Adriaan Roland Holst, Maarten Biesheuvel, Lydia Rood, Jane Kenyon, Susan Cooper, Michaël Vandebril

De Nederlandse dichter Adriaan Roland Holst werd geboren op 23 mei 1888 in Amsterdam. Zie ook alle tags voor Adriaan Roland Holst op dit blog.

 

Eerste lentedagen

O, zaligheid dier eerste lentedagen –
Als van de uren, dart’lende doorleefd
In zacht verleden, elk de beelden geeft
Van wat in jong’re vreugd mijn oogen zagen.

’t Bloeiende gras waarin wij spelend lagen,
’t Warm leven voelende dat samenweeft
Wolken en velden wijl de wind aanzweeft
Wuivend de geuren die haar vleug’len dragen.

De zón was als een vriend voor mijmering
En alle droomen die hem anders vluchten
Naar troost in avondscheem’ring’s koele schoot.

En als de zaal’ge dag verdwijnen ging
En ’t westen doofde, breidde door de luchten
Wijdere liefde◡over liefde die vlood.

 

Wees altijd zacht voor hen…

Wees altijd zacht voor hen die eenzaam staan
Omdat zij grooter zijn dan die hen tarten,
O, laat de dorst dier onbegrepen harten
Niet zonder laving langs uw leven gaan.

En zien zij al uw vreugden donker aan,
En breekt hun zwijgen soms een woord dat hard en
Wreed klinkt – bedenk dan hun gespannen smarten,
Zij zelven weten van hun trots de waan.

Diep woelt in hen ’t onzegbare verlangen
Naar warmte, zacht omhelzen en de lange
Streelingen van een vrouw, die spraakloos mint,

En zij die de eenzame dit heeft gegeven
Verbrandt zijn duister in haar warme leven,
En in zijn vreugde voelt zij zich weer kind.

 

Herleving

Een rotsenstijgering in ’t goud geslagen
Van klimmend zonvuur, dat in ’t Oost het land
Houdt in een wijdomcirkelende brand
Van vlammen die de lichte ruimten schragen.

En dáár, op ’t hoogtepunt, waar wijde vlagen
’t Scherpe eind omwaaien van den rotsenrand,
Laait fel mijn hart in stormbewogen hand
Van vuur geheven in het licht der dagen.

Daar in het wind-doorwaaide, lichte en wijde
Leven der ruimte zal mijn leven zijn
Van wereldhartstocht in ’t beweeg der heem’len
En ik zal brengen al ’t verwarrend weem’len
Van ’t aardsche in mij voor den lichten schijn
Waar altijd liefde is en altijd strijden.

 

 
Adriaan Roland Holst (23 mei 1888 – 5 augustus 1976)
Portret door Ernst van Leyden, 1963

 

De Nederlandse schrijver Maarten Biesheuvel werd geboren in Schiedam op 23 mei 1939. Zie ook alle tags voor Maarten Biesheuvel op dit blog.

Uit: Reis door mijn kamer

“Wilt u iets weten over het bureaublad waaraan ik werk? Goed, ik vertel het u. U kunt meteen doorlezen, maar voor mij gaan er twee hele dagen voorbij, twee dagen dichter bij mijn kist en kuil, ik ben me daar altijd terdege van bewust en vraag me voortdurend af: Waarom ben ik er eigenlijk? Hoe? En hoelang nog? Het is een wonder. Mijn hart heeft al miljoenen malen geslagen, mijn nieren hebben een gigantisch reservoir urine verwerkt, mijn voeten hebben al honderden kilometers afgelegd en nog altijd sterf ik niet. Hoe durft iemand derhalve zomaar een mugje dood te slaan? Ook een mugje heeft een orgaan om zuurstof in zijn bloed te krijgen, een hartje, bloed en zelfs vleugels, die wij niet hebben.)
Dat bureaublad is eigenlijk geen onderdeel van een echt bureau, maar een tekentafel die ik al vanaf mijn zevende jaar ken. Mijn vader werkte in en na de oorlog als archivaris op de grote scheepswerf in Schiedam en daar werden tekeningen gemaakt voor schepen en onderzeeërs. Ik herinner me hoe mijn vader mij, toen ik zeven was, zijn burelen liet zien. Ook toonde hij me een geweldig grote zaal waarin wel honderdentwintig schuinopstaande tekentafels stonden en er waren evenveel stoeltjes; ik was er hoogst van onder de indruk. Daarop werden hele schepen of delen van schepen ontworpen. Mijn moeder vroeg mijn vader eens om een houten blad van een bij twee meter dat ze op tafel kon leggen bij haar werk, zodat ze het gewone tafelblad niet zou beschadigen. Mijn moeder heeft namelijk altijd veel naai- en verstelwerk aan jurken en kostuums verricht om een beetje bij te verdienen (bepaald rijk waren mijn ouders niet). Ze knipte patronen uit damestijdschriften of ze kocht ze in de stad in een winkel, tegelijk kocht ze vele meters stof, thuis legde ze de patronen op de stof en met een radeerwieltje maakte ze, de haast onontwarbare streepjeslijnen op de stukken papier volgend, honderden kleine putjes in de stof, het werden grillige lijnen, mijn moeder trok die haast onzichtbare lijnen over met een dun krijtje en dan knipte ze de stukken stof, die ze aan elkaar ging naaien, uit. Ik heb haar daarbij vaak geholpen en had grote achting voor haar omdat ik meende zelf nooit zulk werk aan te zullen kunnen.”

 

 
Maarten Biesheuvel (Schiedam, 23 mei 1939

 

De Nederlandse schrijfster en columniste Lydia Rood werd geboren op 23 mei 1957 in Velp. Zie ook alle tags voor Lydia Rood op dit blog.

