Bas Heijne, Benjamin Lebert, Wessel te Gussinklo, Simone de Beauvoir, Theodor Holman, Danny Morrison, Kurt Tucholsky

De Nederlandse schrijver, essayist, columnist en vertaler Bas Heijne werd geboren op 9 januari 1960 in Nijmegen. Zie ook alle tags voor Bas Heijne op dit blog.

Uit: Een oord van onderkoelde verschrikking

“Dostojewski en Fitzgerald, verbaasd vinden ze elkaar in het werk van hun nazaat Bret Easton Ellis. Met Dostojewski deelt Ellis een obsessie met de ongrijpbare pathologische inslag van de mens, het duistere binnenste dat een man tussen twee beschaafde zinnen naar een bijl doet grijpen. Met Fitzgerald heeft hij een hartstocht voor wereldsheid gemeen, een hang naar een leven dat enkel en alleen uit glanzende oppervlakten bestaat. Verslaafd is hij aan een cultuur die iedere betekenis heeft afgezworen, die zich volledig aan de roes van het luchtledige heeft overgegeven. Less than zero, American Psycho (zijn meesterwerk), Glamorama, het zijn stuk voor stuk romans geschreven vanuit een obsessie met de wereld als enkel en alleen nog buitenkant. Zijn verslaving uit zich in zijn overvloedige vermelding van de gestroomlijnde glamour van het Amerika van de jonge verwende superrijken, de talloze merken en labels en namen die tezamen een universum van uiterlijkheden vormen.
Dat die verslaving voor misverstanden zou zorgen, was – zeker wanneer je terugkijkt – te verwachten. Less than zero en in mindere mate The rules of attraction waren generatieromans – en generatieromans moeten het altijd hebben van het soort heftige, verdwaasde vereenzelviging waar je op je twintigste behoefte aan hebt. Ellis werd gezien als lid van de Brat Pack, het groepje jonge auteurs dat de gevestigde literaire orde in de jaren tachtig wel even een lesje zou leren. Dat Ellis in die jaren op een hoop werd gegooid met schrijvers als Tama Janowitz en Jay McInerney, het lijkt nu onvoorstelbaar, maar de modieuze kritische oordelen die over deze groep werden geveld, waren onderdeel van hun succes in de media en hun cultstatus bij nieuwe lezers. Zoals iedere verloren generatie – en welke nieuwe generatie is niet voor minstens een paar jaar verloren? – koketteerden ze met de totale zinloosheid en de totale verlorenheid. Ikzelf ergerde me toentertijd juist aan het in mijn ogen al te gemakzuchtige moralisme in Less than zero, de gulzige opeenstapeling van bewijzen van totale gevoelloosheid bij zijn personages, terwijl de schrijver zijn lezers tussen de regels maar bleef porren – of we wel beseften hoe erg het was? Ik hield niet zo van boeken over jongeren die bedoeld waren om ouderen te shockeren. Ellis wilde een generatie laten zien die in verlorenheid alle voorgaande overtrof, en ik vond toen dat hij zich schuldig maakte aan effectbejag – een lijk een vuurtje geven, ja hoor!”

 

 
Bas Heijne (Nijmegen, 9 januari 1960)

 

De Duitse schrijver Benjamin Lebert werd geboren op 9 januari 1982 in Freiburg im Breisgau. Zie ook alle tags voor Benjamin Lebert op dit blog.

