Christopher Brookmyre, Jennifer Egan, Aart G. Broek, Alice Sebold, Julien Green, Jessica Durlacher

De Schotse schrijver Christopher Brookmyre werd geboren op 6 september 1968 in Glasgow. Zie ook mijn blog van 6 september 2010 en eveneens alle tags voor Christopher Brookmyre op dit blog.

 

Uit: Bedlam

 

This is not the end of the world, Ross told himself.

He closed his eyes as a low hum began to sound around him, heralding the commencement of the scan. The effect was more white-out than black-out, the reflective tiles filling the room with greater light than the fine membranes of his eyelids could possibly block.

He should look upon all of it as a new start; several new starts, in fact. Yes: multiple, simultaneous, unforeseen, unwanted and utterly unappealing new beginnings. Welcome to your future.

As he lay on the slab he conducted a quick audit of all the things that had gone wrong in the couple of hours since he’d stepped off his morning bus into a squall of Scottish rain and a lungful of diesel fumes on his way to work. He concluded that it wasn’t a brain scan he needed: it was a brain transplant. Nonetheless, as the scan-heads zipped and buzzed above him, for the briefest moment he enjoyed a sense of his mind being completely empty, an awareness of a fleeting disconnection from his thoughts, as though they were a vinyl record from which the needle had been temporarily raised.

‘Hey Solderburn, are we clear?’ he asked, keeping his eyes closed just in case.

There was no reply. Then he recalled the capricious ruler of the Research and Development Lab telling him to bang on the door if there was a problem, so he deduced there was no internal monitoring.

He opened his eyes and sat up. It was only a moment after he had done so that he realised the tracks and scan-heads were no longer there. He did a double-take, wondering if the whole framework had been automatically withdrawn into some hidden wall-recess: it was the kind of pointless feature Solderburn was known to spend weeks implementing, even though it was of no intrinsic value.”

 

 

 

Christopher Brookmyre (Glasgow, 6 september 1968)

 

De Amerikaanse schrijfster Jennifer Egan werd geboren in Chicago op 6 september 1962. Zie ook mijn blog van 6 september 2010 en eveneens alle tags voor Jennifer Egan op dit blog.

Uit: Bezoek van de knokploeg (Vertaald door Ton Heuvelmans)

 

“Het begon op de gebruikelijke manier, in het toilet van het Lassimo Hotel. Sasha stond voor de spiegel haar gele oogschaduw bij te werken, toen ze naast de wastafel een tas op de vloer zag staan, die het eigendom moest zijn van de vrouw die ze vaag kon horen plassen door de kluisachtige deur van een wc-hokje. Nauwelijks zichtbaar aan de rand van de tas bevond zich een portemonnee van lichtgroen leer. Achteraf begreep Sasha dat het blinde vertrouwen van de plassende vrouw haar ertoe had aangezet: We leven in een stad waar de mensen als ze de kans krijgen stelen als raven, maar jij laat je spullen open en bloot slingeren, en verwacht dat alles er nog ligt als je terugkomt? Ze kreeg zin de vrouw een lesje te leren. Maar die wens diende slechts als camouflage voor het diepere gevoel dat Sasha nooit verliet: die dikke, zachte portemonnee die zich aan haar aanbood – het leek zo saai, zo ontzettend alledaags en burgerlijk om hem daar te laten zitten in plaats van haar kans te grijpen, de uitdaging aan te nemen, de sprong in het diepe te wagen, ermee vandoor te gaan, alle voorzichtigheid overboord te gooien, gevaarlijk te leven (‘Ik snap het,’ zei Coz, haar psychotherapeut), en dat kutding gewoon te pakken.
‘Te stelen, bedoel je.’
Hij probeerde Sasha dat woord te laten gebruiken, wat in het geval van een portemonnee moeilijker te omzeilen was dan bij een heleboel andere dingen die ze had gejat het afgelopen jaar, waarin haar conditie (zoals Coz het noemde) begon te verergeren: vijf sleutelbossen, veertien zonnebrillen, een gestreepte kindersjaal, een verrekijker, een zakmes, achtentwintig stukken zeep en vijfentachtig pennen, variërend van goedkope balpennen die ze gebruikte om creditnota’s te tekenen, tot een auberginekleurige Visconti.”

