De Nederlandse dichter en schrijver Bart Chabot werd geboren in Den Haag op 26 september 1954. Zie ook mijn blog van 26 september 2010 en eveneens alle tags voor Bart Chabot op dit blog.
Uit: Triggerhappy
“De eerste avond stonden de sterren, en dat waren er nogal wat – duizenden zo zonder grotestadslicht – boven het huis en de omringende bergen geparkeerd, zonder op te schuiven of in te schikken. De hemel leek een kunstwerk, alsof het doek was weggetrokken en de lucht zojuist onthuld. In Den Haag keek Frank zelden naar de sterren; een enkele keer daargelaten, op kerstavond bijvoorbeeld, of als Nicole en hij bezoek uitlieten. Naar de hemel turen bewaarde je onbewust voor als je op vakantie was en nauwelijks iets omhanden had.
Later die avond kregen ze ruzie, moe als ze waren van de lange reis naar de Haut-Languedoc en moe van wat ze van thuis met zich meedroegen, onuitgesproken zaken; en ten slotte vielen ze in slaap. Het met elkaar goedmaken zou tot de volgende dag moeten wachten.
De veldkrekels, forse exemplaren, die al vroeg in de middag met tjirpen begonnen, vulden de lucht en daarmee de middag.
In de struiken rond het zwembad huisden de horzels, die tevoorschijn kwamen als je het water verliet en zich eenmaal in de nabijheid van een natte rug, schouder of dijbeen niet eenvoudig lieten wegbonjouren.
Tweemaal per week kwam een man die het zwembad bijhield het terrein van Villa Aurora op. Een man die zo vroeg en stilletjes arriveerde dat je hem niet hoorde. Dat hij was langs geweest, leidde Frank af uit het feit dat het terrasmeubilair was opgeruimd en het zwembadwater lichter blauw was. Frank zou de schoonmaker niet éen keer treffen, alsof deze hem ontweek; hoewel Frank een lichte slaper was die in Den Haag meestal van het minste gerucht wakker werd en dan beneden controleerde of alles in orde was – op de waakzaamheid van de hond had Frank nooit durven vertrouwen – en daarna stil in bed schoof om Nicole niet te wekken, zoals hij Juliette indertijd evenmin had gewekt tijdens zijn nachtelijke rondes.”
Bart Chabot (Den Haag, 26 september 1954)
De Engels-Amerikaanse dichter en schrijver T. S. Eliot werd op 26 september 1888 geboren in St.Louis, Missouri. Zie ook mijn blog van 26 september 2010 en eveneens alle tags voor T. S. Eliot op dit blog.
Sweeney Among the Nightingales
Apeneck Sweeney spreads his knees
Letting his arms hang down to laugh,
The zebra stripes along his jaw
Swelling to maculate giraffe.
The circles of the stormy moon
Slide westward toward the River Plate,
Death and the Raven drift above
And Sweeney guards the horned gate.
Gloomy Orion and the Dog
Are veiled; and hushed the shrunken seas;
The person in the Spanish cape
Tries to sit on Sweeney’s knees
Slips and pulls the table cloth
Overturns a coffee-cup,
Reorganized upon the floor
She yawns and draws a stocking up;
The silent man in mocha brown
Sprawls at the window-sill and gapes;
The waiter brings in oranges
Bananas figs and hothouse grapes;
The silent vertebrate in brown
Contracts and concentrates, withdraws;
Rachel née Rabinovitch
Tears at the grapes with murderous paws;
She and the lady in the cape
Are suspect, thought to be in league;
Therefore the man with heavy eyes
Declines the gambit, shows fatigue,
Leaves the room and reappears
Outside the window, leaning in,
Branches of wisteria
Circumscribe a golden grin;
The host with someone indistinct
Converses at the door apart,
The nightingales are singing near
The Convent of the Sacred Heart,
And sang within the bloody wood
When Agamemnon cried aloud,
And let their liquid droppings fall
To stain the stiff dishonoured shroud.
T. S. Eliot (26 september 1888 – 4 januari 1965)
De Nederlandse schrijver Thomas van Aalten werd geboren in Huissen bij Arnhem op 26 september 1978. Zie ook alle tags voor Thomas van Aalten op dit blog.
Uit: Leeuwenstrijd
“Mijn vader ziet er jongensachtig uit met zijn lichtgebruinde huid, vlotte shirts, sneakers en zijn iPod; hij kleedt zich eigenlijk als een puber. Ik had liever een vader gehad zoals ik op plaatjes in een oud kinderboek rag: een met een spencer, een pijp en een baard. Zo’n vader die in de schuur een hok voor de hond timmert. Maar ik zie mijn vader amper want ik woon bij mijn moeder en bovendien wil mijn vader zelf eeuwig kind zijn, terwijl ik zelf niets liever zou willen dan oud worden omdat veertien jaar zijn het ergste is wat je kan overkomen.
Jammer dat je niet kunt zeggen: ‘Sorry, jongens, maar ik sla even over, ik word geen veertien maar schakel meteen door naar achttien, oké?‘ In de ogen van je moeder ben je nog een knulletje, en dat zul je nog wel even blijven, maar je hebt al wel een beetje haar op je zak en een rare stem die overslaat en je zit in een groeispurt – slungelige armen, onhandig lange benen – omdat je elke dag een heel brood naar binnen schuift. Tenminste, als je niet in de pauze op school zakken winegums en chips koopt, zoals veel klasgenoten doen.
Je bent waarschijnlijk op je veertiende meer klaar met de wereld dan je de rest van je leven zult zijn. Maar het gekke is: het lijkt of al die andere veertien- en vijftienjarigen uit mijn klas het leven doodnormaal vinden. Of zullen ze ’s avonds allemaal, net als ik, op hun bed liggen met hun handen onder hun achterhoofd, kijkend naar het plafond? Hoe komt het dat er niets aan de hand lijkt met die lui?”