Uit: Kannst du

„Natürlich sagte sie mir auch, was ich einzupacken hatte.
Wir setzten uns in die Küche und tranken Wein. Draußen mischte sich Dunkelheit in den Tag. Eine kleine Kerzenflamme tänzelte in einem Glas auf dem Tisch. Lichtflecken zitterten auf der Tischplatte und auf der Wand. Die Rotweingläser schimmerten. Wir redeten wenig. Unsere Blicke hielten einander nicht lange stand. Gut möglich, dass wir uns beide heimlich fragten, ob es wirklich die richtige Entscheidung gewesen war, sich auf diese Sache einzulassen. Sie hatte zwei Reiseführer mitgebracht, Schweden und Norwegen.
»Damit wir nicht verloren gehen«, meinte sie. Wir legten uns früh schlafen.
Und als Tanja ihr T-Shirt über den Kopf zog, meine Hände nahm und sie zu ihren runden, festen Brüsten führte, da wusste ich:
In dieser Nacht würde ich nicht verloren gehen.
Am Morgen darauf stiegen wir in den Zug nach Rostock. Es schien, als ob sich ganz Berlin in diesem Zug befände. Die Leute drängelten. Wir ergatterten gerade noch zwei einzelne Plätze in einem Großraumabteil. Unsere Rucksäcke quetschten wir zwischen andere Gepäckstücke auf den Gang. Beim ersten Halt kam eine Schulklasse in das Abteil gerauscht. Alle waren ungefähr vierzehn Jahre alt. Sie rauchten, nannten sich Penner und Wichser. Ein fülliges Mädchen wirkte, als wäre es nicht sonderlich beliebt in ihrer Klasse. Zwei Jungen liefen abwechselnd zu ihr hin und flüsterten ihr etwas zu. Sie tippte sich daraufhin mit dem Zeigefinger an die Stirn. Sie tat mir Leid. Später tauchte ein Bundeswehrsoldat auf. Er rauchte am geöffneten Fenster. Der Rauch seiner Zigarette wurde aus dem Spalt gerissen. Er stieg eine Station vor Rostock aus.”

 

 
Benjamin Lebert (Freiburg im Breisgau, 9 januari 1982)

 

De Nederlandse schrijver Wessel te Gussinklo werd geboren in Utrecht op 9 januari 1941. Zie ook alle tags voor Wessel te Gussinklo op dit blog.

Uit: De kleine welp

“Toen hij de trap afkwam zag hij opeens de zwartleren portemonnee van zijn moeder op de kapstok liggen en meteen bonkte iets in hem en hij bleef roerloos staan zonder dat hij precies wist waarom. Op slag was het van hem afgevallen, het onbehagen, de verveling, het niet herkennen.
Hij had zich al de hele middag rusteloos gevoeld, gespannen, alsof er iets ging gebeuren of veranderde. Hij wist niet wat of hoe. Er ontbrak iets. Er was iets weg. Alles was leeg en koud, niet zichzelf, alsof er onzichtbare stukken afgevallen waren. Ook hijzelf. Hij paste niet meer. Hij kon het niet begrijpen.
Hij was op zijn bed gaan liggen en dacht aan de bijenzwerm die hij zou gaan houden. Maar er schoof iets tussen en het bestond niet meer. En toen hij aan de boom dacht die hij liet groeien zag hij hem niet. Ook het geheim was kleurloos (de afgezaagde tak in een bosje struiken, die hij uitgehold had en waarin hij een cent en een kettinkje gestopt had en daarop een kurk, ingesmeerd met modder, zodat niemand het kon vinden. Alleen zijn beste vriendje mocht het weten en dat was Hennie nu). Of het riviertje dat door de regen gevormd werd in het park en dat hij overdekt had met takjes en daar graspolletjes op, zodat het een onderaards riviertje was geworden dat niemand kon zien, en niemand wist het, niemand wist het, niemand wist het… Meestal tintelde hij bij de gedachte. Of de uitleenbibliotheek, vier cent per boek. Allemaal stripverhalen die hij uit kranten geknipt had en door middel van ijzerdraadjes gebundeld. Eric de Noorman, Tekko Taks, Tom Poes, Kapitein Rob, Ketelbinkie en Panda. Rijer, Hennie, tante To en juffrouw Weber hielpen ook mee. Ze knipten ook stripverhalen uit de krant. De bibliotheek zou steeds groter worden.
Het hielp niet meer, hij voelde het niet. Alle warmte was eruit verdwenen. Als hij naar ze keek waren het alleen nog maar kleine onverschillige dingen met ijzerdraadjes en een bruin kaft. Er was geen beeld meer bij, een gebeuren dat een ding was waarbuiten niets bestond en waarin hij opging. Het waren nietige, weerloze dingen bij alle vormen en dingen en kleuren die oneindig waren, al maar door gingen. Ze waren alleen maar dit: bepaald, begrensd, alleen maar papier, zonder dat daar nog iets bij kwam. En het waren ook nog niet eens echte boekjes, die je kocht.”

