De Schotse schrijver Christopher Brookmyre werd geboren op 6 september 1968 in Glasgow. Zie ook alle tags voor Christopher Brookmyre op dit blog.
Uit: Als de duivel leidt (Vertaald door Harmien Robroch)
“Ik heb haar het leven ontnomen.
Ik kan het niet ontkennen, heb ik ook nooit gedaan, in elk geval niet voor mezelf. Onder een weidse, donkere, Schotse sterrenhemel heb ik haar het leven ontnomen, terwijl onze collega’s en vrienden even verderop in het grote huis zaten en niets doorhadden.
Ik heb haar het leven ontnomen, wat mijn leven er beter op maakte. Ook dat kan ik niet ontkennen; onverkwikkelijk misschien, een akelige waarheid, maar desalniettemin de waarheid.
Ik leef al dertig jaar met deze wetenschap. Ik zal niet liegen en beweren dat er geen dag voorbijgaat dat ik haar gezicht niet voor me zie; ooit was dat misschien zo, de eerste maanden, misschien zelfs het eerste jaar, maar naarmate de tijd vorderde, bleven de herinneringen langer weg, nam de angst verder af, verwaterde het schuldgevoel. Maar ik zie haar nog steeds voor me, zo duidelijk als die nacht. Haar gezicht vol energie en leven, kleur en uitdrukkingen; en ik zie het ook nietszeggend en leeg en bleek, als een weerspiegeling van de volle maan. Mijn herinneringen aan haar zijn niet vervaagd, alleen opgeborgen als de rekwisieten van een toneelstuk. Zo nu en dan heeft iets in mij behoefte aan een reprise.
Maar geen toneelillusie, dramatische kunstgreep of kunstbloed zou ooit overtuigend genoeg zijn. Die avond leerde ik hoe de dood er werkelijk uitzag.
Ik zie nog steeds de bleke huid van haar armen en benen in dat jurkje met korte mouwen, haar ledematen vreemd rondom haar als een buikspreekpop of marionet, poppenogen die voorgoed een glazige blik hadden gekregen. Het was geen beschuldigende blik. Hij ging langs me heen, was gericht op een plek die niet meer van deze wereld was.
Ze lag op de zachte grond en de maan scheen een schemerig licht op haar begrafenisprocessie, met bomen als baardragers, ogen van bedeesde, angstige wezens die ongezien knipperden en getuigen waren (en één van die bedeesde, angstige, ongeziene wezens zou een mens blijken te zijn).
Aan haar graf werd niet gesproken, geen eerbetoon en geen tranen. Het was er plechtig en stil.
Er kwam muziek uit het huis. Het geluid klonk ver weg, niet verbonden met de plek waar ik stond, een eiland in de tijd waar nog niemand wist wat er was gebeurd. En toch was het zo vlakbij. Er hoefde maar iemand mij te zoeken, haar te zoeken, en het eiland zou overspoeld worden. Ik had de kans om die afstand te behouden, maar de muziek die door de lucht zweefde zei me dat ik snel moest handelen en vastberaden moest zijn.”
De Duitstalige, Iraanse dichter en schrijver Cyrus Atabay werd geboren op 6 september 1929 in Teheran. Zie ook alle tags voor Cyrus Atabay op dit blog.
Over de weerklank
Hoogstens een kenner
van de klopsignalen van de specht,
de afwijkingen en resonanties
onderzoekend van de wisselende boomstammen,
en elk hout heeft een andere toon.
De eisen van de natuur zijn legio
en nestbouw is er maar één van
voor deze luidruchtige vogel,
die op tijd verder trekt,
op zoek
naar een onvindbare echo.
Vertaald door Frans Roumen
Zie voor nog meer schrijvers van de 6e september ook mijn blog van 6 september 2019 en ook mijn blog van 6 september 2017 en ook mijn blog van 6 september 2015 deel 2.