Margot Vanderstraeten

De Belgische schrijfster en journaliste Margot Vanderstraeten werd geboren in Zonhoven op 9 december 1967. Zij ging naar school (kleuter- en lager onderwijs- in Meulenberg, Houthalen. Ging daarna naar drie middelbare scholen, de laatste werd het internaat Agnetendal in Peer. Vanderstraeten deed vervolgens een studie vertaler Frans-Spaans aan het Hoger Instituut voor Vertalers en Tolken in Antwerpen. Aanvankelijk werkte ze freelance voor reclamebureaus en tijdschriften zoals Steps, de Gazet van Antwerpen en Trends, later verschenen haar stukken vooral in De Standaard en De Morgen. Naast haar journalistieke werk schrijft ze fictie. Ze won in 2003 als prominente het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Voor haar roman” Alle mensen bijten “ ontving zij in 2003 de Debuutprijs. Haar roman “Mise en Place” werd in 2009 genomineerd voor de Halewijnprijs. In 2014 verscheen “Het vlindereffect”. In 2009 kreeg de schrijfster een column op de voorpagina van dagblad De Morgen, in een beurtrol met Hugo Camps. Haar non-fictieboek “Mazzel Tov” (2017), over haar periode als gouvernante bij een orthodox-joodse familie werd bekroond met De Prijs voor het religieuze boek 2017 van de Vereniging der Uitgevers van de Katholieke Periodieke Pers. Momenteel schrijft zij vooral diepte-interviews voor deze krant. Ook schrijft ze columns voor Feeling, Gentleman en Boekenkrant. Sinds 2009 is ze lid van de raad van de Nederlandse Taalunie.

Uit:Het vlindereffect

“Ze zijn westers gekleed, inclusief honkbalpet en sportieve horloges. De ene draagt een donkere jeans en een zwart t-shirt, de andere een cargobroek en een grijs t-shirt met lange mouwen. Ze hebben het soort vest aan dat je bij de kampeerwinkel kunt kopen en dat zowel duur als winddicht is. Bij hen zal het vooral kogelvrij zijn. Om hun schouders spant een bolle rugzak. Ze klemmen kalasjnikovs vast. Ik weet niet wat er gebeurt. Er gebeurt niets en veel tegelijk. Het is zoals wanneer je de trein neemt. Je zit in je stilstaande wagon. Op het spoor naast je zet een andere trein zich in beweging, en heel even ben je in de war en weet je niet of jij het bent die voor- of achteruitbolt, of het treintoestel naast je. Alleen door je ogen pijlsnel op een vast punt recht voor je te richten, krijg je uitsluitsel. Ik heb geen vast punt. Het ene moment liggen Theo, Jacky en ik te genieten op onze ligbedden, het volgende schieten we rechtovereind. Nog een nanoseconde later zitten we ineengedoken achter een brede struik met dicht loof waaraan botergele bloemen groeien. Vraag me niet of Theo ons naar deze plek achter de ligstoelen, tegen de zijwand van het hotel, heeft getrokken, of dat Jacky of ik de aangever was. Theo heeft in ieder geval nog de reflex gehad om zijn rugzak vanonder zijn stoel te grissen. Die van Jacky, én mijn handtas, liggen nog naast de stoelen, waar ook mijn notitieblokje is achtergebleven. Gehurkt achter de struik, met mijn trillende armen om de jongens heen geslagen, denk ik: wat ik hier zie, is niet echt. We wonen – dat zal het zijn – een filmopname bij zonder dat we daarvan op de hoogte werden gesteld. Mumbai is India’s filmstad en een hotel als dit is het ideale decor voor een vete of romance. Ik ken al deze Bollywood-acteurs en -actrices natuurlijk niet, dat is logisch. Wat weten wij van India, behalve dat het land Gandhi heeft voortgebracht en dat Gandhi dan weer Ben Kingsley heeft voortgebracht?”

 
Margot Vanderstraeten (Zonhoven, 9 december 1967)