Lennaert Nijgh, Anton Tsjechov, Romain Rolland, Olga Tokarczuk, Germaine Greer, Mirjam Müntefering, Serap Çileli, Gert Hofmann, Muna Lee, Johann Gottfried Seume

De Nederlandse tekstdichter, columnist en schrijver  Lennaert Nijgh werd geboren in Haarlem op 29 januari 1945. Nijgh maakte vooral naam als tekstdichter voor Boudewijn de Groot, een jeugdvriend met wie hij opgroeide in Heemstede. Ze bleven bevriend, al gingen ze elk naar een andere middelbare school in Haarlem. Hun eerste samenwerking was in een 8mm filmpje dat Lennaert Nijgh maakte en waarin Boudewijn de Groot twee liedjes zong. Dat De Groot in de jaren ’60 kon uitgroeien tot protestzanger en troubadour van de flower power had hij mede te danken aan de teksten van Nijgh. Hun eerste hit was Meisje van 16, een vertaling van Charles Aznavour (“Un enfant de seize ans“). De tweede, Welterusten Meneer de President, vestigde de naam van De Groot als protestzanger. Nijgh schreef niet exclusief voor Boudewijn de Groot. Hij schreef en vertaalde musicals en maakte liedteksten voor tal van Nederlandse artiesten: Astrid Nijgh (zijn eerste vrouw), Cobi Schreijer, Jasperina de Jong, Liesbeth List, Ramses Shaffy, Jenny Arean, Flairck en Rob de Nijs. Een kleine greep uit de bekendste liedjes: Malle Babbe, Jan Klaassen de Trompetter, Dag Zuster Ursula, Ik doe wat ik doe, Pastorale en Avond dat in 2005 verrassend eindigde als nummer 1 in de Top 2000 van Radio 2. Nijgh heeft bijna zijn hele leven geschreven, op periodes na waarin hij leed aan een writer’s block. In de omgeving van Haarlem is hij ook bekend geworden door zijn columns in het Haarlems Dagblad. Hij schreef meerdere boeken (waaronder zijn debuutroman Tobia) en draaide zijn hand niet om voor minder in het oog springend werk. Zo beschreef Nijgh drie jaar voor zijn dood onder de titel Met Open Mond de 150-jarige geschiedenis van Van der Pigge, een drogisterij in Haarlem waar het boek nog steeds te koop is. Eind 2002 stierf Lennaert Nijgh na een kort ziekbed op 57-jarige leeftijd. Op de Oude Groenmarkt in Haarlem is een standbeeld voor hem opgericht.

 

Ze zijn niet meer als toen

Tot nu toe was het nooit geheel volmaakt,
verbrande steden en een volk om voor te sterven,
een tomeloze liefde, een derde die het kon bederven,
tot nu toe was het nooit geheel volmaakt.

Er is gezegd: er komen andere tijden,
er is gevochten voor een nieuw fatsoen.
Er is niet geluisterd naar wat anderen zeiden,
ik heb geen zin het nog eens over te doen.

Het is nu beter al je vrienden maar te mijden,
ze veranderen snel en zijn niet meer als toen.

De grote waarheid is intussen achterhaald,
wat vroeger wet was, is nu bij de wet verboden,
de ouderen zijn niet meer zoals vroeger halve goden
en de vis wordt ook niet meer zo duur betaald.

Natuurlijk zijn er mensen die nog lijden
en vrede is nog steeds een visioen.
Het is geen tijd om nu je bedje al te spreiden,
al zijn er mensen die dat nu al doen.

Het is dus beter al je vrienden maar te mijden,
ze veranderen snel en zijn niet meer als toen.

Maar denk in godsnaam niet dat we er al zijn,
er moet zowel het een en ander nog gebeuren.
En het blijft vechten hoewel de anderen niet ophouden met zeuren
dat het vroeger beter was, zo rustig en zo fijn.

Dat zijn je vrienden die eertijds altijd zeiden
dat zij het later anders zouden doen.
Ze wilden zich van elk gezag bevrijden.
Nu doen ze niets, ze houden hun fatsoen.

Het is dus beter deze vrienden maar te mijden,
ze veranderen snel en zijn niet meer als toen.

Morgen is het weer zoals vandaag
het lijkt veranderd, maar jullie weten beter.
Al wordt de grond intussen onder jullie voeten heter,
jullie rekenen niet af, je bent te traag.

