Anton Tsjechov, Hans Plomp, Willem Hussem, Lennaert Nijgh, Romain Rolland, Hubert K. Poot

De Russische schrijver Anton Tsjechov werd geboren op 29 januari 1860 in Taganrog, een havenstad in Zuid-Rusland. Zie ook alle tags voor Anton Tsjechov op dit blog.

Uit: Droefenis

“De avond schemert. Grove, natte sneeuw dwarrelt langzaam langs de zopas aangestoken straatlantaarns, en een dunne, zachte laag legt zich op daken, paardenruggen, mutsen. Koetsier Iona Potapov ziet helemaal wit, als een spookverschijning. Krom gebogen, zo krom als voor een mensenlichaam enigszins mogelijk is, zit hij op de bok en roert niet. Al zou een ganse sneeuwberg op hem neervallen, dan zou, zo schijnt het, hij het nog niet nodig vinden de sneeuw van zich af te schudden… Ook zijn paardje staat wit en roerloos. Door zijn onbeweeglijkheid, zijn hoekig uitzicht en zijn kaarsrechte stokkebenen lijkt het zelfs heel erg op een goedkoop beschilderd speelgoedpaardje. Het staat, naar alle waarschijnlijkheid, diep in gedachten verzonken. Wie, weggerukt is van de ploeg, van zijn vertrouwde grijze omgeving, en hier geworpen werd in deze draaikolk, vol afschuwelijke lichten, onophoudelijk gerommel en rennende mensen, moet wel staan denken… Iona en zijn paardje staan al lange tijd stil op hun plaats. ….“

Anton Tsjechov (29 januari 1860 – 15 juli 1904)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Hans Plomp werd op 29 januari 1944 in Amsterdam geboren. Zie ook mijn blog van 29 januari 2009 en ook mijn blog van 29 januari 2010 en ook mijn blog van 28 januari 2011.

ÉÉN POT NAT

De ruimte
wordt nu wel erg klein:
als sigarenrook mijn neus prikkelt
word ik sigaar,
als ik gedachtenloos
een kuiltje in de dijen
van een buurvrouw observeer
word ik zelf kuiltje.
Invoelen is prachtig,
maar er moet ergens een grens zijn
tussen mij en anderen.

 

Ik ken de weg, zij kent de waarheid

Nu heb ik me vrij gelogen,
nu is alles omgedraaid.
Vaders hoofd niet meer gebogen:
moeder voor het eerst genaaid.
En als ik me niet bedrieg,
schamen zij zich, als ik lieg.
In de wirwar van de waarheid
smelt de leugen van mijn droom
met mijn vrouw in dronken traagheid
samen rond de lulleboom.
En nu ik mijn leugens ken,
komt de waarheid waar ik ben.

Hans Plomp (Amsterdam, 29 januari 1944)

In de vroege jaren tachtig

 

De Nederlandse schilder en dichter Willem Hussem werd geboren in Rotterdam op 29 januari 1900. Zie ook mijn blog van 29 januari 2009 en ook mijn blog van 29 januari 2010 en ook mijn blog van 28 januari 2011.

wind in de bomen

het gebladerte licht op

onder komt boven

*

de appelboom in onze tuin

staat in volle bloei

hij moet al oud zijn

om zich zo jong te voelen

*

al dat hout bij de haard

voor één vuur;

warmte vergt jaren groei

 

Willem Hussem (29 januari 1900 – 21 juli 1974)

 

 

De Nederlandse tekstdichter, columnist en schrijver Lennaert Nijgh werd geboren in Haarlem op 29 januari 1945. Zie ook alle tags voor Lennaert Nijgh op dit blog.

