegen hatte, daß ich den beiden bei ihren Zärtlichkeiten zusah.
Ich bemühte mich trotzdem, mich auf meine eigenen Angelegenheiten zu konzentrieren, und blätterte zuerst im Fahrplanheft, holte dann meine Lektüre aus der Tasche und breitete sie auf dem Sitz neben mir aus. Der Zug fuhr laut Plan über Frankfurt/Oder, Rzepin, Poznan und Konin nach Kutno. Konin kannte ich aus den Papieren meiner Eltern. Hier hatten sie im anuar 1945 ihr erstes Kind Günter auf der Flucht vor den Russen zurücklassen müssen, waren danach in einen Wald geflüchtet und schließlich für ein Jahr in einem polnischen Arbeitslager interniert worden.“
Hans-Ulrich Treichel (Versmold, 12 augustus 1952)
De Italiaanse schrijver, satiricus en journalist Stefano Benni werd geboren op 12 augustus 1947 in Bologna. Zie ook alle tags voor Stefano Benni op dit blogen ook mijn blog van 12 augustus 2010.
Uit:The Story of First-Aid and Beauty Case (Vertaald door Chad Davidson Marella Morris)
“You do know how to drive a motorcycle, don’t you?”
At that, First gave a real story-worthy smile, blasted a cloud of gasoline vapors and took off zigzagging down the wrong side of the road. Those who saw him that day said he was doing at least one-hundred and seventy-five an hour. The power of love! They heard the noise of that tornado that came through, but saw nothing more than the light from a shooting star. First took curves so tightly that instead of getting gnats in the face, he had to be careful of earthworms. And Beauty wasn’t the slightest bit scared. On the contrary, she cried out in joy. It was then that First understood she was the love of his life.
When they arrived in front of Beauty’s house, First reared up the motorcycle and Beauty flew off through the window, right into the living room armchair. Her mom saw her sitting there and said:
“Where were you? I didn’t even hear you come in!”
In that same moment, they heard First coming to a stop against the roll-up door of a filling station. He got up: the motorcycle had lost one wheel and the gastank. No big deal. He filled up his mouth with gas and left for home on one wheel spitting mouthfuls of gas every now and then into the carburator.
He stretched out on his bed and declared to four cockroaches: “I’m in love.”
“And who with?” they asked.
“With Beauty Case.”
“Hot chick,” said the cockroaches in chorus (around those parts cockroaches spoke colorfully).
The next night, First and Beauty Case went out again together. After thirty seconds First asked if he could kiss her. Beauty Case gulped down her ice cream.
They began kissing at nine fifteen and according to various witnesses the first to take a breath was First at two in the morning”.
Stefano Benni (Bologna,12 augustus 1947)
De Nederlandse schrijver Marcellus Emants werd op 12 augustus 1848 in Voorburg geboren. Zie ook alle tags voor Marcellus Emants op dit blog en ook mijn blog van 12 augustus 2010.
Uit: Inwijding.
“Nog nooit had Theodoor zo intens de gewaarwording gehad van heel, heel gelukkig te zijn. Een opwindende blijheid lag over zijn denken als kleurophelderend vernis over de verven van een schilderij en die blijheid doorzong zijn vertederd gevoelen als verre muziek het zachte suizen van een woud.
Het winnen van Tonia’s liefde was een triomf voor hem geweest en zo machtig heerste in zijn gemoed het zaligend besef van dit triomferen, dat het al wat hij deed en ondervond doordrong. In de melancholicus wordt elke ervaring tot een leed, omdat hij zich er niet tegen opgewassen voelt; in Theodoor werden nu al de dingen van zijn leven tot genietingen, omdat hij zich steeds voelde zegevieren. In zijn dorste werkzaamheden had hij plezier; onder de hinderlikste wrijvingen van moeder en zuster kon hij blijmoedig blijven; opgeruimd voorkomend en zelfs deelnemend bewoog hij zich onder tijdgenoten op de soos of in deftiger gezelschap op viezietes, vergaderingen, dienees. Altoos en overal was ’t hem, of hij een kostbaar kleinood met zich omdroeg, een kleinood, dat hij, onbespied en onvermoed door jaloers afkeurende blikken, in zich borg, een talisman, die hem onkwetsbaar zou maken voor de grievendste teleurstellingen van het leven en die elk maatschappelik sukses zou verhogen tot een dubbele zege.
En dit gevoel van gelukkig te zijn maakte hem gezond en krachtig tevens. Hij verbeeldde zich nu pas rustig aan zijn carrière te kunnen gaan arbeiden, wijl hij zich nu eerst niet anger hoefde te bekreunen om kwellende behoeften van lichaam en gemoed. Soms vroeg hij zich af, hoe ’t mogelik was, dat hij zulk een heerlikheid had gevonden: een vrouw, die van hem hield, die zo gans en al naar zijn smaak was, die in geen enkel opzicht zijn vrijheid belemmerde, die hem nooit in opspraak zou brengen, die naar geen verandering haakte. En als hij zich dan bekennen moest, dat het toeval hem gediend had en hij met recht een geluksvogel mocht heten, dacht hij toch ook altijd weer met pedanterie aan zijn takt; want zonder die takt – daar twijfelde hij geen sekonde aan – zou zij nooit zo smoor verliefd op hem zijn geworden.”
Marcellus Emants (12 augustus 1848 – 14 oktober 1923)
Cover
De Japanse dichter, romancier en essayist Naoki Higashida werd geboren op 12 augustus 1992 in Kimitsu. Zie ook alle tags voor Naoki Higashida op dit blog.
Uit:The Reason I Jump (Vertaald door David Mitchell)
“When you look at something, what do you see first?
So how do people with autism see the world, exactly? Us, and only us, can ever know the answer to that one! Sometimes I actually pity you for not being able to see the beauty of the world in the same way we do. Really, our vision of the world can be incredible, just incredible…You might reply, “But the eyes we all use to look at things work the same way, right?” Fair enough, you may be looking at the exact same things as us, but how we perceive them appears to be different. When you see an object, it seems that you see it as an entire thing first, and only afterwards do its details follow on. But for autistic people, the details jump straight out at us first of all, and then only gradually, detail by detail, does the whole image sort of float up into focus. What part of the whole image captures our eyes first depends on a number of things. When a colour is vivid or a shape is eye-catching, then that’s the detail that claims our attention, and then my heart kind of drowns in it, and we can’t concentrate on anything else. Every single thing has its own unique beauty. People with autism get to cherish this beauty, as if it’s a kind of blessing given to us. Wherever we go, whatever we do, we can never be completely lonely. We may look like we’re not with anyone, but we’re always in the company of friends”
Naoki Higashida (Kimitsu, 12 augustus 1992)
Zie voor de schrijvers van de 12e augustus ook mijn blog van 12 augustus 2015 en ook mijn blog van 12 augustus 2011 deel 1 en eveneens deel 2.