Er is gezegd er komen andere tijden,
er is gevochten voor een nieuw fatsoen.
Er is niet geluisterd naar wat anderen zeiden,
ik heb geen zin het nog eens over te doen.

Daarom heb ik besloten jullie maar te mijden,
jullie zijn hetzelfde, geen vrienden meer als toen.

 

 

Lennaert Nijgh / Boudewijn de Groot

 

 

Nijgh

Lennaert Nijgh (29 januari 1945 – 28 november 2002)

 

De Russische schrijver Anton Tsjechov werd geboren op 29 januari 1860 in Taganrog, een havenstad in Zuid-Rusland. Zie ook mijn blog van 28 januari 2007.

 

Uit: Ein Ereignis

 

“Es ist Morgen. Durch die Eisblumen auf den Fensterscheiben fällt das helle Sonnenlicht in die Kinderstube.

Wanja, ein etwa sechsjähriger Junge, kurz geschoren, mit einer Nase wie ein Knopf und seine Schwester Nina, ein vierjähriges pausbäckiges, für sein Alter etwas kleines Mädchen, erwachen und schauen sich durch die Gitter ihrer Bettchen böse an. »Ja, schämt Ihr Euch denn nicht?« brummt die Wärterin, »alle braven Leute haben schon Thee getrunken, und Ihr könnt immer noch nicht die Augen aufkriegen . . .«

Die Sonnenstrahlen tanzen heiter auf dem Teppich, den Wänden und dem Kleide der Wärterin. Als lüden sie ein, mit ihnen zu spielen. Aber die Kinder bemerken es nicht; sie sind heute übler Laune beim Erwachen. Nina wirft die Lippen auf, macht ein saures Gesicht und fängt an zu greinen: »Thee–e–e! Marie! The–e!«

Wanja zieht die Stirne kraus und grübelt, ob er nicht auch einen Grund zum Heulen finden könnte; er blinzelt schon mit den Augen und öffnet den Mund, in diesem Augenblick schallt aus dem Salon die Stimme der Mutter: »Daß nicht vergessen wird, der Katze Milch zu geben! Sie hat jetzt Junge . . .«

Wanja und Nina machen lange Gesichter und sehen einander fassungslos an, dann schreien sie beide zugleich auf, springen aus den Betten und laufen mit lautem Geschrei barfuß und im bloßen Hemd in die Küche. »Die Katze hat Kinder«! rufen sie. – »Die Katze hat Kinder!«

In der Küche steht unter der Bank die kleine Kiste, in der Stephan sonst die Kohlen für den Kamin aus dem Keller heraufträgt. Aus der Kiste guckt die Katze hervor. Ihr graues Frätzchen drückt die äußerste Ermüdung aus. Die grünen Augen mit den schmalen schwarzen Pupillen blicken resigniert und sentimental. Man sieht es ihr an, daß zur Vollständigkeit ihres Glückes bloß »Er« fehlt, der Vater ihrer Kinder, dem sie so rückhaltlos ergeben ist! Sie versucht zu miauen, öffnet das Maul weit, aber aus der Kehle kommt nur ein heiserer Ton . . . Man hört das Quieken der Jungen.”

 

Tsjechov

AntonTsjechov (29 januari 1860 – 15 juli 1904)
Portret uit 1889

 

De Franse schrijver Romain Rolland werd geboren op 29 januari 1866 in Clamecy. Zie ook mijn blog van 28 januari 2007.

 

Uit: Au seuil de la dernière porte, Entretiens sur les Évangiles

 

“Durant les cinq ans de captivité, où la vie était comme obstruée, elle refluait vers ses sources. J’ai rouvert mes vieux grands livres : Homère, Beethoven, les Évangiles.

Je n’avais point relu ceux-ci, depuis l’enfance. Je les nommais : « l’Évangile », sans distinguer entre les quatre bouches annonciatrices de la Bonne Nouvelle. Il m’en restait des souvenirs fragmentés, mal liés ensemble, mais très vivants. Ce furent même les doutes émis sur cette vie authentique par les rationalistes de notre temps qui ont réveillé en moi sa présence. Car à quelques doutes que puisse mener l’étude philologique des textes, je trouve d’une incroyable pauvreté psychologique ceux qui n’ont vu dans ce grand drame humain qu’un jeu de symboles et d’allégories, une crise abstraite de l’esprit, procédant de l’idée théologique au fait réel inventé et doutant que Jésus ait jamais existé.