 

 
Wessel te Gussinklo (Utrecht, 9 januari 1941)

 

De Franse schrijfster Simone de Beauvoir werd geboren op 9 januari 1908 in Parijs. Zie ook alle tags voor Simone de Beauvoir op dit blog.

Uit: La Vieillesse

« Cependant, à distance, c’est celle-ci que nous considérons le plus lucidement. Elle fait partie de nos possibilités immédiates, à tout âge elle nous menace ; il nous arrive de la frôler ; souvent nous en avons peur. Tandis qu’on ne devient pas vieux en un instant : jeunes, ou dans la force de l’âge, nous ne pensons pas, comme Bouddha, être déjà habités par notre future vieillesse : elle est séparée de nous par un temps si long qu’il se confond à nos yeux avec l’éternité ; ce lointain avenir nous paraît irréel. Et puis les morts ne sont rien ; on peut éprouver un vertige métaphysique devant ce néant, mais d’une certaine manière il rassure, il ne pose pas de problème. « Je ne serai plus » : je garde mon identité dans cette disparition1. A 20 ans, à 40 ans, me penser vieille, c’est me penser autre. Il y a quelque chose d’effrayant dans toute métamorphose. J’étais stupéfaite, enfant, et même angoissée quand je réalisais qu’un jour je me changerais en grande personne. Mais le désir de demeurer soi-même est généralement compensé dans le jeune âge par les considérables avantages du statut d’adulte. Tandis que la vieillesse apparaît comme une disgrâce : même chez les gens qu’on estime bien conservés, la déchéance physique qu’elle entraîne saute aux yeux. Car l’espèce humaine est celle où les changements dus aux années sont les plus spectaculaires. Les animaux s’efflanquent, s’affaiblissent, ils ne se métamorphosent pas. Nous, si. On a le cœur serré quand à côté d’une belle jeune femme on aperçoit son reflet dans le miroir des années futures : sa mère. (…) Devant l’image que les vieilles gens nous proposent de notre avenir, nous demeurons incrédules ; une voix en nous murmure absurdement que ça ne nous arrivera pas : ce ne sera plus nous quand ça arrivera. Avant qu’elle ne fonde sur nous, la vieillesse est une chose qui ne concerne que les autres. Ainsi peut-on comprendre que la société réussisse à nous détourner de voir dans les vieilles gens nos semblables.
Cessons de tricher ; le sens de notre vie est en question dans l’avenir qui nous attend ; nous ne savons pas qui nous sommes, si nous ignorons qui nous serons : ce vieil homme, cette vieille femme, reconnaissons-nous en eux. Il le faut si nous voulons assumer dans sa totalité notre condition humaine. Du coup, nous n’accepterons plus avec indifférence le malheur du dernier âge, nous nous sentirons concernés : nous le sommes.”

 

 
Simone de Beauvoir (9 januari 1908 – 14 april 1986)

 

De Nederlandse schrijver, columnist, dichter, scenarioschrijver en radiopresentator Theodor Holman werd geboren in Amsterdam op 9 januari 1953. Zie ook alle tags voor Theodor Holman op dit blog.

 

Er is een woning die leeg staat

Er is een woning die leeg staat,
een lichaam dat vreest
en een mens die hunkert
in de liefde verweest.
Er is ’n mond die wil zeggen,
een oor dat liever niet hoort.
Er valt veel uit te leggen
en de lijn is gestoord.
Ik wil niet meer, wil niet meer, ‘k wil weg
naar ’n ander, vreemd dat ik dit zeg.
‘k Wil naar jou en dan weer terug.
‘k Wil naar jou en dan weer terug.
Liefde is dun, liefde is zwaar,
maar alleen wat ik doe, wat ik doe dat is waar.
En de woorden zijn lelijk en m’n gedrag misschien vals,
maar ik kan niet anders, zelfs niet als
‘k zeg ik wil jou, ik wil jou, ik wil jou niet meer.
Ik wil jou alleen, jou alleen, jou alleen niet meer.

 

 
Theodor Holman (Amsterdam, 9 januari 1953)

 

De Noordierse schrijver en journalist Danny Morrison werd geboren op 9 januari 1953 in Belfast. Zie ook alle tags voor Danny Morrison op dit blog.

