De Amerikaanse dichter en schrijver Billy Collins werd geboren in New York op 22 maart 1941. Zie ook alle tags voor Billy Collins op dit blog.
AMERICAN SONNET
We do not speak like Petrarch or wear a hat like Spenser
and it is not fourteen lines
like furrows in a small, carefully plowed field
but the picture postcard, a poem on vacation,
that forces us to sing our songs in little rooms
or pour our sentiments into measuring cups.
We write on the back of a waterfall or lake,
adding to the view a caption as conventional
as an Elizabethan woman’s heliocentric eyes.
We locate an adjective for the weather.
We announce that we are having a wonderful time.
We express the wish that you were here
and hide the wish that we were where you are,
walking back from the mailbox, your head lowered
as you read and turn the thin message in your hands.
A slice of this place, a length of white beach,
a piazza or carved spires of a cathedral
will pierce the familiar place where you remain,
and you will toss on the table this reversible display:
a few square inches of where we have strayed
and a compression of what we feel.
THE AFTERLIFE
While you are preparing for sleep, brushing your teeth,
or riffling through a magazine in bed,
the dead of the day are setting out on their journey.
They are moving off in all imaginable directions,
each according to his own private belief,
and this is the secret that silent Lazarus would not reveal:
that everyone is right, as it turns out.
You go to the place you always thought you would go,
the place you kept lit in an alcove in your head.
Some are being shot up a funnel of flashing colors
into a zone of light, white as a January sun.
Others are standing naked before a forbidding judge who sits
with a golden ladder on one side, a coal chute on the other.
Some have already joined the celestial choir
and are singing as if they have been doing this forever,
while the less inventive find themselves stuck
in a big air-conditioned room full of food and chorus girls.
Some are approaching the apartment of the female God,
a woman in her forties with short wiry hair
and glasses hanging from her neck by a string.
With one eye she regards the dead through a hole in her door.
There are those who are squeezing into the bodies
of animals–eagles and leopards—and one trying on
the skin of a monkey like a tight suit,
ready to begin another life in a morc simple key,
while others float off into some benign vagueness,
little units of energy heading for the ultimate elsewhere.
FIFTIETH BIRTHDAY EVE
The figure alone is enough to keep me wide awake,
the five with its little stationmaster’s belly
and cap with a flat visor, followed by the zero,
oval of looking glass, porthole on a ghost ship,
an opening you stick your arm through and feel nothing.
I want to daydream here in the dark, listening
to the trees behind the house reciting their poems,
bare anonymous beings, murmuring to themselves
in lines that reach out like long branches in spring.
I want my mind to be a sail, susceptible to any breeze
that might be blowing across the lake of consciousness.
But I keep picturing the number, round and daunting:
I drop a fifty dollar bill on a crowded street.
I carry a fifty pound bag of wet sand on my shoulders.
I see fifty years leaping a fence in a field, one by one.
I fan the five decades before me like a poker hand.
I try contemplating the sufferings of others, Rossini,
for example, considered by many to be the Father
of Modern Insomnia for his prolonged sleeplessness
during the composition of the William Tell Overture.
But even a long meditation on the life of Brahms,
recognized by all as the Father of the Modern Lullaby,
will not dispel the fives and zeros, gnomes in the night,
perched on the bedposts, one straddling a closet doorknob.
By dawn, I have become a Catholic again,
the oldest altar boy in the parish, complete.
Sneeuwruimen met Boeddha
In de gebruikelijke iconografie van de tempel of de plaatselijke Chinees
zou je hem nimmer zoiets zien doen,
droge sneeuw over de berg
van zijn naakte, ronde schouder werpen,
zijn haar in een knot gebonden,
een schoolvoorbeeld van concentratie.
Zitten is meer zijn tempo, als dat het woord is
voor wat hij doet, of niet doet.
Zelfs het seizoen is het verkeerde voor hem.
Is het bij al zijn verschijningsvormen niet warm en klam?
Ligt dat niet verscholen in zijn serene gelaatsuitdrukking,
die glimlach die zo breed is dat hij zich rond het middel van het universum windt?
Maar hier zijn we, ons een weg banend langs de oprit,
schep voor schep.
We werpen de lichte poeder in de heldere lucht.
We voelen de koude nevel op onze gezichten.
En met elke schep verdwijnen we
en raken voor elkaar verloren
in deze plotselinge wolken van eigen makelij
deze fonteinuitbarstingen van sneeuw.
Dit is zoveel beter dan een preek in de kerk,
zeg ik hardop, maar Boeddha blijft scheppen.
Dit is de ware godsdienst, de godsdienst van de sneeuw,
en zonlicht en winterse gakkende ganzen in de lucht,
zeg ik, maar hij is te druk bezig om me te horen.
Hij heeft zichzelf op sneeuwruimen geworpen
alsof dat het doel van het bestaan is,
alsof het een teken van volmaakt leven is
dat je met de auto gemakkelijk achteruit kunt rijden
over een schone oprit, op weg
naar de ijdelheden van de wereld
met een kapotte ventilator en een liedje op de radio.
De hele morgen werken we zij aan zij,
ik met mijn commentaar
en hij gehuld in de gulle buidel van zijn zwijgen,
tot het bijna middag is
en de sneeuw hoog opgetast om ons heen ligt;
dan pas hoor ik hem spreken.
Kunnen we hierna, vraagt hij,
naar binnen gaan en een potje kaartspelen?
Zeker, antwoord ik, en ik zal wat melk opwarmen
en koppen chocolademelk op tafel zetten
terwijl jij de kaarten schudt,
en onze laarzen druipend bij de deur staan.
Aaah, zegt Boeddha, zijn ogen opheffend
en een ogenblik op zijn schep leunend
voor hij het dunne blad weer
diep in de glinsterende witte sneeuw drijft.
Vertaald door Chris Coolsma en Marijke Oomen
Zie voor nog meer schrijvers van de 22e maart ook mijn blog van 22 maart 2020 en eveneens mijn blog van 22 maart 2019 en ook mijn blog van 22 maart 2016 en mijn blog van 22 maart 2014 deel 1 en eveneens deel 2.