 

 

Jennifer Egan (Chicago, 6 september 1962)

 

 

 

 

De Nederlandse dichter en schrijver Aart G. Broek werd op 6 september 1954 geboren in Maasland. Zie ook alle tags voor Aart G. Broek op dit blog.

 

Een eiland verzonken

Je gleed geruisloos langs de cactuszuilen de nacht in.
Naalden scheurden flarden uit ons leven, die terstond
verdroogden in de zilte wind. Verpulverd tot poeder
verwaaiden de herinneringen door de mondi, achter je
aan naar zee, over het korzelige diabaas op de kust,
waar ik heldhaftig de wacht hield en jij mij toch genadeloos
ontglipte. Maar ons gedeelde verleden zou mij niet
ontsnappen! Naar zee. Smalend schoot het ontzielde stof
langs m’n lijf en m’n woest malende handen, schuurde
sarrend over m’n oogleden. En ja! Ja! De tranen verraadden
dat niet alle verstreken belevingen over de kolkende golven
van de noordkust in het schuim verdwenen.
Even nog niet.
Dan, rap druppelend, vlieden ze toch en laten me alleen
nog een onzichtbare horizon, die ik pas in de ochtend
-wanneer de passaat slechts zout aandraagt- zal opsnuiven.

 

Aart G. Broek (Maasland, 6 september 1954)

 

 

 

De Amerikaanse schrijfster Alice Sebold op 6 september 1962 in Madison, Wisconsin. Zie ook mijn blog van 6 september 2010 en eveneens alle tags voor Alice Seebold op dit blog.

 

Uit: De wijde hemel (Vertaald door Molly van Gelder)

 

“Op het bureau van mijn vader stond een sneeuwbol met daarin een pinguïn met een rood-wit gestreept dasje om. Toen ik nog klein was, trok mijn vader me op schoot en pakte de sneeuwbol. Hij draaide hem om, zodat alle sneeuw zich aan één kant verzamelde, en draaide hem dan snel weer terug. Samen keken we naar de sneeuw. die zachtjes om de pinguïn heen naar beneden dwarrelde. Die pinguïn was daar erg alleen, vond ik. Ik had met hem te doen. Toen ik dat tegen mijn vader zei, antwoordde hij: “Maak je geen zorgen, Suzie, hij heeft een mooi leven. Hij zit gevangen in een volmaakte wereld.”

(…)

 

“Nu ben ik op de plek die ik de wijde, wijde hemel noem, omdat daar mijn eenvoudigste wensen vervuld worden, maar ook de nederigste en meest verhevene. Mijn grootvader heeft daar een woord voor: Luxe. Maar wat ik het liefst wilde, kreeg ik niet: Dat meneer Harvey dood was en dat ik nog leefde. De hemel was niet volmaakt. Maar ik raakte ervan overtuigd dat als ik maar goed oplette en veel verlangde, ik de levens van mijn dierbare op aarde zou kunnen veranderen.”

 

 

Alice Sebold (Madison, 6 september 1962)

 

 

De Frans – Amerikaanse schrijver Julien Green werd geboren op 6 september 1900 in Parijs. Zie ook ook mijn blog van 6 september 2010 en eveneens alle tags voor Julien Green op dit blog.