Ce dont je suis sûr, au contraire, comme de ma propre existence, c’est de celle de Jésus. Son humanité m’est attestée par les beaux récits, naïfs, sincères, des Évangiles, que jamais un abstracteur de quintessence idéologique n’eût pu inventer : car ils abondent en traits spontanés et imprévus, comme l’apparence de faits dans la nature ; et tantôt ils livrent des faiblesses des narrateurs, que ceux-ci étaient les seuls à connaître, tantôt les grandes paroles qu’ils transmettent passent trop haut par-dessus leurs têtes, pour qu’elles aient pu sortir de leurs âmes probes, mais timorées.”

 

rolland

Romain Rolland (29 januari 1866 – 30 december 1944)

 

De Poolse schrijfster Olga Tokarczuk is in Sulechów, dichtbij Zielona Góra, geboren op 29 januari 1962. Zie ook mijn blog van 28 januari 2007.

 

Uit: Playing Many Drums

 

Sipping his drink of fine Polish vodka the stewardess brought him, he remembered the dream he’d had the night before his trip (according to the school of psychology he represented, dreams were the litmus test of reality). He had dreamed of a crow, and in the dream he had played with the big black bird. One could say – yes, he had the courage to admit it to himself – that he had petted the bird, like a little puppy. In his school’s symbolical system, the crow represented change, something new and good. He ordered another drink.

The airport in Warsaw was surprisingly small and draughty. He congratulated himself on having brought his cap with the ear flaps, a souvenir from his trips to Asia. He caught sight of his Beatrice immediately. Small and pretty, she was standing at the exit holding up a card with his name on it. They got into a tiny, beat-up car and she told him the plan for the coming week while nervously driving him around the sad, sprawling space of the city. Today was Saturday, a free day on the schedule. They would have dinner together and he could rest. Tomorrow was Sunday – a meeting at the university with students. (Yes, she said suddenly, it’s a little nerve-wracking right here. He looked out the window but didn’t notice anything in particular). Then a lecture to a psychology journal, then dinner. On Monday, if he wanted, a tour of the city. On Tuesday he had a meeting with psychiatrists at some institute; he was in no state of mind to remember the specific names of these places. On Wednesday they would drive to the university in Cracow. Professor Andrews’ school of psychology enjoyed great respect there. On Thursday, Auschwitz – he had requested that himself. To be in Poland and not go to Auschwitz… Then on Thursday evening they would return to Warsaw. On Friday and Saturday there were all-day workshops for practical psychologists. On Sunday, the flight home.“

 

Olga

Olga Tokarczuk (Sulechów, 29 januari 1962)

 

De Australische literatuurwetenschapper en publiciste Germaine Greer werd geboren in Melbourne op 29 januari 1939. Zie ook mijn blog van 28 januari 2007.

 

Uit: Whitefella Jump Up: The Shortest Way To Nationhood

 

“Observers of white Australian life are struck by the degree of segregation between the sexes, which cannot be explained by the prevailing mores of the countries they came from. Aboriginal society, too, is deeply segregated; men and women are used to spending long periods in the company of their own sex. The more important the occasion and the larger the gat
hering, the more likely it is that women will gather in one area and men in another, just as white Australian men gather round the beer keg, leaving the women to talk among themselves. One explanation of the Australian mania for sport of all kinds is that sport is the only remaining area of human activity that is still rigorously segregated.

Australian English is studded with Aboriginal words; the unmistakable intonation and accent bear the imprint of Aboriginality. The Anglo-Celt settlers came with Scotch and Irish brogues, and the burrs of provincial England. The Australian accent bears scant resemblance to any of these. When I first heard blackfellas speak, I stupidly thought that they were imitating the way whitefellas speak, which just shows how upside-down gubbas’ assumptions can be. The transfer must have happened the other way about; the broad flat vowels, complex diphthongs and murmuring nasalities of spoken Australian English must have come to us from Aboriginal languages.”

 

Greer

Germaine Greer (Melbourne, 29 januari 1939)

 

De Duitse schrijfster Mirjam Müntefering werd geboren op 29 januari 1969 in Neheim. Zie ook mijn blog van 28 januari 2007.

