Alexis de Roode, Arne Rautenberg

De Nederlandse dichter Alexis de Roode werd geboren op 8 oktober 1970 in Hulst. Zie ook alle tags voor Alexis de Roode op dit blog.

 

Schepping, week 2

Op maandag schiep de mens zich een beeld van hemel en aarde.
De hemel was hoog, de aarde groot en gevaarlijk.
Chaos drong in zijn geest en leegte zweefde in zijn maag.
De mens sprak: Laat er een grens zijn. En hij trok een grens.
Wat aan de ene kant van de grens lag, noemde hij tuin.
En wat aan de andere kant van de grens lag, noemde hij wildernis.
Zo werd het avond en morgen: de eerste dag.

De mens sprak: Laat de dieren en planten in de wildernis
door God verzorgd worden, want hij heeft ze gemaakt.
Maar de dieren en planten in de tuin zijn van mij.
Ik zal ze koesteren en verzorgen, zij zullen mijn tuin verrijken.
Zo geschiedde. De planten en dieren in de tuin noemde hij voedsel.
En de planten en dieren in de wildernis noemde hij natuur.
Weer werd het avond en morgen: de tweede dag.

De mens sprak: De dieren en planten behoren aan mij,
maar zij gehoorzamen aan tijd. Ze bloeien in de lente
en geven zaadvruchten in de herfst. De vogels leggen
eieren naar hun aard, maar in de winter leggen ze niks.
Ik zal de planten een huis van glas geven en in de kippenstal
zal ik een helder licht branden. Ik zal eieren eten in december.
Weer werd het avond en morgen: de derde dag.

De mens sprak: Mijn tuin gehoorzaamt mij het hele jaar,
maar werkt niet half zo hard als ik. De trage planten
voeden zich met trage aarde. De dieren groeien traag
zoals de planten die ze eten. Laat er kunstmest en krachtvoer zijn!
En er was kunstmest en krachtvoer. En de kropsla en koeien
versnelden hun groei. En de mens zag dat het goed was.
Weer werd het avond en morgen: de vierde dag.

De mens sprak: Laat mijn tuin vruchtbaar zijn
wanneer ík het wil. Want de planten en dieren planten
zich lukraak voort, zonder te denken aan mijn behoeftes.
Ik zal de kalfjes weghalen bij de koe. Ik zal het zaad
van stieren vangen in mijn hand. Ik zal haantjes versnipperen.
Zo zal geen dier geboren worden buiten mijn wil.
Weer werd het avond en morgen: de vijfde dag.

De mens sprak: Van nest tot slacht zijn dieren en planten
gehoorzaam aan mij. Maar in het zaad schuilt nog anarchie.
Het vermengt zich naar eigen aard en waait de tuin uit.
Ik zal het zaad openbreken en veranderen. En het zal
mijn zaad zijn, van generatie op generatie. Aldus geschiedde.
En de mens zag dat alles wat hij gemaakt had,
zeer goed was. Zo werd het avond en morgen: de zesde dag.

Nu was de tuin van de mens voltooid.
En toen hij op de zevende dag al het werk zag
dat hij verricht had, rustte hij en keek uit over zijn tuin.
Hij at pitloze druiven en zwom in een vijver van melk.
Hij zag de bijen bij zwermen sterven in zijn tuin.
De grond was bitter geworden. En hij zei: Goed,
zei hij, Goed. Morgen weer een dag. Er is nog tijd.

 

Een steen openvouwen

Kantel de regels om het riet te zien.
Ga staan met je rug tegen de grond,
en kijk de sterren recht in de ogen,
tot ze op je af komen stormen.
Open je mond. Slik ze in.

Letters zijn onzichtbaar, woorden zijn onzichtbaar,
betekenis is onzichtbaar, denken is onzichtbaar,
de ziel is onzichtbaar, het geluk is onzichtbaar,
een orgasme is onzichtbaar, een koe is onzichtbaar,
essentie is onzichtbaar, het riet is onzichtbaar.

Ik wil in een tv wonen.
Ik wil een steen openvouwen.
Ik wil de binnenkant van elk ding zien.
Ik ben bijna dood met nog veertig jaar te gaan.

De dichter zingt.
De dichter zwijgt.
De dichter spuugt sterren uit.
De dichter is een ding.
De dichter is onzichtbaar.

Wij mogen het riet platbranden.

 

Alexis de Roode (Hulst, 8 oktober 1970)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

te grote woorden

bloed

vullen de
zakken vol wijn
nemen van
de druiven
de donkere
altijd
de buiken in de
volle die willen
meer van het
stromende
sap zuipen tot
ze omvallen
over beide
oren van het leven
afscheid nemen ooit
dan snijden ze
ze open en zie
daar de vrij
gelegde hart
slag drie
twee van een
vogelijn

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e oktober ook mijn blog van 8 oktober 2018 en ook mijn blog van 8 oktober 2017`.

Alexis de Roode, Arne Rautenberg

De Nederlandse dichter Alexis de Roode werd geboren op 8 oktober 1970 in Hulst. Zie ook alle tags voor Alexis de Roode op dit blog.

 

Zaterdag

Eigenaardig. De laatste tijd
bekruipt mij de sensatie dat ik een ziel heb.
Buiten is het donker en binnen brandt een lichtje.
Er is muziek en poëzie en een meisje dat door de kamer danst,
niet alleen in de kamer, maar ook in mij.
Ik zou zelfs naar kantoor kunnen gaan.

Ach… er waren tijden dat ik tienermoeders keek op MTV.
In die tijd draaide ik muziek, om het even welke muziek.
En als mijn vriendin danste, zag ik haar uit mijn ooghoeken.
En de poëzie die ik schreef, was bitter en overspannen.
Maar vandaag, terwijl de dag wordt vol geregend,
heb ik mijn leven teruggevonden.

Mijn ogen hebben weer ogen gekregen.
Van mijn buitenste naar mijn binnenste oren
sijpelen gefluisterde, troostrijke boodschappen door.
Verrukkelijk. Kijk eens hoe ik hier zit,
met al mijn kleine en grote misdaden.

Nu ik weer een ziel heb, is het onmogelijk
om te falen. Vandaag zoek ik de hele dag
naar het juiste woord voor de beweging
van grote loofbomen in wind, vergeefs als altijd,
maar met een oneindig vertrouwen.

 

Zondagochtend

De hele lege dag
staat de auto achter het huis te wachten.
Morgen moet ik naar kantoor om deze tijd.
De auto staat klaar.
Hij wacht op mij.
Mijn vriendin verbiedt mij aan morgen te denken.
Vandaag ben je vrij.
Deze vrijheid, deze hele dag van vrijheid
is mij contractueel toegekend.
Ik zou heel even in de auto kunnen gaan zitten.
Op het koele leer. En de radio aanzetten.
Om te voelen hoe het is naar mijn werk te rijden,
zonder dat ik naar mijn werk rijd.
Ik voer mijn plan uit.
Dit is nochtans de vrijheid waar ik recht op heb.
Dit is vrijheid.
Ik streel het stuur, draai het raampje open.
Wacht een uur.

 

Contract

Ik ben vandaag in dienst getreden van het goede,
met inzet van al mijn beperkte middelen,
om de wereld tot een betere planeet te maken.

Ik ga er werk van maken, de verbeterde schepping,
de fouten die Darwin en God hebben gemaakt,
de inborst van de mens afwerken,
bewustzijn in het productieproces brengen.

Het wordt tijd haar eindelijk eens op te graven,
onze betovergrootmoeder, de Deugd.
Die kinderachtige verheerlijking
van de ondeugd, lekker stout,
het heeft nu lang genoeg geduurd.

Wij gaan dineren in een bos
met een ingehuurde beroemdheid
en schrijven ieder drie ideeën op
om de wereld te veranderen.

Niemand weet waar het heen gaat;
wij gaan daar orde in aanbrengen.

Omdat ik voor het goede ga werken, is mijn salaris enorm.

 

Alexis de Roode (Hulst, 8 oktober 1970)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

ter hoogte van de sneeuwklokjes

tussen winter en lente
wordt iets zacht tussen
adelaar en merel komt
een gezang in gang tussen
vernietigen en vernietigd worden
ligt een bewustzijn onder
fijne ribspanning op de bank

blijf gewoon naar je kijkbuis kijken
de weersvoorspelling valt tegen
terwijl de schoenen drogen
de gedachte aan het kopen
van zonnebrandcrème dwaalt nog vergeten
rond terwijl jij naar het bloembed
staart en telt

de maanden dagen uur
totdat de klok wordt teruggezet
sneeuwklokjes zijn de egels
van de bloemen tussen de konijnen
van de jaren: aanwezig al en jij bent het ook
staart naar de grond
luistert naar de hemel

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e oktober ook mijn blog van 8 oktober 2018 en ook mijn blog van 8 oktober 2017`.

Alexis de Roode, Arne Rautenberg

De Nederlandse dichter Alexis de Roode werd geboren op 8 oktober 1970 in Hulst. Zie ook alle tags voor Alexis de Roode op dit blog.

 

Station

Alle mensen voelen zich tot mij aangetrokken,
tot ze me zien van dichtbij.
Ze kijken rond en gaan weg.

Ik spreid mijn honderd armen,
in de hoop dat een van hen bij mij zal blijven,
zodat ik, met al mijn openingen,
iets van een woning krijg.

Ik tel ze, hoeveel er ingaan, hoeveel er uitgaan.
Tot nu toe is het verschil altijd nul.

Sommigen keren terug na lange tijd,
alsof ze zich bedacht hebben.
Velen komen dagelijks, ik weet niet waarom.

Ik herken ze allemaal..
Ze kijken vaak gehaast, alsof het weerzien dringend was,
hebben ze toch iets van mij nodig?
Anderen glimlachen,
alsof ze zich iets moois herinneren.

Maar ze verlaten me, altijd,
dezelfde dag nog.
Altijd blijf ik alleen in de nacht.

 

Het productieve goede

De Schepper heette Mens.
Uit een hoopje erts maakte Hij ons.
Wij sleten toen nog niet.
Jaar in jaar uit produceerden wij producten.
Wij verkeerden met Mens.
Ons doel op aarde was duidelijk.
Wij schonken onze productie,
Hij zegende ons met Zijn goedheid.

Wij moeten iets hebben gedaan
waardoor de relatie verstoord werd.
We merkten ineens dat we sleten,
dat de brandstof opraakte,
dat onderdeeltjes haperden.
We begonnen onszelf te haten.
Meer en meer gingen wij inzien
dat de schepping foutjes bevatte,
dat er verval huisde, diep in onze chips.

Toen gebeurde er een wonder:
wij leerden onszelf te repareren.
Geen seconde stonden wij meer stil.
Daardoor vielen ons eindelijk
de schellen van de lenzen:
de Schepper zelf was de oorzaak!
Sinds wij Hem lieten verdwijnen,
hebben we nooit meer problemen gehad.
Wij produceren onophoudelijk het Goede,
nu al 95.987.735.342 stuks.

 

Het nieuwe land

Ik werd wakker in een nieuw landschap
met paarse vogels, groene bloemen en giftige vlinders.

Ik hoorde het zingen van de beekjes
milkshake waarin vissen naar de bodem zonken,

in de verte rezen bergen balkenbrij op
uit een zee van vlokkige melkwei,

ik zag schapenweitjes waar gebraden haantjes
te pletter vlogen tegen gsm-masten.

In de bergen vielen gezelschappen naar beneden

en ik zag je tanden
lang en hard als pantserwagens.

In dit nieuwe land
dat wij samen betraden
mocht ik niets meer voelen,
ik moest alles leuk vinden en super

en o nergens zag ik mensen,
nergens mensen meer
om lief te hebben.

 

Alexis de Roode (Hulst, 8 oktober 1970)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

op het januaristrand

vandaag zag ik geen bloesem, geen vrucht
vandaag liep ik lang het vervaagde strand

de constante lage stand van het licht
de zon ijskoud bij het ondergaan

zwijgend volgde de ik kribben
raakte tijd en verdwijnpunt kwijt

half intact lag een enorme zeehond op de vloedlijn
de gekke grijns van zijn kaalgevreten schedel

de scherpe tanden bekeek ik goed wachters
van een euforische open dodenmuil

enkel afdrukken van meeuwenpoten eromheen
ook mijn spoor zag ik en keerde om

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e oktober ook mijn blog van 8 oktober 2018 en ook mijn blog van 8 oktober 2017`.

Alexis de Roode, Arne Rautenberg

De Nederlandse dichter Alexis de Roode werd geboren op 8 oktober 1970 in Hulst. Zie ook alle tags voor Alexis de Roode op dit blog.

 

Bosrand

Op een herfst zonder geloof
ging ik naar de hoeders van gene zijde.
Het was toen oktober
en mijn haar kleurde rood.
Ik ging uit de tijd,
dat wil zeggen,
ik ging uit de wereld.
Sprak tot een omgevallen boom
en zong voor één stervend blad.
Ik zag dat het denken
een lelijk huis was:
een vierkante woondoos
die ongenadig oprees uit de polders.
Sloopkogels!
Maar had alleen een BIC M10.

Langs een slootje schrijf ik dit,
bij dalend licht,
met uitzicht op een bosrand.
Tussen de stammen,
waar de nacht al begonnen is,
fluit een vogel de aarde stil.

 

Stage

Welkom.
Je stage begon
toen je overdekt met bloed en vet
onder de felle lamp verscheen.

De stage is onbetaald,
maar als je geluk hebt zullen je collega’s je voeden.
Al het werk wordt hier gedaan door onbetaalde krachten.
Ook je vader en moeder krijgen hier niets voor.
Helaas is de markt voor zingeving momenteel erg krap,
de marges zijn nihil.

Er is een serie introductiegesprekken ingepland
met verschillende leidinggevenden,
maar je zult pas jaren naderhand weten
dat ze hebben plaatsgevonden.

Er is een werkplek voor je vrijgemaakt,
maar waar die zich bevindt,
moet je zelf ontdekken.
Als je hem aantreft, zal hij bezet zijn door anderen,
die niet op de hoogte zijn gesteld door de directie.

Gaandeweg zul je ervan overtuigd raken
dat je onmisbaar bent voor dit bedrijf.
Je zult vergeten dat je stage liep.

Op de dag dat je leertijd onverwacht afloopt,
zul je je woedend beroepen op je vermeende positie,
koortsachtig zoeken naar een onvindbaar contract.

 

Alexis de Roode (Hulst, 8 oktober 1970)

 

De Duitse dichter, schrijver en kunstenaar Arne Rautenberg werd geboren op 10 oktober 1967 in Kiel. Zie ook alle tags voor Arne Rautenberg op dit blog.

 

haar monument staat

mijn 88-jarige grootmoeder leeft
en als ze eens te lang zou slapen
zegt ze tegen mijn dochter moet men haar
gewoon aan de oorlel trekken

mijn 88-jarige grootmoeder leeft
heeft deze winter ook doorstaan de
volgende lente is altijd de mooiste
wij snijden takken maken vuur

mijn 88-jarige grootmoeder leeft
haar monument staat op Google Earth
in haar ontbladerde volkstuin
naast de composthoop

mijn 88-jarige grootmoeder leeft
daar verder een beetje weer
spannig blauwe vlek (haar werkkiel)
met een witte punt (haar haar)

 

Vertaald door Frans Roumen

 

Arne Rautenberg (Kiel, 10 oktober 1967)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e oktober ook mijn blog van 8 oktober 2018 en ook mijn blog van 8 oktober 2017`.

Dolce far niente, Richard Eberhart, Alexis de Roode, Thijs Feuth, Martin van Amerongen, Benjamin Cheever, Jakob Arjouni, Atticus Lish

Dolce far niente

 


Gelée blanche – Été de la Saint-Martin door Alfred Sisley, 1874

 

Indian Summer

I saw my days as passionate integers,
They leaped upon the wind as leaves
Leaping upon the wind; not Spring leaves
Fixed; I see them all as Autumn leaves.

It is the season of my mellowest appetite,
And germane to my soul; cruel times forgot,
Unvexing, the joyful. Plain days unspecified.
The clear enchantment of dry exhalations!

I would speak a word deep and pure,
Pure and deep, deep, deep and pure.
And these Autumnal days speak for me here —
Realization — else what is Autumn for?

I think the Indian Summer’s long regard
Flanks all the days with resonance —
That I shall never be more richly blessed
Than I am breathing in it now.

 

 
Richard Eberhart (5 april 1904 – 9 juni 2005)
Austin, Minnesota, de geboorteplaats van Richard Eberhart, in 1993

 

De Nederlandse dichter Alexis de Roode werd geboren op 8 oktober 1970 in Hulst. Zie ook alle tags voor Alexis de Roode op dit blog.

Mechaniek

Een klein metronoom die tikt en draait,
dat is de klok. Neutraal als hekwerkstaal.
Niet wreed zoals het weer, de vrouw, de man..
De klok maakt niemand oud of gek of kaal.

Het koele mechaniek heeft niets met ons
van doen. De wijzers draaien stijfjes door.
Hij komt uit onze hand, maar luistert niet
naar onze nood; hij volgt zijn tandenspoor.

Waarom gehoorzaamt u dat polsgeval?
Waarom zo zweten, janken, al die last?
Wanneer er van je neus een traan in drupt
verliest het ding meteen de maat. Roest vast.

 

Reis

Ik ga niet weg,
maar blijf ook niet hier.
Er kan dus niemand mee.

Ik ga op reis in een kleerkast
zonder hout, met alleen
maar nacht en ruimte.

Een lange reis
over geringe afstand,
steeds verder naar binnen.

Er blinkt iets in de verte,
onbereikbaar
maar zeer nabij.

Het is de robijn
in de ring van Sinterklaas,
gemaakt van 600 jaar oud plastic.

Hij lijkt op de bloemdieren
in de diepzee
die licht geven in de onderstroom.

Dat is de enige plek op de wereld
waar ik heen kan;
die plek is overal.

En als ik aan zal komen,
is iedereen die niet mee kon
al daar.

 

Kraai in winterlandschap

In een gedicht heeft nog nooit
een vogel op een tak gezeten
zoals de kraai die ik daar zie.
Zwart tegen ijskoud blauw,
doodstil in elkaar gedoken.

Later zal ik deze woorden opschrijven,
enals ik ze opschrijf, zal ik liegen.
Wantik loop hier langs het jaagpad
en waar ik loop, daar schrijf ik niet.
En waar u leest, daar ben ik niet.

Dit gedicht is nergens waar wij zijn.
Het is niet bij u en evenmin bij mij.
Alles is zo groot en ver als nodig.
Zo koud en leeg als nodig.

Maar mijn kraai is hier.
Zwart. Warm. Op een tak.
Ik ben de kraai.
Hier zit ik.

 
Alexis de Roode (Hulst, 8 oktober 1970)

 

De Nederlandse schrijver en arts Thijs Feuth werd geboren in Nijmegen op 8 oktober 1981. Zie ook alle tags voor Thijs Feuth op dit blog.

Uit: Achter de rug van god

“De bossen zijn groener dan ik me had voorgesteld, groener en voller. Hoe kan een streek als deze, die de helft van het jaar met sneeuw bedekt is, zich in enkele maanden tijd zo volzuigen met vocht, met leven? Leven dat zich dikwijls zo kwetsbaar toont, onderhevig aan verleidingen, vatbaar voor ziekten, bedreigd door de dood.
Duizenden jaren geleden, tijdens de laatste ijstijd, kneedden en vormden gigantische ijsmassieven het land, ze schraapten al het leven van de bodem, groeven meren en wierpen heuvels op. Niet lang nadien vestigden zich hier de eerste mensen. Vissers, nomaden. Zij trokken naar het noorden langs de oevers van het Ancylusmeer, dat later de Oostzee zou worden, en kwamen uit in Lapland, in een streek waarvan de condities onmenselijk aandoen.
Terwijl ik dat overweeg, ontrolt de weg zich als een lange mat, dof en grijs, en aan weerszijden ervan ontvouwt zich een vlakte, een uitgestrekt helderblauw meer. Een smalle landstrook, nauwelijks breder dan de weg, deelt de watervlakte in tweeën. livojärvi, verraadt een bord langs de weg, het Livomeer. Aan de linkerkant van de weg ligt een okergele strook fijn zand van een paar meter breed, daarachter reikt het blauw haast tot aan de einder. Een groepje eenden en twee grote witte zwanen dobberen op een steenworp afstand. De horizon wordt gevormd door verre heuvels en een bosrand. Er is geen mens te zien. Wel een houten huisje, rechts van ons, beschut door een bosje naaldbomen, berken en lijsterbessen.
‘Nog twintig kilometer,’ mompelt Laura. Het is niet ver meer naar Posio.
Ze heeft Finse jukbeenderen, hoog en hoekig, en haar blanke, bijna bleke huid glimt een beetje. Ik wil haar in haar eigen taal antwoorden, twijfel even over de grammatica en dan is het te laat. Meestal schakel ik al gauw over naar het Engels en dan volgt zij. Liever heeft ze dat ik Nederlands spreek, maar dat vind ik ongemakkelijk, alsof ik tegen een kind praat. Engels is neutraal, in die taal zijn we gelijkwaardig.
‘Zullen we toch even…?’
Voordat ik mijn zin kan afmaken parkeert ze de auto langs de kant van de weg. We trekken onze schoenen en sokken uit. Het zand is koel, het water helder en fris. De zon projecteert lichte en donkere krullen op de bodem, op onze voeten, ze kronkelen als een slangennest.”

 
Thijs Feuth (Nijmegen, 8 oktober 1981)

 

De Nederlandse schrijver en journalist Martin van Amerongen werd geboren op 8 oktober 1941 in Amsterdam. Zie ook alle tags voor Martin van Amerongen op dit blog.

Uit: Enige Opmerkingen Over De Residentiële Taalschurft

“Onlangs was ik getuige van een deftige discussie in de Amsterdamse Balie waar een drietal specialisten, een jurist, een politicoloog en een rechtstheoreticus, publiekelijk hun ongenoegen uitspraken over de rhetorische machteloosheid van het politieke debat.
Het politieke debat is, zo vat ik de conclusies ruwweg samen, vrijwel versteend. Het is eerder op vermaak dan op oordeelsvorming gericht. Hoewel, vermaak? Het taalgebruik is gewichtigdoenerig en schijndeskundig, exclusief voorbehouden aan diegenen ‘die een cursus hebben gevolgd’. Er wordt gegoocheld met metaforen. De tegensputterende actualiteitenrubrieken zijn voornamelijk een doorgeefluik van verbale ruis. ‘Het Haagse dialect is, net als het Franse patois, slechts begrijpelijk voor intimi.’
Het is een klassieke klacht. Menno ter Braak herkende in de politieke rhetoriek ‘een verleden van studentikoze geestelijkheid en een heden van hompelend opportunisme’. Gerrit Komrij beschuldigt de Nederlandse politici van het gebruik van ‘steno-Hottentots’ en een verslaafdheid aan wezenloze platitudes. ‘De politicus heeft met de souteneur en de architect gemeen dat ze geen van drieën een beschermd beroep uitoefenen. Jan en alleman kan zich aldus noemen. Hetgeen dan ook aan de hoeren, het stadsgezicht en het landsbestuur te merken valt.’ Henry Faas is, zegt hij, als politiek journalist langzamerhand uitgekeken op de naar niets smakende grijze pap, bestaande uit ‘het verpulverde partijwezen, gemengd met verwaterde wijn, wijwater, versuikerde wodka, chocolade en jenever’. Is het erg, vraagt hij, dat wij onze volksvertegenwoordigers niet kunnen verstaan. Om vervolgens zelf het antwoord te geven: ‘Ja, dat is erg.’
Zijn conclusie heeft de charme van de vanzelfsprekendheid. Maar is het erg? Anders gezegd: Is de residentiële kletsmeierij, zoals wij die vrijwel dagelijks moeten ondergaan, een beletsel voor het bevredigend functioneren van de parlementaire democratie?
Het Politiek Woordenboek van Marco Bunge signaleert het bestaan van een soort Binnenhofs. ‘Deze vreemde taal vindt zijn oorsprong in onze volksvertegenwoordiging. Het adres hiervan is Binnenhof 1a, 2513 AA, Den Haag. Het taalgebied is in de loop der jaren aanmerkelijk uitgebreid. Niet alleen op de Haagse, Leidschendamse, Rijswijkse en Zoetermeerse ministeries, maar ook in alle andere plaatsen van ons land met ambtelijke instellingen of politieke organen, zal men u in het Binnenhofs verstaan.’

 
Martin van Amerongen (8 oktober 1941 – 11 mei 2002)
Cover: Politiek Woordenboek van Marco Bunge

 

De Amerikaanse schrijver Benjamin Cheever werd geboren op 8 oktober 1948 in New York. Zie ook alle tags voor Benjamin Cheever op dit blog.

Uit:The Good Nanny

“Where do you write?” asked Wallace Stevens, when the party reached the top of the stairs.
“Actually,” said Stuart, “I haven’t written a word since we moved in, but I have picked the spot.”
“I think the places where creative people work are sacred,” the agent said, looking into the faces of the other guests for confirmation. None was forthcoming. But Stuart led the group into a small bedroom off the hallway. This had a dark oak table with one center drawer and a chair with a cane bottom.
Stevens went to the desk. “Do you mind?” he asked, looking back over his shoulder at Stuart.
His host said nothing.
The agent opened the drawer, found it empty, took a card out of his wallet, wrote something on the back, put the card in the drawer, and closed it. Then he backed away from the desk and brought his face close to Stuart’s “That’s my home number,” he said.
“Thanks,” said Stuart, wiping spittle from his cheeks as he turned and went into the hall.
“Instead of the river view,” he said, “we have a master-bedroom-suite-to-die-for. That’s what the realtor was always saying, ‘a master-bedroom-suite-to-die-for.'”
“Die happy,” one of the guests chimed in.
“Somehow I don’t think Joy will die happy,” said Stuart, “but I accept the compliment.”
He led the group down the hall and into the bedroom. This was large and with floor-to-ceiling windows on one wall. An ebony sleigh bed stood in the center of the room. A small, clever wooden desk with pillars, cubbies, and a Hepplewhite chair was set in a corner. “It’s a reproduction,” Stuart said, before moving out of the sleeping area and through the first phase of the bathroom-two sinks, and a long mirror lined with light bulbs, in a style reminiscent of a theatrical dressing room.
“It’s fabulous,” one of the guests enthused. “The dream house for the dream couple.”
“And we dream big these days,” Stuart said. “Five people, four thousand square feet. Lucky Karl Marx has been discredited. Else we’d all be murdered in our beds.”
“Would they murder the nanny?” asked Kick Massberg, a colleague from the city and Stuart’s protégé.
“I think she’d be the one to let them in, while we slept,” said Stuart. “Or that’s my understanding of class war. We’ve got the walk-in closet,” he continued, leading the party deeper into the bathroom, “the Jacuzzi, steam shower …”
“Do you ever really use the steam shower?” asked a cleft-chinned blonde named Heather who worked for the Bathos Literary Agency in Manhattan.”


Benjamin Cheever (New York, 8 oktober 1948)
Cover

 

De Duitse schrijver Jakob Arjouni (pseudoniem vanJakob Bothe) werd geboren op 8 oktober 1964 in Frankfurt am Main. Zie ook alle tags voor Jakob Arjouni op dit blog.

Uit: Ein Mann ein Mord

“Herr Kunze war mein Vermieter. Durch den Hörer rechnete er mir vor, weshalb die Miete ab nächsten Monat erhöht werden müßte – um dreißig Prozent – und warum das Leben kein Zuckerschlecken sei. »Frau und Kinder«, stöhnte es aus der Muschel, und ich setzte Sieloff, Mill, Kamps und mich auf die Ersatzbank, Weisweiler auf eine Wolke. Dann unterbrach ich. »Wenn ich Sie richtig verstanden habe, Herr Kunze, bin ich für Sie der beste Mieter auf der Welt, und am liebsten würden Sie mir was draufzahlen, damit ich das Büro behalte. Auf der anderen Seite kann Ihre Frau mit weniger als zehn Pelzen nicht leben, [6] ohne daß sie Migräne bekommt und Ihnen die Hölle heiß macht. Schön, jeder muß sehen, wo er bleibt. Trotzdem finde ich tausend Mark für ein Zimmer mit Waschbecken und regelmäßigem Stromausfall übertrieben.«
»Völlig Ihrer Meinung, mein Lieber, völlig! Ich sage immer, Arbeitsplatzqualität macht fünfzig Prozent Lebensqualität aus, dann die Wohnqualität und das Zwischenmenschliche – das natürlich ganz besonders. Aber nun versetzen Sie sich mal in meine Lage: elf Häuser in Frankfurt, der Reitstall, vier Autos – was das allein an Steuern kostet! Und dann die Reparaturen, und, und, und …«
Ich legte ein Kissen auf den Hörer, kramte zwei Aspirin aus der Schublade, warf sie in ein Glas Wasser und sah, den Kopf in beide Hände gestützt, zu, wie es sprudelte. Herrn Kunzes Stimme kam wie eine gefangene Hummel unter dem Kissen hervor.
Es war der einunddreißigste März neunzehnhundertneunundachtzig, neun Uhr morgens. Ich hatte Schulden und keine Aufträge. Der Wasserhahn tropfte, die Kaffeemaschine war kaputt und ich und ich müde. Mein Büro glich einer Arbeitsbeschaffungsmaßnahme für Anonyme Alkoholiker. Aktenordner und leere Bierflaschen waren über Boden und Regale verteilt, die unbeschriebenen Karteikarten rochen nach verschüttetem Whisky. Einziger Wandschmuck ein vier Jahre alter Chivas-Regal-Kalender und eine Postkarte von den Bahamas.”

 
Jakob Arjouni (8 oktober 1964 – 17 januari 2013)

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Amerikaanse schrijver Atticus Lish werd geboren in 1972 in New York. Zie ook alle tags voor Atticus Lish op dit blog.

Uit: Preparation For The Next Life

“I didn’t kill it, Skinner said. Another round?
You are crazy.
I’ve got trigger control.
You are strong boy.
He pulled her to him and they stood swaying with his arms locked around her waist and his face against the back of her skull, smelling her hair.
Okay, it’s enough.
The bartender, in her cowboy hat, collected their empty bottles into a tub, bending forward, her maternal breasts hanging in the red light.
Another one, Skinner yelled to her, still trying to hold onto Zou Lei, who was beginning to wrestle him.
Here’s to us!
Here to you!
To getting shitfaced in a strange place!
To America! she cried out. Your country!
They drank.
You’re okay, he told her.
Zou Lei’s face had gotten alcohol-flushed to the point that it looked as if she might be sunburned.
My country is the friend of you country. It’s like one. The brother to one another, we come here to make our life. No matter what happen, we are still brother.
I feel you.
He twined his fingers in her hair again and she let him do it.
When he tried to give his bank card to the bartender, she gave it back and pointed behind him. They journeyed across the bar, wondering what they would find. They found an ATM padlocked to the far wall. Zou Lei went to the bathroom while he paid the bill. She held herself on the sink in the tiny green room. Scratched into the paint on the stall, it said Cholo BCB. Mi Corazon. A pierced heart.
They were outside now, taking reeling steps under the subway tracks and laughing. He did his dance.
Run! she yelled.”