Verdronken vlinder

Zo te sterven op het water met je vleugels van papier
Zo maar drijven na ’t vliegen in de wolken drijf je hier
Met je kleuren die vervagen zonder zoeken, zonder vragen
Eindelijk voor altijd rusten met de bloemen die je kuste
Geuren die je hebt geweten
Alles kan je nu vergeten
Op het water wieg je heen en weer

Zo te sterven op het water met je vleugels van papier
Als een vlinder die toch vliegen kan tot in de blauwe lucht
Als een vlinder altijd vrij en voor het leven op de vlucht
Wil ik sterven op het water maar dat is een zorg van later
Ik wil nu als vlinder vliegen op de bloemenblaadren wiegen

Maar zo hoog kan ik niet komen
Dus ik vlieg maar in mijn dromen
Altijd ben ik voor het leven op de vlucht
Als een vlinder die toch vliegen kan tot in de blauwe lucht
Om te leven, dacht ik, je zou een vlinder moeten zijn
Om te vliegen heel ver weg van alle leed en alle pijn

Maar ik heb niet langer hinder
van jaloers zijn op een vlinder
Als zelfs vlinders moeten sterven
Laat ik niet mijn vreugd bederven
Ik kan zonder vliegen leven
Wat zal ik nog langer geven
Om een vlinder die verdronken is in mij

Om te leven hoef ik echt geen vlinder meer te zijn

Lennaert Nijgh (29 januari 1945 – 28 november 2002)

 


De Franse schrijver
Romain Rolland werd geboren op 29 januari 1866 in Clamecy. Zie ook alle tags voor Romain Rolland op dit blog.

Uit: Jean-Christophe

“Faites à votre choix un résumé ou une analyse de cette page, dégagez-en un thème qui vous paraît intéressant et commentez-le. Sous la grâce nonchalante et le dilettantisme apparent de ces petites pièces pour piano, de ces chansons, de cette musique française de chambre, sur laquelle l’art allemand ne daignait pas lever les yeux, et dont Christophe lui-même avait négligé la poétique virtuosité, il commençait à entrevoir la fièvre de renouvellement, l’inquiétude — inconnue de l’autre côté du Rhin — avec laquelle les musiciens français cherchaient dans les terrains incultes de leur art les germes qui pouvaient féconder l’avenir. Tandis que les musiciens allemands s’immobilisaient dans les campements de leurs pères et prétendaient arrêter l’évolution du monde à la barrière de leurs victoires passées, le monde continuait de marcher ; et les Français en tête se lançaient à la découverte ; ils exploraient les lointains de l’art, les soleils éteints et les soleils qui s’allument, et la Grèce disparue et l’Extrême-Orient rouvrant à la lumière, après des siècles de sommeil, ses larges yeux fendus, pleins de rêves immenses. Dans la musique d’Occident, canalisée par le génie d’ordre et de raison classique, ils levaient les écluses des anciens modes ; ils faisaient dériver dans leurs bassins de Versailles toutes les eaux de l’univers : mélodies et rythmes populaires, gammes exotiques et antiques, genres d’intervalles nouveaux ou renouvelés.”

 

Romain Rolland (29 januari 1866 – 30 december 1944)

Hier links met de vlaamse graficus Frans Masereel

 

De Nederlandse dichter Hubert Kornelisz. Poot werd geboren in Abtswoude op 29 januari 1689. Zie ook mijn blog van 29 januari 2009 en ook mijn blog van 29 januari 2010 en ook mijn blog van 28 januari 2011.

Uchtentstont

Aurore, die het al verblydt

Behalven ons, wat wrevle nydt

Prest u zoo vroeg te wagen?

Wilt gy de snelle morgenstar

Te rugge ryden met uw kar

Om lieven dus te plagen?

Wy lagen immers stil in vrê:

De midnacht zweeg; myn Doris mê.

Wat doet u dan vergrimmen?

Ik wed gaf ’s ouden Thitons koets

U wat min leets en wat meer zoets,

Gy zoudt wel later klimmen.

Een jongeling hielt u gewis

Op ’t rozedons in hechtenis:

Daer zoude u Cefal boeien.

Maer, goede goden, ‘k most dat woort

Zoo luidt niet denken dat ze ’t hoort;

Het mogt haer bet doen spoeien.

En gy, myn lief, schoon ’t licht alreê

De werelt op haer oude stê

Komt leveren en wyzen,

Wat raekt ons ’s hemels wenteling?

Die om geen’ nacht te bedde ging

Hoeft om geen’ dagh te ryzen.

 


Hubert K. Poot (29 januari 1689 – 31 december 1733)

 

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 29e januari ook mijn blog van 29 januari 2011 deel en eveneens deel 2 en ook deel 3.