Roland Jooris

De Vlaamse dichter Roland Jooris werd geboren in Wetteren op 22 juli 1936. Jooris debuteerde in 1956 in post-experimentele stijl met de bundel “Gitaar”. Ook “Bluebird” uit 1957 lag in dezelfde lijn. Daarna volgde er een tienjarige rustperiode. Hij verdiepte zich in die periode in de hedendaagse beeldende kunst, zoals pop art, colourfield painting en vooral het werk van Roger Raveel, Raoul De Keyser, Lucassen, Elias en tijdgenoten. Over zijn vrienden-schilders zou hij later de essays Raoul De Keyser (1972) en Raveel en Beervelde (1978) publiceren. In 1967 exposeerde hij te Gent een doos met teksten die hij samen met Raoul De Keyser en Anton De Clerck had vervaardigd: “Een verpakte gedachte”. Twee jaar later werd hij door toedoen van Daniël Van Ryssel redacteur van Yang. Zijn volgende bundel, “Een komsumptief landschap” (1969) verscheen als vierde nummer in de pas opgerichte Yang Poëziereeks. Jooris ging van dan af met poëzie en beschouwingen over plastische kunst meewerken aan de tijdschriften Kreatief en Revolver. De bundels “Laarne” (1971) en “Het museum van de zomer” (1974) verschenen eveneens in de Yang Poëziereeks. Ondertussen had hij in 1972 het bundeltje “More is less” uitgegeven, waarin naast poëzie ook zeefdrukken van Raoul De Keyser waren opgenomen. In 1977 verscheen “Bladstil” (in 1981 bekroond met de Interprovinciale Prijs) en in 1978 de verzamelbundel Gedichten 1958-1978. In 1976 werd aan Roland Jooris de tweejaarlijks poëzieprijs van De Vlaamse Gids toegekend. Zijn verzamelbundel werd in 1979 bekroond met de Nederlandse Jan Campert-prijs. Jooris was tot april 2005 conservator van het Roger Raveelmuseum in Machelen.

De werkelijkheid van poëzie

Is het een uitgelopen
vlek, een godvergeten blad,
van inkt de opvlucht
in een pennentrek, een

vlezig prevelen
dat geen betekenis
ontbloot

zijn woorden
plots weer struikelblokken
in de stem, strompelt
de taal waar zij
van vliegen
droomt

 

Najaar

Voel hoe het paard
zich schurkt aan de paal
naast het zwart dat ik
uitwis en volkras

ook het veld is doordrenkt
van een zwart dat zilt
van de grond en van
inkt is

van ranzig paars
een smaak in het bezinksel
van de lucht
bewaard

 

Impromptu

Het knoestig gerucht
van takken binnen de hoge
spiegel, in de korte
zon

de schaarse, grintloze
stappen

de parketvloer
het kille
stof

het potlood

de dag die hij vol
potloodstrepen
trekt

 
Roland Jooris (Wetteren, 22 juli 1936)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *