Arjen Lubach, Lévi Weemoedt, Jonas Lüscher, Doris Lessing, Alfred Douglas, A. L. Kennedy, Charles Leconte de Lisle, Ivan Boenin, Timur Vermes

De Nederlandse schrijver, cabaretier en televisiepresentator Arjen Lubach werd geboren in Lutjegast op 22 oktober 1979. Zie ook mijn blog van 22 oktober 2010 en ook alle tags voor Arjen Lubach op dit blog.

Uit: Magnus

“In de krant stond een artikel over een Chinese buschauffeur. De chauffeur had een boete gekregen omdat hij zijn bus had achtergelaten in een drukke straat in de stad Wuhan. Volgens het artikel had hij tijdens zijn werk heimwee gekregen, zijn bus stilgezet, een taxi aangehouden en was hij naar huis gegaan. De stilstaande bus veroorzaakte een file in de straten van de stad en de chauffeur kreeg een boete van vijfhonderd yuan. Ik zat in de keuken en dacht aan de buschauffeur, probeerde langs een wereld aan steden, velden, bergen en zeeën in het hoofd te kijken van de man die heimwee kreeg tijdens een gewone werkdag. Tot dat moment was ik in de veronderstelling dat heimwee ontstond op verre reizen op onoverkomelijke afstanden in tijd en plaats, maar deze chauffeur was gewoon aan het werk in de stad waar hij woonde, miste zijn familie en nam een taxi naar huis.
Ik probeerde onze laatste dagen te reconstrueren, om te ontdekken waarom ze was vertrokken, maar ik herinnerde me eigenlijk vooral één ding. De laatste dag dat ze er nog was had ze een cd gedraaid van een net doorgebroken Amsterdamse singer-songwriter: Ted Robin. Hij was een liedje komen spelen in het televisieprogramma waar zij op de redactie werkte en daarna had ze zijn cd gekregen. De liedjes waren een soundtrack bij mijn dagen geworden en ik kreeg ze niet uit mijn hoofd, zelfs niet nadat ze vertrokken was.
Would it be different if I were a dog, zong Ted als ik opstond. En ‘Sunday Morning Drugs’. The story of my life — Sunday morning church — the only way to survive — with my Sunday morning drugs. In het begin deed ik alsof er een last van mijn schouders was gevallen nadat ze was vertrokken en het was mijn overtuiging dat ik haar langzaam zou vergeten, dat de herinneringen aan haar plaats zouden maken voor herinneringen aan nieuwe vrouwen, nieuwe huizen, andere ijsbeervoetensloffen en betere gesprekken. Het zou een kwestie van tijd zijn voor dat gebeurde.
De eerste beelden van Caro liggen aan de andere kant van het millennium, tijdens een reis naar Florence met een stuk of veertig vijfdeklassers van het Maartenscollege. Er hingen twee lijsten aan een pilaar in de hal van de school: een voor de reis naar Rome en een voor de reis naar Florence. Tegen de tijd dat ik me eindelijk had laten overtuigen om mee te gaan was de lijst voor Rome al vol.”

 

 
Arjen Lubach (Lutjegast, 22 oktober 1979)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Lévi Weemoedt werd geboren in Geldrop op 22 oktober 1948. Zie ook mijn blog van 22 oktober 2010 en ook alle tags voor Lévi Weemoedt op dit blog.

 

Liefde is…..

Ach! Hoeveel kopjes trok ik van dit zakje thee?
In hoeveel verzen heb ik jouw gezicht bezongen?
Ja, hoeveel maal verdween de zon in zee?
En hoeveel teer bleef achter in mijn longen?

Op hoeveel fietsen reed ik daaglijks naar je toe?
En hoeveel smoesjes zijn er in je opgerezen?

Zó veel, dat thans statistisch is bewezen:
‘De liefde is toch zo een droef gedoe…’

 

Tips voor Alleenstaanden

3. Aankoop comfort
Koop ook een antwoordapparaat
waarop uw stem met ‘Welkom!’ staat.
Loop dan naar buiten en draai snel
uw eigen nummer in een cel.
Vraag of ’t bezoek gelegen komt,
en u hoort ‘Welkom!’ uit uw mond.
Koop een bos bloemen, zing een lied:
het leven is zo eenzaam niet
als je maar denkt aan ben die varen
of bung’len aan een straatlantaren.

4. Medicijnen, gas &electra
Sluit ’s middags heel vroeg de gordijnen,
óók als u op de tiende woont.
Zorg dat u zich eens goed verschoont
en slik bijtijds uw medicijnen.
Pers dan uw daaglijks stukje fruit
en blaas met zorg de waakvlam uit.
Kruip dan in bed, neurie een lied:
het leven is zo eenzaam niet.
Denk maar eens goed aan hen die varen
of bung’len aan een straatlantaren . bis

 

 
Lévi Weemoedt (Geldrop, 22 oktober 1948)

 

De Zwitsers-Duitse schrijver en essayist Jonas Lüscher werd geboren op 22 oktober 1976 in Zürich. Zie ook alle tags voor Jonas Lüscher op dit blog.

Uit:Frühling der Barbaren

„Preising unterbrach, bevor er mit seiner Geschichte beginnen konnte, abermals unseren Gang, als werfe er einen Blick in die Vergangenheit, die er am Horizont – der in unserem Fall ganz nahe lag und von der Krone der hohen gelben Mauer gebildet wurde – auszumachen schien. Dazu kniff er die Augen zusammen, zog die Nase hoch und spitzte die schmalen Lippen. «Vielleicht», begann er endlich seine Geschichte, «wäre das alles nie geschehen, hätte mich Prodanovic nicht in den Urlaub geschickt.»
Prodanovic war, wiewohl für Preisings Einlieferung verantwortlich, nicht etwa sein Hausarzt. Prodanovic war jener ehemals junge und noch immer brillante Angestellte Preisings, der durch seine Erfindung der Wolfram-CBC-Schaltung, eines elektronischen Bauteils, ohne das keine Mobilfunkantenne dieser Welt ihren Dienst verrichten konnte, die von Preising geerbte Kommanditgesellschaft für Televisionsempfang und Dachantennen vor dem drohenden Konkurs gerettet und in ungeahnte Sphären der Weltmarktführerschaft für CBC-Schaltungen geführt hatte.
Preisings Vater, der sich mit dem Sterben gerade so viel Zeit gelassen hatte, dass Preising sein vor anderthalb Jahren an einer privaten Pariser Gesangsschule unterbrochenes Betriebswirtschaftsstudium abschließen konnte, vererbte seinem Sohn seine Fernsehantennenfabrik mit fünfunddreißig Angestellten zu einer Zeit, da der Kabelanschluss schon längst Einzug gehalten hatte. Die Firma, die aus der groß väterlichen Drossel & Potentiometer Manufaktur hervor gegangen war, in der sich Preisings Vorfahren die Finger mit dünnen Kupferdrähten wund gewickelt hatten, machte damals beinahe ihren gesamten Umsatz mit der Herstellung jener meterlangen, aber, da fast ohne Verästelungen, recht preisgünstigen Antennen, die sich Hobbyfunker – leider auch eine aussterbende Gattung – aufs Dach zu pflanzen pflegten.“

 

 
Jonas Lüscher (Zürich, 22 oktober 1976)

 

De Britse schrijster Doris Lessing werd geboren in Kermanshah, Perzië op 22 oktober 1919. Zie ook mijn blog van 22 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Doris Lessing op dit blog.

Uit: Wine

“Mocking, she said, ‘Nothing changes, everything always the same . . .’
But he had flushed. ‘I remember,’ he began, in a different voice. He stopped, and she did not press him, for he was gazing at the distant demonstrators with a bitterly nostalgic face.
Outside drifted the lovers, the married couples, the students, the old people. There the stark trees; there the blue, quiet sky. In a month the trees would be vivid green; the sun would pour down heat; the people would be brown, laughing, bare-limbed. No, no, she said to herself, at this vision of activity. Better the static sadness. And, all at once, unhappiness welled up in her, catching her throat, and she was back fifteen years in another country. She stood in blazing tropical moonlight, stretching her arms to a landscape that offered her nothing but silence; and then she was running down a path where small stones glinted sharp underfoot, till at last she fell spent in a swath of glistening grass. Fifteen years.
It was at this moment that the man turned abruptly and called the waiter and ordered wine.
‘What,’ she said humorously, ‘already?’
‘Why not?’
For the moment she loved him completely and maternally, till she suppressed the counterfeit and watched him wait, fidgeting, for the wine, pour it, and then set the two glasses before them beside the still-brimming coffee cups. But she was again remembering that night, envying the girl ecstatic with moonlight, who ran crazily through the trees in an unsharable desire for – but that was the point.
‘What are you thinking of ?’ he asked, still a little cruel.
‘Ohhh,’ she protested humorously.
‘That’s the trouble, that’s the trouble.’
He lifted his glass, glanced at her, and set it down. ‘Don’t you want to drink?’
‘Not yet.’
He left his glass untouched and began to smoke.“

 

 
Doris Lessing (22 oktober 1919 – 17 november 2013)

 

De Engelse dichter en schrijver Alfred Douglas werd geboren in Ham Hill in Worcestershire op 22 oktober 1870. Zie ook mijn blog van 22 oktober 2010 en eveneens alle tags voor Alfred Douglas op dit blog.

 

The Travelling Companion

Into the silence of the empty night
I went, and took my scorned heart with me,
And all the thousand eyes of heaven were bright;
But Sorrow came and led me back to thee.

I turned my weary eyes towards the sun,
Out of the leaden East like smoke came he.
I laughed and said, ‘ The night is past and done ‘ ;
But sorrow came and led me back to thee.

I turned my face towards the rising moon,
Out of the south she came most sweet to see,
She smiled upon my eyes that loathed the noon ;
But sorrow came and led me back to thee.

I bent my eyes upon the summer land,
And all the painted fields were ripe for me,
And every flower nodded to my hand ;
But Sorrow came and led me back to thee.

O Love ! O Sorrow ! O desired Despair !
I turn my feet towards the boundless sea,
Into the dark I go and heed not where,
So that I come again at last to thee.

 

 
Alfred Douglas (22 oktober 1870 – 20 maart 1945)
Jude Law als Alfred Douglas (Bosie) in de film “Wilde” uit 2007

 

De Schotse schrijfster Alison Louise Kennedy werd geboren op 22 oktober 1965 in Dundee. Zie ook alle tags voor A. L. Kennedy op dit blog en ook mijn blog van 22 oktober 2010.

Uit: What Becomes

“He waited, the clatter persisting, his feet and fingers beginning to chill. One punter, apparently, didn’t merit heating. Even if it wasn’t logical to assume he’d be impervious.
He was still human and still here.
Little vents near the ceiling breathed and whispered occasionally, but that would be the wind outside disturbing them. The night was already roaring out there and set to turn worse, rain loping over the pavements, driven thick, and a bitterness underlying it that ached your teeth, your thinking. Warmth had drained from his shins where his trousers were soaked and the coat he was huddled into was only a fraction less damp.
Frank put on his hat.
The rattle of unattached film continued. And he believed he’d heard a chuckle, then a cough. Frank concentrated on his head which felt marginally warmer, because of the hat. Good hat: flat cap, proper tweed and not inexpensive. A man should have a hat, in his opinion. Beyond a certain age it will suit him and give him weight, become a welcome addition to his face, almost a trademark. People will look at his hat as it hangs on the back of a chair, or a coat hook, or rests on the edge of his desk and they will involuntarily assume — Frank’s here, then. That’s his hat. Frank’s old, familiar hat. Through time, there will be a small transfer of emotion and people who are fond of him will also like his hat, will see something in it: the mark of his atmosphere, his style: and they’ll be pleased.
His own transfers were largely negative. For example, he truly detested his travelling bag. This evening it would be waiting inside his hotel room, crouching by his bed like the guard dog in an unfamiliar house. It always was by his bed, no matter where he was sleeping, neatly packed for when he’d have to leave, fill it with his time and carry it the way he’d enjoy being carried, being lifted over every obstacle.
Never thought he would use it on his own account — the bag. Never thought he’d steal his days from everyone and run away.
Not his fault. He didn’t want this. She forced his hand.”

 

 
A. L. Kennedy (Dundee, 22 oktober 1965)
Als eredoctor in de lettereren van de universiteit van Glasgow (links: professor Alan Riach), 2007

 

De Franse dichter en schrijver Charles Marie René Leconte de Lisle werd geboren op 22 oktober 1818 op het eiland Réunion. Zie voor ook alle tags voorCharles Leconte de Lisle op dit blog en ook mijn blog van 22 oktober 2010.

 

Dans le ciel clair

Dans le ciel clair rayé par l’hirondelle alerte,
Le matin qui fleurit comme un divin rosier
Parfume la feuillée étincelante et verte
Où les nids amoureux, palpitants, l’aile ouverte,
A la cime des bois chantent à plein gosier
Le matin qui fleurit comme un divin rosier
Dans le ciel clair rayé par l’hirondelle alerte.

En grêles notes d’or, sur les graviers polis,
Les eaux vives, filtrant et pleuvant goutte à goutte,
Caressent du baiser de leur léger roulis
La bruyère et le thym, les glaïeuls et les lys ;
Et le jeune chevreuil, que l’aube éveille, écoute
Les eaux vives filtrant et pleuvant goutte à goutte
En grêles notes d’or sur les graviers polis.

Le long des frais buissons où rit le vent sonore,
Par le sentier qui fuit vers le lointain charmant
Où la molle vapeur bleuit et s’évapore,
Tous deux, sous la lumière humide de l’aurore,
S’en vont entrelacés et passent lentement
Par le sentier qui fuit vers le lointain charmant,
Le long des frais buissons où rit le vent sonore.

La volupté d’aimer clôt à demi leurs yeux,
Ils ne savent plus rien du vol de l’heure brève,
Le charme et la beauté de la terre et des cieux
Leur rendent éternel l’instant délicieux,
Et, dans l’enchantement de ce rêve d’un rêve,
Ils ne savent plus rien du vol de l’heure brève,
La volupté d’aimer clôt à demi leurs yeux.

Dans le ciel clair rayé par l’hirondelle alerte
L’aube fleurit toujours comme un divin rosier ;
Mais eux, sous la feuillée étincelante et verte,
N’entendront plus, un jour, les doux nids, l’aile ouverte,
jusqu’au fond de leur coeur chanter à plein gosier
Le matin qui fleurit comme un divin rosier
Dans le ciel clair rayé par l’hirondelle alerte.

 

 
Charles Leconte de Lisle (22 oktober 1818 – 18 juli 1894) 
Standbeeld in de Jardin du Luxembourg, Parijs

 

De Russische schrijver en dichter Ivan Aleksejevitsj Boenin werd geboren in Voronezj op 22 oktober 1870. Zie ook alle tags voor Ivan Boenin op dit blog.

 

Hoog boven in de sneeuw, nog onbetreden

Hoog boven in de sneeuw, nog onbetreden,
Graveerde ik met mijn degen een sonnet.
De tijd verstrijkt. Misschien is tot op heden
Mijn eenzaam spoor daar in de sneeuw gebed.

Hoog boven, waar de luchten blauw vergleden,
Door vrolijk winterlicht in gloed gezet,
Heeft slechts de zon gezien hoe mijn stilet
In ’t ijssmaragd de regels heeft gesneden.

’t Verheugt me dat een dichter mijn sonnet
Begrijpen zal. Al zal aan ’t volk beneden
Mijn groet nooit vreugde brengen, naar ik wed!

Hoog boven, waar de luchten blauw vergleden,
Graveerde ik op een middag een sonnet,
Slechts voor degeen die daar zijn voetstap zet.

 

De tempel van de zon

Zes marmren zuilen, glinsterend als goud,
En uitgestrekte, groengekleurde dalen,
Sneeuw op de Libanon, de hemel blauwt.

