De Nederlandse dichter, essayist en germanist C. O, Jellema werd geboren op 9 september 1936 in Groningen. Zie ook alle tags voor C. O. Jellema op dit blog.
Zomernacht
Doe nu eens even die gedachten dicht van je.
Denk nu eens liever niet na over morgen.
Kijk niet steeds weer die bosrand van gisteren
na. Bramenplukker die je bent zoals vroeger
maar nu. Maak even geen onderscheid tussen
een wie en hoezo en de kans op anders.
Doe in je hoofd uit de lamp, hoor wat er is,
ademt en ritselt, kwaakt in de kikkers.
Leef met je lichaam van nachtwind de koelte.
Geeuw je een gat in het hart en proef het
zo rood als het sap van de bramen. Wees langzaam
door vogels gezonden het wordende licht.
De verborgen wegen zijn het mooist
(H.N.Werkman)
De wegen waarlangs de gedachten komen
met het beeld dat je draagt van jezelf in de dingen,
de wegen waarlangs het herinnerde opdaagt,
waarlangs je herkent wie er niet meer zijn;
de wegen waarlangs de uren voorbijgaan,
die van niemand de uren, je werkt aan de wens
wat uit woorden te maken, in de slaap van de woorden
ontwaak je: zo heet het geluk;
de wegen waarlangs je nog ’s winters het koolzaad
ziet bloeien, de bijen hoort gonzen, de zon
op je huid voelt, een lentedag leeftocht –
in het blijvend verbeelde ben je hier;
de wegen waarlangs je de wereld ontvluchten kunt
met je wetende hand op het witte papier,
je raadt wat er staat, maar hoe het te maken
dat het er staan zal, zelf zo ver te komen
daarginds waar het waar is, naar het woord: dat in ’t hart
der kunstvaardigen wijsheid gelegd werd te maken
alles in opdracht –
kijk, mooi hoe een weg in zijn bocht wordt verborgen,
dan ruik in de berm van vers maaigras de geur.
Thomas, genaamd Didymus
4.
Dit is ons brood. Die dood. Daarvan bestaan.
Neem. Eet. Van dag tot dag. Wat ik vergat
wanneer je naast me lag. Beeldspraak is dat.
Ik droeg je immers en je blijft voortaan
als ik het gras opschrijf, schaduw bewaar
voor lettergrepen. Ieder ding bevat
een woord voor taal. Je ging wel maar ik had
verdwijning al tot voorraad opgespaard:
herinnering, je bent er weer, een late
namiddag en de zon schijnt, het is zomer,
de blaren leggen schaduw op het gras –
ik slaap nog net niet, denk, er vallen gaten –
dan lichaamloos door beelden weggenomen:
die eeuwigheid duurt voort in wat ooit was.
De Russische schrijver Leo Tolstoj werd geboren op 9 september 1828 op het landgoed Jasnaja Poljana, in de buurt van Toela. Zie ook alle tags voor Leo Tolstoj op dit blog.
Uit: Oorlog en vrede (Vertaald door Peter Zeeman en Dieuwke Papma)
“De salon van Anna Pavlovna begon zich zoetjesaan te vullen. De hoge adel van Petersburg arriveerde, qua leeftijd en karakter totaal verschillende mensen, maar eender wat betreft het milieu waarin ze allen verkeerden: graaf Z., een diplomaat, arriveerde, behangen met sterren en ridderorden van alle buitenlandse hoven, evenals vorstin L., een verwelkte schoonheid, echtgenote van een ambassadeur; een afgetakelde generaal kwam kreunend binnen, stommelend met zijn sabel; de dochter van vorst Vasili, de beeldschone Hélène, kwam haar vader ophalen om samen met hem naar het feest van de Engelse gezant te gaan. Ze droeg een baljurk met het monogram van de keizerin. Ook de jonge, kleine vorstin Bolkonskaja, die gold als de verleidelijkste vrouw van Petersburg, arriveerde; ze was vorige winter getrouwd, meed nu vanwege haar zwangerschap het drukke uitgaansleven, maar ging nog wel naar bescheiden avondjes.
