Libris Literatuurprijs voor Bernard Dewulf
De Vlaamse dichter, schrijver en columnist Bernard Dewulf heeft de Libris Literatuurprijs 2010 gewonnen met zijn novelle Kleine dagen. Juryvoorzitter Hans Wijers maakte dat maandagavond bekend in het Amstel Hotel in Amsterdam. Aan de prijs is een bedrag van 50.000 euro verbonden. Kleine dagen bestaat uit een een reeks columnachtige stukken waarin de schrijver zijn eigen dagelijkse omgeving, zijn vrouw, zijn kinderen, zijn huis en zijn tuin beschrijft. Bernard Dewulf werd geboren op 30 januari 1960 in Brussel. Zie ook mijn blog van 30 januari 2009.
Uit: Kleine dagen
“Er groeit een vrouw in mijn huis. Een-twee-drie is ze vijf geworden. Op een ochtend kwam ze de keuken binnen. Ze zei dag en het was anders. Ze gaf een zoen en hij verschilde. Haar haar hing los, ze had een rokje aan en daaronder lange kousen. Daarin waren haar benen gestegen en ze stapte, ik zocht in verwarring het woord, pront. Parmantig. Koket. Er was iets opgeschoven in haar. Samen met de lengte van haar benen. Ik stond ernaar te kijken: zo dus groeit er een vrouw in mijn huis. Later zal ik misschien zeggen: ik heb jou zien worden. Ik heb jou uit de grond van een vrouw zien komen. Op een dag kwam je de keuken binnen, toen zag ik het beginnen.”
(…)
„De tram wiegt ons door een onbegrijpelijk mooie dag. Dag meisje in de tram met het ijsje in de lente. En de beentjes bengelend in het niets van het geluk. Zullen we vragen of hij doorrijdt en eindeloos rondjes maakt in vandaag? De gekke tram van 3 april 2005, die maar bleef rijden met dat meisje en die man aan boord. Morgen in de krant.“
Bernard Dewulf (Brussel, 30 januari 1960)
De Nederlandse dichteres Ida Gerhardt werd geboren in Gorinchem op 11 mei 1905. Zie ook mijn blog van 11 mei 2009. en mijn blog van 11 mei 2008 en ook mijn blog van 11 mei 2007, mijn blog van 11 mei 2006 en mijn blog van 4 mei 2006.
Kwatrijn I
’s Nachts wakker in het uitgestorven huis
hoorde ik het bezig water van de sluis.
Toen riep men mij met name – twee, drie maal.
Een slaan van luiken en een groot geruis.
Christus als hovenier
Zij dacht dat het de hovenier was. Joh. 20:15
Eén Rembrandt kende als kind ik goed:
de Christus met de grote hoed
wandelend in de ochtendstond.
En, naar erbij geschreven stond:
Hij was de hovenier.
En nòg laat ik mijn tranen gaan
als in de gaarde ik Hem zie staan,
en – wat terzijde – in stille schrik
die éne, zij die dacht als ik:
Het was de hovenier.
O kinderdroom van groen en goud —
géén die ontnam wat ik behoud.
De laatste hoven naderen schier
en ijler wordt de ochtend hier.
Hij is de hovenier.
Vernomen tijdens een onweer
Vijf vuurstenen gaf ik u in de hand:
een harde jeugd, die ziel en ribben treft,
een sterk talent, in eenzaamheid beseft:
aanstoot blijft het voor vrienden en verwant.
Het ongeëerd zijn in uw eigen land.
Dat zich de minste boven u verheft.
Vijf oerstenen: vijf kansen die ik gaf.
Mijn wet is: kwarts of kwarts en hard op hard.
Vuur schuilt in stenen, van de schepping af.
Het slaapt tot het wakker wordt getart.
Ida Gerhardt (11 mei 1905 – 15 augustus 1997)
De Spaanse schrijver Camilo José Cela werd geboren op 11 mei 1916 in Iria Flavia. Zie ook mijn blog van 11 mei 2007 en ook mijn blog van 11 mei 2008 en ook mijn blog van 11 mei 2009.
Uit: The Family of Pascual Duarte (Vertaald door Anthony Kerrigan)
“I AM NOT, sir, a bad person, though in all truth I am not lacking in reasons for being one. We are all born naked, and yet, as we begin to grow up, it pleases Destiny to vary us, as if we were made of wax. Then, we are all sent down various paths to the same end: death. Some men are ordered down a path lined with flowers, others are asked to advance along a road sown with thistles and prickly pears. The first gaze about serenely and in the aroma of their joyfulness they smile the smile of the innocent, while the latter writhe under the violent sun of the plain and knit their brows like varmints at bay. There is a world of difference between adorning one’s flesh with rouge and eau-de-cologne and doing it with tattoos that later will never wear off . . .
I was born a great many years ago, a good fifty-five at least, in a small village lost in the province of Badajoz. It lay, that village, some two leagues from Almendralejo, squatting athwart a road as empty and endless as a day without bread, as empty and endless — an emptiness and endlessness that you, luckily for you, cannot even imagine — as the days of a man condemned to death.
It was a hot and sunlit village, rich enough in olive trees, and (begging your pardon) hogs, its houses so bright with whitewash that the memory of them still makes me blink, a plaza all paved with cobblestone, and a fine three-spouted fountain in the middle of the plaza. No water had flowed from the three mouths of the fountain for some years before I left the village, and yet it was elegant, and a proud symbol in our eyes; its crest was topped with the figure of a naked boy, and the basin was scalloped around the edges like the shells of the pilgrims from Santiago de Compostela. The town hall stood at one side of the plaza; it was shaped like a cigar box, with a tower in the middle, and a clock in the tower; the face of the clock was as white as the Host raised during Mass, and its hands were stopped forever at nine o’clock, as if the town had no need of its services but only wanted it for decoration.”
Camilo José Cela (11 mei 1916 – 17 januari 2002)
Standbeeld in Padrón, Spanje
De Oostenrijks-Roemeens-joods-Amerikaanse dichteres Rose Ausländer werd geboren in Czernowitz op 11 mei 1901. Zie ook mijn blog van 11 mei 2007 en ook mijn blog van 11 mei 2008 en ook mijn blog van 11 mei 2009.
Sprache
Halt mich in deinem Dienst
lebenslang
in dir will ich atmen
Ich dürste nach dir
trinke dich Wort für Wort
mein Quell
Dein zorniges Funkeln
Winterwort
Fliederfein
blühst du in mir
Frühlingswort
Ich folge dir
bis in den Schlaf
buchstabieren deine Träume
Wir verstehn uns aufs Wort
wir lieben einander
Prag
Immer träume ich nach Prag
immer kam etwas dazwischen
Zeitnot Krankheit Krieg
Kafka stand
vor dem Hradschin
verirrter Himmelsbote
Ich schwöre
beim heiligen Franz
ich kann die Mauern
nicht durchbrechen
die Zauberkünste schlafen
Dort träumen Dichter
ihre Wunder
Gut mit ihnen
Kirschen essen
Trauert Prag
um meinen Traum?
Mein Traum
trauert um Prag
Rose Ausländer (11 mei 1901 – 3 januari 1988)
Zie voor nog meer schrijvers van de 11e mei ook mijn vorige blog van vandaag.