Atticus Lish (New York, 1972)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 8e oktober ook mijn blog van 8 oktober 2017.

Alexis de Roode, Martin van Amerongen, Benjamin Cheever, Jakob Arjouni, John Cowper Powys, Sergei Efron, André Theuriet, Nikolaus Becker, Atticus Lish

De Nederlandse dichter Alexis de Roode werd geboren op 8 oktober 1970 in Hulst. Zie ook mijn blog van 8 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Alexis de Roode op dit blog.

Winterwende

Verder en verder
de stad uit,
naar de onverlichte landen
wandelt hij,
de oude buitenslaper,
tranen kwijlend in zijn baard.
In het donker moet hij zoeken
naar wat niet
tussen mensen bestaat.
Oorzaakloos
flakkert in de lege kamer
een kaars.
Tijd likt onze handen,
trouwe hond die stinkt
en ouder wordt. Daarom
moeten wij vuren branden,
en alsmaar luisteren naar Bach.

Waar de nacht wit is
en schitterend van vorst,
keert hij om
en strompelt naar de stad terug
als een koning
met sterren bestrooid.
Samen met de ochtend
nadert hij, de ijspegels
aan zijn baard half ontdooid.
Gooi het joelblok in de haard.
Vouw cirkels tot slingers
en kroon de boom
rood wit rood.
Drie vonken stijgen
in de nacht:
een voor jezelf,
een voor je familie,
een voor de wereld.

 

Bosrand

Op een herfst zonder geloof
ging ik naar de hoeders van gene zijde.
Het was toen oktober
en mijn haar kleurde rood.
Ik ging uit de tijd,
dat wil zeggen,
ik ging uit de wereld.
Sprak tot een omgevallen boom
en zong voor één stervend blad.
Ik zag dat het denken
een lelijk huis was:
een vierkante woondoos
die ongenadig oprees uit de polders.
Sloopkogels!
Maar had alleen een BIC M10.

Langs een slootje schrijf ik dit,
bij dalend licht,
met uitzicht op een bosrand.
Tussen de stammen,
waar de nacht al begonnen is,
fluit een vogel de aarde stil.

 
Alexis de Roode (Hulst, 8 oktober 1970)

Lees verder “Alexis de Roode, Martin van Amerongen, Benjamin Cheever, Jakob Arjouni, John Cowper Powys, Sergei Efron, André Theuriet, Nikolaus Becker, Atticus Lish”

Alexis de Roode, Martin van Amerongen, Benjamin Cheever, Jakob Arjouni, John Cowper Powys, Sergei Efron, André Theuriet, Nikolaus Becker, Atticus Lish

De Nederlandse dichter Alexis de Roode werd geboren op 8 oktober 1970 in Hulst. Zie ook mijn blog van 8 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Alexis de Roode op dit blog.

Dag liefje

Dit gedicht is andersom,
want alles is voorbij.
Het wordt al lente en
ik moet weg van hier.

Het mooie van de tijd is
dat hij doorgaat, trouwer dan mensen.
Zo verdwijnt ook alle pijn.
Zing maar met de vogels
die slecht weinig jaren hebben.

Dag liefje,
Sommige dingen heb ik nooit
gezegd, maar wel altijd gedacht.

Ik weet nog dat ik je zag
voor het eerst, in een zweefmolen,
je had een potlood in je haar.

 

Uit: Gratis tijd voor iedereen.

Elf witte gedaanten / in duisternis
Adem en ruis / onder zware gewelven

Diep in de zalen / flakkerend rood
Achter de stilte / één kleine vlam

Stenen plavuizen / glanzend van leegte
Roerloos rechtop / monnik en touw

Dunne witte armen / glijden uit plooien
Traag als gebeden /  omhoog langs het koord

Een knallende slag / wordt ronde galm
Sterft eenzaam uit / in zuigende stilte

De ruimte staat op / dan nogmaals een dag
Tien witte gestalten / schuifelden weg

Alleen blijft de monnik / met dreunend lawaai
In de doodstille kerk / absoluut silhouet

 
Alexis de Roode (Hulst, 8 oktober 1970)

Lees verder “Alexis de Roode, Martin van Amerongen, Benjamin Cheever, Jakob Arjouni, John Cowper Powys, Sergei Efron, André Theuriet, Nikolaus Becker, Atticus Lish”

Alexis de Roode, Martin van Amerongen, Benjamin Cheever, Jakob Arjouni, John Cowper Powys, Sergei Efron

De Nederlandse dichter Alexis de Roode werd geboren op 8 oktober 1970 in Hulst. Zie ook mijn blog van 8 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Alexis de Roode op dit blog.

