Alexis de Roode, Martin van Amerongen, Benjamin Cheever, Jakob Arjouni, André Theuriet, Nikolaus Becker

De Nederlandse dichter Alexis de Roode werd geboren op 8 oktober 1970 in Hulst. Zie ook mijn blog van 8 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Alexis de Roode op dit blog.

 

De bergtoppen van de geest

Uitgenodigd door hemzelf om voor te komen lezen
in Watou, zat ik plots aan tafel met de echte Komrij,
een ouderwetse grote geest, laten we wel wezen,
bereid mij alles te onthullen over kunst en poëzij.

Met de Nederlandse poëzij had hij niet veel,
zei hij. Dat ging meteen al goed. Ik hoorde eng’len zingen,
was betoverd, en door Sint Bernardus zag ik alles scheel,
maar trachtte dieper in ‘t mysterie door te dringen.

‘Er is veel ongezien leed,’ zei hij en keek mij in de ogen.
Het werd duisterder om ons heen, ik was een naaktslak
die een haas naliep, een bergpad op. Ergens in den hoge,

ver boven de aarde ging een lichtend landschap open
en ik wist niet of ik ‘s mans mysterie aangeraakt had,
of een soort verliefd was, of eenvoudig straalbezopen.

 

Berceuse

Zie mij aan met zachte ogen.
Bewaar voor later het doffe staren,
de kalme taxatie, de gêne
die wegkijkt en afglijdt.
Kom, leg je oog op mijn oog.

Open de zwarte poort en laat mij
dwalen in het donker, een rondgang
langs de ramen en de muren van je hart.
Dan zal ik zachtjes voor je zingen,
een liedje van de wint en het wezen
van de dingen.

En ik zal je aanzien met zachte ogen.
Daal af in mijn zwarte domein.
Je zult daar veilig zijn.

 

 

Fotografisch geleugen

Ik heb iets tegen snelportretten
de kiekjes van een zoutpilaar
genomen met een direct-klaar.
Te vaak, te vlug, te korte metten

wordt zicht in korrels afgebroken
om te vergelen, eindloos stranden
uit aangedane snuisterlanden
te pasfoto, -getrouwd, -ontloken.

Spontaan door prentenier bestolen
van tere wenken evenwicht
aan welk het eeuwig licht beloofd.

Wie alles klakkeloos gelooft
wordt standaard lachend opgelicht.
Het vogeltje klikt beetgenomen.

 

Alexis de Roode (Hulst, 8 oktober 1970)

 

De Nederlandse schrijver en journalist Martin van Amerongen werd geboren op 8 oktober 1941 in Amsterdam. Zie ook mijn blog van 8 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Martin van Amerongen op dit blog.

 

Uit: Bach voor ongelovigen

 

“Johann Sebastian Bach, de Harp des Heeren bijgenaamd, beluisterde eens, in het gezelschap van zijn zoon Wilhelm Friedrich, een van zijn eigen religieuze composities.

‘Het is een wonder!’ mummelde Bach jr. en wierp een bewonderende blik op zijn vader.

‘Ja, Friede’, zei Bach sr., ‘muziek is de taal van God.’

Wie zal het wagen de oprechte religiositeit in twijfel te trekken van de componist van de Mattheus Passie, het Weihnachtsoratorium en de cantate ‘Herr Gott, dich loben allen wir’? Trouwens, heel Europa was in die tijd christelijk, op een handvol, over de diverse getto’s verspreide joden na. Alles wat er muzikaal, literair, architectonisch, picturaal en filosofisch onder het publiek werd gebracht was zwaar door het christendom gestimuleerd en gesubsidieerd, wat geen geringe verdienste is geweest. Er was natuurlijk vroomheid in soorten en maten, met als meest spectaculaire voorbeeld Bachs collega Wolfgang Amadeus Mozart die, al zijn missen en motetten ten spijt, de kerk voornamelijk beschouwde als een gebouw waarin godlof een orgel stond. Maar Mozart was, op zijn eigen, creatieve wijze een soort losbol. Dat kan van de uit geniaal gietijzer opgetrokken Bach niet worden gezegd. Alles wat Bach schreef was aan God opgedragen, zowel zijn Passies en meer dan tweehonderd cantates, als de eerste de beste Klavierübung. Het diende allemaal, zoals Bach het zelf formuleerde, tot ‘Rekreation des Gemüths’ en er is haast geen werk van zijn hand dat niet is voorzien van het sacrale merkteken SDG (Soli Deo Gloria — God alleen zij de eer).