 

Uit: Frère François

 

“Aux moqueries et aux insultes des Assisiates succédait peu à peu un respect proche de l’admiration quand les mendiants de François demandaient humblement à manger et chantaient joyeusement les louanges du Seigneur. Cet incompréhensible bonheur, on le leur enviait et il leur faisait des adeptes. Des conversions inattendues se multipliaient parmi les riches et les savants comme parmi les moins favorisés. Ils savaient pourtant ce qui les attendait. Qui n’était au courant de la vie mortifiée des Poverelli ? Renoncer à toutes les gourmandises de la chair, aux délices du confort, à la volupté, avoir faim, avoir froid et prier, prier, prier, tel était le coût de cette béatitude. Il ne paraissait pas trop élevé. Aujourd’hui encore, on se demande par quel miracle intérieur se recrutaient ces âmes données à Dieu.
La présence de François y était pour beaucoup. Ce malade perpétuel n’en exultait pas moins et communiquait à tous cette paix du cœur unique et surtout cet amour des frères les uns pour les autres. Enfants de Dieu, ils avaient conquis la liberté de ceux que le monde ne peut plus séduire et qui jouissent de ne plus rien posséder. Quelle légèreté cela donnait, mais aussi quelles épreuves… Car enfin, le corps était toujours là avec ses convoitises maîtrisées. « L’ennemi, disait François, c’est le corps. » A cause de cela, il devait souffrir.
« Le corps, c’est le diable », disaient les prédicateurs cathares dont la pureté de mœurs étonnait saint Bernard lui-même. Et, bien avant eux, dans cet Orient mystérieux où l’ombre et la lumière se mêlaient, la chair était assimilée au mal.”

 


Julien Green (6 september 1900 – 13 augustus 1998)

Cover

 


 

De Nederlandse schrijfster Jessica Durlacher werd geboren in Amsterdam op 6 september 1961. Zie ook mijn blog van 6 september 2010 en eveneens alle tags voor Jessica Durlacher op dit blog.

 

Uit: Der Sohn (Vertaald door Hanni Ehlers)

 

“Wenn ich an meine Familie denke, sehe ich auch heute noch immer diesen einen Abend vor mir. Wir waren alle zusammenkommen, weil Mitchs Abreise nach Berkeley bevorstand. Nicht, dass wir so viele gewesen wären. Zu siebt waren wir vollzählig – Tote und nie Geborene nicht mitgerechnet. Unser Sohn ging für ein Jahr nach Amerika, um Filmwissenschaft zu studieren und Fußball zu spielen. Und

mein Vater machte Kohlrouladen mit Kümmel.

Das ist kein Gericht, über das man die Nase rümpfen sollte. Mein Vater bereitete Kohlrouladen mit Kümmel nur bei ganz besonderen Anlässen zu.

Im Haus meiner Eltern riecht es nach einer Zeit lange vor unserer Geburt, einem früheren Leben, denke ich, als wir hereinkommen. Wenn mein Vater das Essen zubereitet, wird das Kochen zu einer höchst bedeutsamen Angelegenheit. Dann ist niemand willkommen im Operationssaal, der normalerweise Küche heißt. Nicht einmal Jacob, mein Mann, der große Film- und Fernsehproduzent, an dessen starken Geschichten mein Vater sonst so viel Freude hat. Vielleicht gerade Jacob nicht. Mein Vater wetteifert zwar gern mit ihm und versucht, seine Berichte aus der Welt zu überbieten,

aber jetzt würde ihn das nur ablenken. Mein Vater nimmt keine Aufgabe im Leben auf die leichte Schulter, die Zubereitung von Kohlrouladen schon gar nicht. Kohlrouladen sind heilig. Er bereitet sie nach dem Rezept seiner Mutter zu, die sie wiederum nach dem Rezept ihrer Mutter machte, und die hatte sich ganz nach den Anweisungen ihrer Mutter gerichtet. Das sind keine unverbindlichen Empfehlungen, das sind Gebete, Psalmen, Fleisch gewordene Worte – beziehungsweise in Kohl gewickelte.”.

 

 

Jessica Durlacher (Amsterdam, 6 september 1961)

 

 

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 6e september ook mijn blog van 6 september 2011 deel 1 en eveneens deel 2.