‘Heeft u mijn tantetje nog nooit ontmoet?’ of ‘Heeft u al eens kennis gemaakt met mijn tantetje?’ vroeg Anna Pavlovna de binnenkomende genodigden, die ze vervolgens bloedserieus meenam naar een klein oud besje dat, met linten hoog in het haar, vanuit een ander vertrek was opgedoken zodra de eerste gasten waren verschenen. Anna Pavlovna noemde hen bij hun naam terwijl ze haar blik langzaam van de bezoeker naar het tantetje liet glijden en verwijderde zich dan. Alle gasten verrichtten dat begroetingsritueel voor het tantetje dat bij niemand bekend was, voor wie niemand zich interesseerde en aan wie niemand behoefte had. Weemoedig, plechtig en begripvol zag Anna Pavlovna goedkeurend toe op hun begroetingen.Het tantetje gaf iedereen in steeds dezelfde bewoordingen iets te verstaan over zijn of haar gezondheid, over haar eigen gezondheid en over de gezondheid van Hare Majesteit, met wie het nu godzijdank beter ging. Allen die op haar toegetreden waren en uit beleefdheid niet lieten merken dat ze haast hadden, gingen met het opgeluchte gevoel zich van een zware plichtpleging te hebben gekweten bij het oudje vandaan om de hele avond niet meer, maar dan ook niet één keer, in haar buurt te komen.”
De Vlaamse dichter en componist Gentil Theodoor Antheunis werd geboren te Oudenaarde op 9 september 1840. Zie ook alle tags voor Gentil Th. Antheunis op dit blog.
Serenade
Naar de muziek van Franz Schubert
Smeekend zacht, als liefdebeden,
Dringt tot u mijn zang;
’t Woud is stil, kom naar beneden,
Liefste, wees niet bang.
Slanke boomen heimlijk fluistren
In den maneschijn;
Geen bespieder staat te luistren;
Kom, o liefste mijn!
’t Zoet gefluit der nachtegalen,
Liefste, hoort-gij ’t niet?
Kan uw hart nog langer dralen
Bij dit smachtend lied?
’t Voegt zich streelend bij mijn zangen,
’t Klaagt van liefdepijn;
’t Zingt van hoop en heet verlangen;
Kom, o liefste mijn!
Ach! hoe kunt-gij langer wachten,
Onverbidlijk zijn?
Kom, en stil mijn liefdeklachten,
Liefste, kom, wees mijn!
Ja! kom, wees mijn.
De Vlaamse schrijver, dichter en journalist Gaston Cyriel Durnez werd geboren in Wervik op 9 september 1928. Zie ook alle tags voor Gaston Durnez op dit blog.
Mei
Als de koe koekt in de bomen
En de nachte gaalt weer blij,
Is de lente weer gekomen,
Is het weer eens mei in mij.
Als de wiele weer gaat walen,
Als de tor weer vrolijk telt,
Vrij ik weer op grote schaal en
Vaart de ooie boven ’t veld.
Alle goud vinkt, elke mé relt,
Elke mei kevert weer fit.
Eén nochtans die nu niet meetelt,
Is de kie dit somber vit.
De Italiaanse dichter en schrijver Cesare Pavese werd geboren in Santo Stefano Belbo op 9 september 1908. Zie ook alle tags voor Cesare Pavese op dit blog.
Death will Come with your Eyes
Death will come with your eyes—
this death that accompanies us
from morning till night, sleepless,
deaf, like an old regret
or a stupid vice. Your eyes
will be a useless word,
a muted cry, a silence.
As you see them each morning
when alone you lean over
the mirror. O cherished hope,
that day we too shall know
that you are life and nothing.
For everyone death has a look.
Death will come with your eyes.
It will be like terminating a vice,
as seen in the mirror
a dead face re-emerging,
like listening to closed lips.
We’ll go down the abyss in silence.
Zie voor nog meer schrijvers van de 9e september ook mijn twee blogs van 9 september 2011.