Er is slechts één klein probleem, wat de vrome Thomascantor betreft. Op hem rust de verdenking niet alleen vroom maar ook een handelaar in vrome sentimenten te zijn geweest. Vijf jaar lang heeft hij elke week een kerkelijke cantate geschreven. Stuk voor stuk getuigen die van onverwaterde Godsvrucht. Niettemin is een vijfde hunner gebaseerd op een profane tekst, de basis van een compositie waarmee ooit bruiloften en partijen waren opgeluisterd.”

 

 

Martin van Amerongen (8 oktober 1941 – 11 mei 2002)

 

 

 

De Amerikaanse schrijver Benjamin Cheever werd geboren op 8 oktober 1948 in New York. Zie ook mijn blog van 8 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Benjamin Cheever op dit blog.

 

Uit: My Father, John

“I edited his book of letters, and am still absurdly proud of the preface, which was a crucial step in my own development as a writer and as a man.

 I also wrote the introduction to the single volume of his journals. While explaining why his survivors wanted that dark document published, I reported that after I left my first wife in 1979, I moved in with my parents.

I thought of my return as joyous, something approaching triumphal. And even now, I don’t think I was deluded. I was—in the words of Dick Cheney—greeted as a liberator. I supposed that to some extent I liberated both my parents from solitude. At no other time in my life had I gotten so much and such positive attention at home.

He’d stopped drinking and was coming to terms with bisexuality. He’d stopped making the barbed observations that used to send me reeling. She, too, seemed eager for my conversation and as pleased with her son as she had been when he was five years old.

But in his journals I later learned that my father’s observations were not as positive as his outward demeanor indicated. He wrote, “On Saturday morning our son Ben, after a week at a spiritual retreat where he got fucked, has left his wife and returned home, for it seems only a few hours.”

A couple of days later he was resigned to the prospects of a long stay. “My son is here. I think that we do not know one another; I think it is our destiny that we never will. I observe in a comical way, that he does not flush the toilet. He observes that I snore. Another son returns tomorrow. I feel that I know him better, but wait and see. Some part of loving one’s children is to part with them.”

If I was bemused by my cursory examination of the journals, a thorough reading was downright depressing. The book excerpted from the journals was brilliantly edited by Robert Gottlieb. But everyone in the family read along. Few people like what they see in the mirror. Even fewer like to hear their own voice on the answering machine.

 

 

Benjamin Cheever (New York, 8 oktober 1948)

Vader en zoon Cheever in de jaren zestig 

 

 

 

De Duitse schrijver Jakob Arjouni (pseudoniem van Jakob Bothe) werd geboren op 8 oktober 1964 in Frankfurt am Main. Zie ook mijn blog van 8 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Jakob Arjouni op dit blog.

 

Uit: Idioten. Fünf Märchen

 