Uit: Luna und Martje

 

„Luna führt sie ins Wohnzimmer, dessen Wände wiederum tapeziert sind mit Büchern. Selbst die große Fensterfront, um den Rahmen der Tür herum sind Regale gezogen, in denen sie sich zu Dutzenden und Hunderten tummeln.
Martje steht staunend mitten im Raum.
„Hat dein Schlafzimmer auch so viele Bücherregale?“, erkundigt sie sich und bereut im gleichen Augenblick, auch nur den Gedanken zu dieser Frage gefasst zu haben. Luna scheint amüsiert.
„Nein, so viele nicht. Es sind nur ein paar ganz wenige dort. Die, die dorthin gehören.“
„Welche Bücher gehören denn, um Himmels Willen, ins Schlafzimmer?“, entfährt es Martje.
Sie sehen sich an und wenden sich beide verlegen ab.
„`Der Löwe ist los´ zum Beispiele“, räuspert Luna sich. „Oder `Der kleine dicke Ritter´. Meine alten Kinderbücher eben, die ich rübergerettet habe in mein Erwachsenenleben.“
Martje hätte gern eine Bratpfanne zur Hand, um sie sich selbst gegen die Stirn zu schlagen.
Welche Bücher gehören denn ins Schlafzimmer?
Wie kann sie nur so was fragen?
Und jetzt diese Stille“.

 

Muentefering_Miriam

Mirjam Müntefering (Neheim, 29 januari 1969)

 

De Turks-Duitse dichteres en schrijfster Serap Çileli werd geboren op 29 januari 1966 in Mersin. Zie ook mijn blog van 28 januari 2007.

 

Unbeantwortete Fragen der Demokratie

 

Was verschleierst du, meine Schwester?
Die Wunden deiner Erfahrungen und Erinnerungen?
Deine Wut und Hass im Bauch?
Deine stummen Schreie?
Deine wahre Natur?

Was ist es, wonach du suchst, meine Schwester?
Nach den angeborenen Rechten des Individuums?
Nach einer würdigen und gleichberechtigten Welt?
Nach einem Leben ohne Nötigung?
Nach einer Welt, also, die es nicht gibt?

Wonach sehnst du Dich?
Nach Liebe, Geborgenheit und Zuneigung?
Wovon träumst du, meine Schwester?
Nach Freude am Leben und Hoffnung ohne Leid?
Wonach hungern deine Seele und dein Herz?
Nach Vergessen oder Gerechtigkeit?

Wach auf, meine Schwester, mach Dich frei.
Wach auf und sei der du bist.

 

serap-cileli

Serap Çileli (Mersin, 29 januari 1966)

 

De Duitse schrijver Gert Hofmann werd geboren op 29 januari 1931 in Limbach in Sachsen. Zie ook mijn blog van 28 januari 2007.

 

Uit: Die kleine Stechardin

 

Einmal, vor vielen, vielen Jahren, stieg der Professor Lichtenberg in seinen Rederock und wollte mal vors Haus. Er wollte das Wetter kennenlernen. Weil er eitel war, hatte der Rederock versilberte Knöpfe. Von denen verlor er gern einen. Dann kroch er in seiner Wohnung im Gotmarstraßenflügel herum und rief: Wo ist er wieder hin? Beim Kriechen, zwischen den Stühlen hindurch, wurde es dann deutlich: Er hatte einen Buckel! Beschreiben wir ihn schnell!

Der Buckel war enorm!

Lichtenberg selber kann nicht viel größer als einen Meter dreiundvierzig gewesen sein. So zog er durch die Welt. So zog er um sein Haus herum und aus der Stadt hinaus. Er kam aber immer wieder. Manchmal trug er einen Hut, meistens trug er keinen. Sie nannten ihm “ein Kerlchen wie ein Kobold” oder “unsere Kröte”.

 

hofmann

Gert Hofmann (29 januari 1931 – 1 juli 1993)

 

Zie voor onderstaande schrijvers ook mijn blog van 28 januari 2007.

De Amerikaanse schrijfster Muna Lee werd geboren op 29 januari 1895 in Raymond, Mississippi.

De Duitse schrijver en dichter Johann Gottfried Seume werd geboren op 29 januari 1763 in Posema, Sachsen-Anhalt.