Thomas van Aalten (Huissen, 26 september 1978)
De Oostenrijkse dichter, schrijver en vertaler Christoph W. Bauer werd geboren in Kolbnitz op 26 september 1968. Zie ook alle tags voor Christoph W. Bauer op dit blog
Supersonic
L
per du mit den dingen sie personifizierten die
stühle zwischen die sie gerieten um nicht
zu verstummen am gegenüber kehrten sie
dem spiegel den rücken wie einer geschichte
von der sie nicht mehr gelesen
werden wollten weil sie mit ihnen rechnete
in gesichertem vokabular zur bergkette
geschmiedet an der eine zukunft
herbeigezogen kam mit sonorer stimme
und worten die ihnen fehlten
erwachten in möbeln plüschkameraden
um platz zu greifen in andrem ins gebet der
mimikry genommen stets ab durch die mitte
Christoph W. Bauer (Kolbnitz, 26 september 1968)
De Braziliaanse schrijver Luís Fernando Veríssimo werd geboren op 26 september 1936 in Porto Alegre, Rio Grande do Sul. Zie ook alle tags voor Luís Fernando Veríssimo op dit blog.
Uit:Borges and the Eternal Orangutans (Vertaald door Jull Costa)
‘You mean that if the writer were to stab someone three times, he could allege that he was merely doing so in order to improve his style.’
‘Something like that. Soaking up experience and atmosphere.’
‘It’s said that the artist Turner used to have himself lashed to the ship’s mast during storms at sea so that he could make sure he was getting the colours and details of his painted vortices right.’
‘And it worked. But neither you nor I will ever experience “the slicer”, Vogelstein. We are condemned to “the blade”, to the knife purely as theory. Even if we used “the slicer” against someone, we would still be ourselves, watching, analyzing the scene, and, therefore, inevitably, holding “the blade” in our hand. I don’t think I could kill anyone, apart from my own characters. And I don’t think I would feel comfortable at sea either. There aren’t any libraries at sea. The sea replaces the library.”
Luís Fernando Veríssimo (Porto Alegre, 26 september 1936)
De Engelse schrijver Mark Haddon werd geboren op 26 september 1962 in Northampton. Zie ook alle tags voor Mark Haddon op dit blog.
Uit: The Red House
“The week after the funeral Dominic had been standing at the sink bottle-brushing the green vase. The last of the freak snow was still packed down the side of the shed and the rotary washing line was turning in the wind. Angela came in holding the phone as if it was a mystery object she’d found on the hall table. That was Richard.
Dominic upended the vase on the wire rack. And what did he want?
He’s offered to take us on holiday.
He dried his hands on the tea towel. Are we talking about your brother, or some entirely different Richard?
We are indeed talking about my brother.
He really had no idea what to say. Angela and Richard had spent no more than an afternoon in each other’s company over the last fifteen years and their meeting at the funeral had seemed perfunctory at best. Where’s the exotic location?
He’s rented a house on the Welsh border. Near Hay-on-Wye.
The fine sandy beaches of Herefordshire. He halved the tea towel and hung it over the radiator.
I said yes.
Well, thanks for the consultation.
Angela paused and held his eye. Richard knows we can’t afford a holiday of our own. I’m not looking forward to it any more than you, but I didn’t have a great deal of choice.
He held up his hands. Point taken. They’d had this argument way too many times. Herefordshire it is then.
Ordnance Survey 161. The Black Mountains / Y Mynyddoedd Duon. Dominic flipped up the pink cover and unfolded the big paper concertina. He had loved maps since he was a boy. Here be monsters. X marks the spot. The edges of the paper browned and scalloped with a burning match, messages flashed from peak to peak using triangles of broken mirror.”
Mark Haddon (Northampton, 26 september 1962)
De Engelse schrijver, criticus en columnist William Self werd geboren in Londen op 26 september 1961. Zie ook alle tags voor William Self op dit blog en ook mijn blog van 26 september 2010.
Uit: Junk Mail
“LAST YEAR IHAVING been a slap-up one for Burroughsians, it was almost too much to hope that the publication of the Letters 1945-1959 would put any more flesh on the junk-atrophied bones of the notorious ‘l-Iombre Invisible’. Besides, in the wake of media brouhaha surrounding David Cronenberg’s Naked Lunch and Ted Morgan’s exhaustive biography Literary Outlaw, how much more weight could the Burroughs myth really bear? Fortunately, the answer is: a lot.
The letters collected here by Oliver Harris have been re- edited from an expurgated edition long out of print. They are written principally to Allen Ginsberg, Burroughs’s tireless friend, amanuensis, literary agent and all-round bum-chum, with short culs-de-sac heading off towards Jack Kerouac and Neal Cassady, the other corners of the Beat hotting circuit.
Harris has assembled these, together with a somewhat gee-whiz introduction and comprehensive notes, to form what may conceivably be Burroughs’s best work of all. Burroughs was aware at the time of the centrality of his correspondence to his literary endeavour: ‘Maybe,’ he remarks to Allen Ginsberg at the core of this volume, ‘the real novel is in letters to you.’
It is. The letters display all the sassiness, the marriage of Mandarin and slang, the shoot-from-the-hip aphorizing of Burroughs’s best prose, but decoupled from the rather portentous literary experimentation and attitudinizing that has marked his oeuvre since fame hit with the publication of Naked Lunch, shortly after the chronological end of this volume.”
William Self (Londen, 26 september 1961)
Zie voor nog meer schrijvers van de 26e september ook mijn vorige blog van vandaag.