Uit: Then The Walls Came Down

“Anyway, Pat Sheehan christened him Adrian Mole, aged nineteen-and-three-quarters, after the fictional character, because of his thick glasses and utter innocence. Whilst here he had a lot of exciting entries to make in his diary. This is what happened on his second day in jail. Jim O’Carroll: “Okay, everyone. Saturday afternoon, our turn for the swimming pool! Are you okay, mate?”
Adrian said that he couldn’t swim but was told not to worry, he would learn quickly, and one of the other lads had a spare set of shorts and goggles.
Jim said, “And don’t forget later to bring your mattress to the canteen for the judo classes.”
Davy Clinton shouts from the bottom of the wing to Jim: “Put my name down for swimming!”
Jim replies: “Fuck off, you’re barred, you were caught pissing in the pool last week.”
Adrian was told to put on his good clothes when the screws called us for the Sunday night disco (“They let a few girls in but there’s not enough to go around.”)
Yes, Adrian grew up very quickly in here!
On my last visit I had Kevin and Liam up. Liam was moody but when I whispered to him and asked him what was wrong he said he missed me and would love to go back to my cell. So that gave me a lump in my throat. That’s the first time whilst I’ve been in here that he has been openly emotional or, rather, explicit.
Right, I’ll go now and speak to you later.
I forgot to say, Roy and I have been charged by the governor after a cell search. The charge reads that, “You, along with prisoner D. McCool A3616, had in your cell a plastic bottle of liquid suspected of being alcohol.” But the adjudication has been adjourned until the new year.”

 

 
Danny Morrison (Belfast, 9 januari 1953)

 

De Duitse dichter, schrijver, columnist en journalist Kurt Tucholsky werd geboren in Berlijn op 9 januari 1890. Zie ook alle tags voor Kurt Tucholsky op dit blog.

 

Deutscher Abend

Nun gönnt die Firma stillen Abendfrieden
dem Arbeitsmann, den Mädels, dem Kommis –
nun sitzt ganz Deutschland um den runden, lieben
gedeckten Tisch und sieht aufs Visavis.

Da liegt das Land: ganz schwarz und blau und dunkel.
Es klirrt der Wind im Telegraphendraht.
Ein gelbes Fenster grüßt dich mit Gefunkel:
hier spielt der Förster seinen Dauerskat.

Man hebt die Zeitung, läßt sie wieder sinken,
die Welt, ihr Lieben, geht den alten Lauf –
hieraufbezüglich kann man einen trinken,
die Pfeife qualmt, nun steigt der Mond herauf.

Und hundert Mimen spreizen ihre Glieder,
und hundert Bürger füllen sich mit Bier …
Und hundert Mädchen summen kleine Lieder,
denn morgen, morgen muß er fort von hier.

O Herr, so wie wir hinieden krauchen,
so segne Land und Leute und Kompott.
Verlaß dich drauf: wir könnens brauchen,
wir könnens brauchen, lieber Gott!

 

Rosen auf den Weg gestreut

Ihr müsst sie lieb und nett behandeln,
erschreckt sie nicht – sie sind so zart!
Ihr müsst sie Palmen sie umwandeln,
getreulich ihrer Eigenart!
Pfeift eierm Hunde, wenn er sie ankläfft:
küsst die Faschisten, wo ihr sie trefft!

Wenn sie in ihren Sälen hetzen,
sagt, “Ja und Amen – aber gern!
Hier habt ihr mich – schlagt mich in Fetzen!”
Und prügeln sie, so lobt den Herrn.
Denn Prügeln ist doch ihr Geschäft!
Küsst die Faschisten, wo ihr sie trefft!

Und schießen sie: du lieber Himmel,
schätzt ihr das Leben so hoch ein?
Das ist ein Pazifisten-Fimmel!
Wer möchte nicht gern Opfer sein?
Und spürt ihr auch in euerm Bauch
den Hitlerdolch, tief, bis zum Heft:
Küsst die Faschisten, wo ihr sie trefft!

 

 
Kurt Tucholsky (9 januari 1890 – 21 december 1935)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 9e januari ook mijn vorige twee blogs van vandaag.