Uit: De ideale secretaresse

Mijn secretaresse komt binnen zonder iets in zijn handen, aan zijn gezicht kan ik zien dat hij iets op zijn lever heeft. Ik zeg hem te gaan zitten.
Na wat keelschrapen en loze praatjes komt hij ter zake:
”Ik kom je eigenlijk vertellen dat ik wegga.’
Ik verkil tot op het bot. Zijn werk is prima, ik kijk graag naar hem, hij voorkomt dat ik blunders maak, ik voel me bij hem geborgen. En nu zou hij vertrekken? Dat kan ik niet toestaan. 

‘Waarom?’ vraag ik neutraal.
‘De baan is niet helemaal wat ik ervan verwachtte,’ zegt hij, en iets in zijn stem doet me doorvragen.
 Wat had je dan méér verwacht?’
‘Laten we zeggen… samenwerking op een iets persoonlijker basis’.
Ik haal verlicht adem. Dit lijkt me geen probleem dat niet op te lossen valt. Als dat alles is, hou ik hem wel binnenboord.
Dus ik word streng:’Hoe had je je dat dan voorgesteld?’
Hij laat zich op zijn knieeën vallen naast mijn stoel en omknelt mijn kuit.
Hij legt zijn wang, die licht stoppelig aanvoelt, tegen mijn scheenbeen en stamelt: ‘Vanaf de eerste dag wacht ik erop dat je mij… voor iets anders zult roepen dan brieven, en contracten, en afspraken, en vergaderingen. Je weet niet hoeveel moeite het me kost hier in de kamer vlak naast je te zitten en mijn fatsoen te bewaren…. terwijl ik er alleen maar aan kan denken hoe zacht je huid is en hoe fier je borsten en hoe rond je schouders, en hoe je haar, als ik het losmaak, daaroverheen zal vallen, en hoe ik je overal zal likken en strelen als ik de kans krijg….’ ‘Kom, sta op,’ zeg ik koel. ‘Dit lijkt me een probleem dat makkelijk te verhelpen is. Kleed je uit.

 

 
Lydia Rood (Velp, 23 mei 1957)

 

De Amerikaanse dichteres en vertaalster Jane Kenyon werd geboren op 23 mei 1947 in Ann Arbor, Michigan. Zie ook alle tags voor Jane Kenyon op dit blog.

 

Having It Out With Melancholy

1. FROM THE NURSERY

When I was born, you waited
behind a pile of linen in the nursery,
and when we were alone, you lay down
on top of me, pressing
the bile of desolation into every pore.

And from that day on
everything under the sun and moon
made me sad — even the yellow
wooden beads that slid and spun
along a spindle on my crib.

You taught me to exist without gratitude.
You ruined my manners toward God:
“We’re here simply to wait for death;
the pleasures of earth are overrated.”

I only appeared to belong to my mother,
to live among blocks and cotton undershirts
with snaps; among red tin lunch boxes
and report cards in ugly brown slipcases.
I was already yours — the anti-urge,
the mutilator of souls.

 

 
Jane Kenyon (23 mei 1947 – 22 april 1995)

 

De Britse schrijfster Susan Cooper werd op 23 mei 1935 geboren in Buckinghamshire. Zie ook alle tags voor Susan Cooper op dit blog.

Uit: The Magician’s Boy

„It was an odd little play. One of the people in it was Father Christmas, but all he had to do was introduce the other characters to the audience. These were the wicked Dragon, who loved fighting; the Turkish Knight, who fought the Dragon but could never beat him; and the Doctor, who was there in case anyone was wounded. And of course there was the hero, Saint George.
The Boy was especially proud of the way he made Saint George kill the Dragon, at the end. The wounded Dragon staggered round in a circle, puffed out three clouds of white smoke, jumped up in the air and fell down dead. (The white smoke was really chalk dust, puffed by the Boy from a little pipe.) The watching children always cheered at this, so the Boy was pleased. It wasn’t magic, but it was the next best thing.
One Christmas, the Magician and the Boy went to perform at a family party given by a Mr. and Mrs. Pennywinkle, in a grand stone house as big as a castle.
“Mr. Pennywinkle is a very important person!” said the Magician, frowning at the Boy. “Everything must be perfect!”
The Magician was a very tall man, with a beaky nose, black eyebrows like doormats, and a bristly mustache. He was alarming when he frowned.
The Boy said, “Yes, Master! Of course!” He gave the magic wands an extra polish, he shampooed the rabbits, and he repainted the trees on the back wall of the puppet theatre stage.
And off they went to the party.”

 

 
Susan Cooper (Buckinghamshire, 23 mei 1935)
Cover 

 

De Vlaamse dichter Michaël Vandebril werd geboren op 23 mei 1972 in Turnhout. Vandebril studeerde rechten. Zie ook alle tags voor Michaël Vandebril op dit blog.

 

Las Belgas

wij zullen blijven
glijden in de onderbuik
van uw glorieuze geheugen

honderd jaren verdroegen wij
uw achterwerk uw krant
uw koffer met dromen

we schoven samen in het heden
een schuivend onderkomen
van vage mensengeuren

u wacht nu moderne makelij
terwijl wij moe
en versleten achterblijven

als een oude koningin
van een grillig land
dat op ons lijkt –

klaar voor de grote sloop
(god glimlacht
en kiest zijn uur)

ons glanzende hout zal dienen
om vlees te grillen
met ons laatste vuur

 

 
Michaël Vandebril (Turnhout, 23 mei 1972)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e mei ook mijn blog van 23 mei 2015 deel 2.