Oude ruïne, ik zag vele malen
De Nijl, de sfinx, de piramiden: geen
Kan het in kracht en schoonheid bij jou halen!

Daar in de zandzee brokken grijsgeel steen,
Vergeten graven uit een ver verleden.
Hier heerst de levensblijheid van voorheen.

Aartsvaderlijke, vorstelijke kleden –
Sneeuwwitte linten op de Libanon –
Komen als bonte talliths naar beneden.

Daaronder groene tuinen, een gazon,
Zoet als een koele bergwind, vol genade,
Het ruisen van een malachieten bron.

De woonplaats van een vroegere nomade.
Al is het nu een stil, vergeten oord:
De zon schijnt eeuwig op de colonnade.

 

Vertaald door Margriet Berg en Marja Wiebes

 

 
Ivan Boenin (22 oktober 1870 – 8 november 1953)
Portret door Leonard Tourjanski,1905

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Russische schrijver en dichter Ivan Aleksejevitsj Boenin werd geboren in Voronezj op 22 oktober 1870. Zie ook alle tags voor Ivan Boenin op dit blog.

Uit: Er ist wieder da

„Es war nicht mehr zu leugnen, dass sich das deutsche Volk zuletzt im epischen Ringen mit dem Engländer, mit dem Bolschewismus, mit dem Imperialismus als das unterlegene erwiesen hatte und damit seine Fortexistenz selbst auf dem primitivsten Stadium eines Jäger- und Sammlertums, ich sage es schlicht: verwirkt hatte. Von daher hat es auch jegliches Anrecht auf Wasserwerke, Brücken, Straßen verspielt. Und auch auf Türklinken. Deshalb gab ich den Befehl, und ein wenig auch der Vollständigkeit halber, denn natürlich habe ich damals auch gelegentlich ein paar Schritte vor und um die Reichskanzlei getan, und man muss es da unwiderruflich zur Kenntnis nehmen: Der Amerikaner, der Engländer, sie hatten uns mit ihren Fliegenden Festungen in Hinsicht auf meinen Befehl schon großflächig eine beträchtliche Menge Arbeit abgenommen. Ich habe die Umsetzung dieses Befehls in der Folgezeit natürlich nicht in allen Einzelheiten kontrolliert. Man kann sich vorstellen, ich hatte viel zu tun, die Niederringung des Amerikaners im Westen, die Abwehr des Russen im Osten, die städtebauliche Weiterentwicklung der Welthauptstadt Germania und so weiter, aber mit den übrigen Türklinken hätte die deutsche Wehrmacht meiner Einschätzung nach fertigwerden müssen. Und insofern hätte es dieses Volk eigentlich nicht mehr geben dürfen.
Es ist aber, wie ich jetzt feststelle, noch immer da.
Das ist mir einigermaßen unbegreiflich.
Andererseits: Ich bin ja auch da, und das verstehe ich genauso wenig.
Ich erinnere mich, ich bin erwacht, es dürfte früher Nachmittag gewesen sein. Ich öffnete meine Augen , ich sah über mir den Himmel. Er war blau, leicht bewölkt, es war warm, und mir war sofort klar, dass es für April zu warm war. Man konnte es fast heiß nennen. Es war vergleichsweise still, über mir war kein Feindflieger zu sehen , kein Geschützdonner zu hören, keine Einschläge in der Nähe, keine Luftschutzsirenen. Ich registrierte auch: keine Reichskanzlei, kein Führerbunker. Ich wandte den Kopf, ich sah, ich lag auf dem Boden eines unbebauten Grundstücks, umgeben von benachbarten Häuserwänden, aus Ziegeln gemauert, teilweise von Schmutzfinken beschmiert, ich ärgerte mich sofort und beschloss spontan, Dönitz herbeizuzitieren. Ich dachte zuerst gar, wie in einem Halbschlummer, ja liegt denn Dönitz auch hier irgendwo herum, dann siegte die Disziplin, die Logik, ich erfasste rasch die Eigenwilligkeit der Lage. Ich kampiere üblicherweise nicht unter freiem Himmel.”

 

 
Timur Vermes (Neurenberg, 1967)