“Folgende Bereiche sind allerdings ausgeschlossen: Unsterblichkeit, Gesundheit, Geld, Liebe«, ratterte die Fee ihren Text herunter. Es war ihr zehnter Termin an diesem Tag und vielleicht ihr tausendster, seit der Chef sie vom Sternschnuppendienst in den Kreis der Feen befördert hatte. Sie kannte alle Formen des Staunens und Nachfragens, wenn auch in abgemilderter Form. Denn damit den Feen genug Zeit zum Wünsche-Erfüllen blieb und sie ihre Fähigkeiten und Eigenarten nicht jedesmal ausführlich erklären mussten, war etwas in ihrer Aura, das die Beglückten auf so was wie Überraschung, Schrecken, Fragen oder Zweifel nur in verhältnismäßig geringem Maße kommen ließ. Ab dem Augenblick ihres Erscheinens war der Besuch einer Fee für die meisten fast so normal wie ein Termin beim Automechaniker oder Steuerberater. Deren fachliche Ausführungen verstand auch kaum einer so genau, und manche der Methoden, einen Wagen durch den TÜV zu kriegen oder einen Gewinn an der Steuer vorbeizuleiten, grenzten für Außenstehende an Zauberei. Doch die wenigsten bestanden darauf, einen Vorgang zu begreifen, der offensichtlich zu ihrem Vorteil war.
Max verharrte einen Moment, horchte den Worten der Fee hinterher, versuchte, sich ihre Bedeutung bewusstzumachen, schüttelte den Kopf, sah sich kurz um, ob die Welt um ihn herum noch dieselbe war, und beugte sich dann über den Tisch. »Sie schweben tatsächlich, was?«

 

 

Jakob Arjouni (8 oktober 1964 – 17 januari 2013)

 

 

 

De Franse schrijver en dichter André Theuriet werd geboren op 8 oktober 1833 in Marly-le-Roi. Zie ook mijn blog van 8 oktober 2010 en eveneens alle tags voor André Theuriet op dit blog.

 

Le Tisserand (Fragment)

 

La cave est froide et sombre. Un escalier glissant,
Envahi par l’ortie et la mousse, y descend.
L’eau filtrée à travers les pierres de la voûte
Sur le sol détrempé se répand goutte à goutte.

 

L’enduit des murs s’écaille et s’en va par morceau ;
La fenêtre mal close est veuve d’un carreau.
Dans le cadre béant de la vitre éborgnée,
Depuis le jour naissant, une grise araignée

 

Va, vient, croise ses fils, tourne sans se lasser,
Et déjà l’on peut voir les brins s’entrelacer,
El, dans l’air s’arrondir une frêle rosace,
Chef-d’œuvre délicat de souplesse et de grâce.

 

Parfois dans son travail l’insecte s’interrompt,
Son regard inquiet plonge au caveau profond.
Là, dans un angle obscur, un compagnon de peine,
Un maigre tisserand, pauvre araignée humaine,

 

 

André Theuriet (8 oktober 1833 – 23 april 1907)

Portret door Jules Bastien-Lepage, 1878

 

 

 

De Duitse schrijver Nikolaus Becker werd geboren op 8 oktober 1809 in Bonn. Zie ook mijn blog van 8 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Nikolaus Becker op dit blog.

 

Die Verlassene

In des Märzes rauen Tagen
Bist du Freundin mir, Natur!
Alle deine Kinder tragen
Eines dunklen Schmerzes Spur.

Welk geworden sind die Wiesen
Von des Winters hartem Druck,
Und des Waldes stolze Riesen
Stehn so düster, ohne Schmuck.

Selbst die Vögel schlüpfen leise,
Ängstlich fast von Zweig zu Zweig,
Zwitschern kaum noch trübe Weise,
An Gesängen sonst so reich.

Diese Welt, so ohne hoffen,
Wie dem Herzen sie behagt,
Das, dem Glauben allzu offen,
Nun der Liebe Gram zernagt!

Du Natur, mit Muttermilde
Schauest deiner Kinder Schmerz,
Schickst den Lenz in die Gefilde,
Trost zu bringen allerwärts.

Und es grünen neu die Wiesen,
Blumenschimmer sie durchglänzt,
Und des Waldes stolze Riesen
Stehn so freundlich, laubbegränzt.

Unter dichten Blütenflocken
Wird zum heimlich stillen Nest
Seine Braut der Vogel locken –
Halte, Liebchen, halt’ ihn fest!

Alles Freude, alles Hoffen!
Flüchte du, mein Herz, verzagt,
Das, dem Glauben allzu offen,
Nun der Liebe Gram zernagt

 

Nikolaus Becker (8 oktober 1809 – 28 augustus 1845)

Gedenkplaat aan de Johann Baptist kerk in Geilenkirchen