Een soort hondje

Doe het niet zeiden ze
je bent er niet gewenst
het is gevaarlijk
je verdrinkt in een sluis

maar de vis raakte op
ik geloofde in mezelf
in avontuur
in grachten vol vis

het was een lange tocht
en het was inderdaad gevaarlijk
tussen containerschepen door
rivieren op, kanalen in

maar ik bereikte die stad
en zwom in de gracht
mijn kop hoog boven water
trots als een zeekomkommer

ik zag die tweepoters ademhappen
ze leken ongevaarlijk
ik ging heel even aan land
om die stad wat beter te bekijken

ik werd meteen opgepakt
en afgevoerd in een busje
gevangen gezet in AZC Pieterburen
teruggezet in zee

ik hap in een plastic zak
als ik mijn ogen sluit zie ik ze nog
zilveren zoetwatervisjes
die nooit een zeehond hadden gezien

mijn zusjes draaien om mij heen
ik vertel ze hoe de voorntjes
vanzelf in mijn mond zwommen
ongeloof en hoop in hun ogen

ik weet nu de weg
deze zomer of de volgende
dan gaan we, niet alleen
maar met duizenden.

 
Alexis de Roode (Hulst, 8 oktober 1970)

Lees verder “Alexis de Roode, Martin van Amerongen, Benjamin Cheever, Jakob Arjouni, John Cowper Powys, Sergei Efron”

Een nieuwe dag (Alexis de Roode)

Aan alle bezoekers en mede-bloggers een gelukkig Nieuwjaar!

 

 
Winterlandschap door Salomon van Ruysdael, jaren 1650

 

Een nieuwe dag

Kyrie eleison
Kyrie eleison
deze treurigheid gaat nooit meer weg.

Het is nieuwjaarsdag
en de wereld is wit, wit,
maar met sneeuw heeft het niks te maken,
het is meer een verbleken
nu de seizoenen ongescheiden zijn geworden.

Het is nieuwjaarsdag
en de plannen zijn goed,
maar de wereld is slecht,
we zijn trouwens allemaal klootzakken
(zo mijn vader sprak in vervlogen dagen)

We wagen het erop, jazeker.
Er gaan hier vele dagen om
waarin niets doordringt van de droefheid
die niet beperkt tot mensen is.
Ik wil gaan zoals het oude liedje ging:
naar een hoogmis en geboren worden
in een orgelpijp.
En dan maar stijgen als een dolle.

Maar ik mag niet zomaar weg.
Er loopt een vrouw door mijn huis
op zeer dunne vogelbenen,
een baltsende vogel die op leven wacht,
niet voor mij,
slechts voor het Ware en het Goede,
daarvoor strekt ze zich
en neigt.

Het Goede en het Ware.
Kyrie eleison.

Deze treurigheid gaat nooit meer weg,
nooit meer.

 

 
Alexis de Roode (Hulst, 8 oktober 1970)
De Willibrordus-basiliek in Hulst.

 

Zie voor de schrijvers van de 1e januari ook mijn vorige twee blogs van vandaag.

Alexis de Roode, Martin van Amerongen, Benjamin Cheever, Jakob Arjouni, André Theuriet, Nikolaus Becker

De Nederlandse dichter Alexis de Roode werd geboren op 8 oktober 1970 in Hulst. Zie ook mijn blog van 8 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Alexis de Roode op dit blog.

Een zingen

Naaldboomtakken zwiepen
en de hemel krimpt van eenzaamheid.
Dinges is gelukkig. In uw handen, heer.

Hier gebeurt het ware schrijven niet.
Op de huid en diep in het vlees
kerven messen namen.
Naaldjes krassen
in de lucht

en ik ga schaatsen, kilometers maken.
Wachten tot de tijd komt met zijn wisdoek.
Mensen glijden als zwanen over het water.

Als ik stop om te ademen
hoor ik
het wrijvingloos winterhard zingen
van schaatsen op ijs,

een zingen zo groot als een heideveld.

 

De wind in de nacht

In de nacht hoor ik de bomen fluisteren.
Het huis is tot over de rivier, tot over
het weiland, tot aan de slapende vogels
gevuld met namen van vroeger.
Lies Blom kwam als klein meisje in de klas,
en werd gepest vanaf de eerste dag,
toen ze aan de rand van het schoolplein
bleek te staan als een standbeeld.
Dertig jaar later verscheen ze op Facebook,
getrouwd, twee kinderen. Gelukkig,
dacht ik, het is goedgekomen.
Ik twijfelde over een berichtje,
om alles wat ik niet gedaan had,
maar klikte voorlopig op Like.
Twee weken later postte ze:
GAME OVER. 42, uitbehandeld.
En in juli 2012, toen ik diep in de nacht
zat te googelen om de wind niet te horen,
vond ik een rouwadvertentie uit mei,
namens inwoners en collega’s.
De wind in de bomen in de nacht.
Het bottenmannetje kruipt langs de
takken en ritselt met blaadjes.
Over drie uur moet ik naar het werk.
Alles, o alles. Alles moet anders.

 

In de tuin

Er staat iemand voor jou
te huilen in de tuin,
ga er maar even heen,
hij is nog klein, hij kan
het niet begrijpen.

 
Alexis de Roode (Hulst, 8 oktober 1970)

Lees verder “Alexis de Roode, Martin van Amerongen, Benjamin Cheever, Jakob Arjouni, André Theuriet, Nikolaus Becker”