David Leavitt, Aart van der Leeuw, Pascal Mercier, Franca Treur, Jean Anouilh, Richard Bach, Anna Achmatova, Hanneke van Eijken

De Amerikaanse schrijver David Leavitt werd geboren in Pittsburgh op 23 juni 1961. Zie ook alle tags voor David Leavitt op dit blog.

Uit: The Two Hotel Francforts

“We met the Frelengs in Lisbon, at the Café Suiça. This was in June 1940, when we were all in Lisbon waiting for the ship that was coming to rescue us and take us to New York. By us I mean, of course, us Americans, expatriates of long standing mostly, for whom the prospect of returning home was a bitter one. Now it seems churlish to speak of our plight, which was as nothing compared with that of the real refugees – the Europeans, the Jews, the European Jews. Yet at the time we were too worried about what we were losing to care about those who were losing more.
Julia and I had been in Lisbon almost a week. I am from Indianapolis; she grew up on Central Park West but had dreamed, all through her youth, of a flat in Paris. Well, I made that dream come true for her — to a degree. That is to say, we had the flat. We had the furniture. Yet she was never satisfied, my Julia. I always supposed I was the piece that didn’t fit.
In any case, that summer, Hitler’s invasion of France had compelled us to abandon our Paris establishment and fly headlong to Lisbon, there to await the SS Manhattan, which the State Department had commandeered and dispatched to retrieve stranded Americans. At the time, only four steamships—the Excalibur, the Excambion, the Exeter, and the Exochorda—were making the regular crossing to New York. They were so named, it was joked, because they carried ex-Europeans into exile. Each had a capacity of something like 125 passengers, as opposed to the Manhattan’s 1, 20 0, and, like the Clipper flights that took offeach week from the Tag us, you couldn’t get a booking on one for love or money unless you were a diplomat or a VIP.
And so we had about a week to kill in Lisbon until the Manhattan arrived, which was fine by me, since we had had quite a time of it up until then, dodging shellfire and mortar fire all the way across France, then running the gantlet of the Spanish border crossing and contending with the Spanish customs agents, who in their interrogation tactics were determined to prove themselves more Nazi than the Nazis. And Lisbon was a city at peace, which meant that everything that was scarce in France and Spain was plentiful there: meat, cigarettes, gin. The only trouble was overcrowding.”

 

 
David Leavitt (Pittsburgh, 23 juni 1961)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Aart van der Leeuw werd geboren in Hof van Delft op 23 juni 1876. Zie ook alle tags voor Aart van der Leeuw op dit blog.

 

De herdersstaf

Ik was nog blond en jong van jaren
Toen ik een sterke, rechte tak
Zag wuiven met zijn vlag van blaren,
En tot hem opklom en hem brak.

Ik boog mij zingend tot hem over,
Dien kloeke telg van de oude es,
En ras verloor hij schors en lover
Onder het knarsen van mijn mes.

Dan heb ik half in droom gesproken:
“Ook míj, Heer, bid ik, breek mij af,
En bén ik uit Uw kroon gebroken,
Snijd míj ook tot zo’n schone staf.”

Doch nauwlijks had ik dit gebeden,
Of plotsling merkte ik aan mijn hart
Het vlijmend wee van snee bij sneden,
Diep kervend, want dit staal trof hard.

Ik beidde ’t eind, de pijn blééf duren,
Terwijl ik wachtte, werd ik oud,
Ja, al die zware, langzame uren
Had ik Gods handgreep om mijn hout.

Ook nú nog, maar wie klaagde of morde,
Niet ik, die ’t lijden alles gaf,
Want onder ’t werk zie ik hem worden
De slanke, gave herdersstaf.

 

Het zonnespel

Zacht daalde een zondagsrust, ik lei mij dromend
In ’t geurig bloemgoud, dat de wei bemint,
En voor mij rees, het groene veld omzomend,
Een berg van beuken, wuivend op de wind.

Ik zag hun toppen, beurtlings licht en donker,
In vlammend opgaand en weer uitgeblust,
Zich tot dit spel van schaduw en geflonker
Alle gewillig lenen, onbewust.

Doch ik, de blik gericht, het hoofd geheven,
Zocht naar de speler, die deez’ scherts begon,
En vond hem, waar de zomerwolken dreven
In stille stoeten langs dat schild: de zon.

Toen, turend, werd ook ik gelijk die bomen
Een door het hemels licht beschenen kind,
En voelde vreugde en weemoed me overkomen,
In beide zwelgend, en voor beide blind.

 

 
Aart van der Leeuw (23 juni 1876 – 17 april 1931)
Als student in 1899

 

De Zwitserse schrijver en filosoof Pascal Mercier (eig. Peter Bieri) werd geboren op 23 juni 1944 in Bern. Zie ook alle tags voor Pascal Mercier op dit blog.

Uit: Nachttrein naar Lissabon (Vertaald door Gerda Meijerink)

“En het zou goed zijn als hij zich niet alleen zou richten op teleurstellingen die toegeschreven kunnen worden aan de anderen of aan omstandigheden. Wanneer je eenmaal hebt ontdekt dat teleurstelling een leidraad kan zijn voor je eigen leven, zul je begerig zijn te ervaren hoezeer je teleurgesteld bent over jezelf: bijvoorbeeld over de moed die je ontbreekt en over je gebrek aan waarachtigheid, of over de verschrikkelijk nauwe grenzen die zijn gesteld aan je eigen voelen, doen en zeggen. Wat was het ook alweer wat we van onszelf hadden verwacht en gehoopt? Dat we onbegrensd zouden zijn, of in elk geval heel anders dan we nu zijn?
Iemand zou de hoop kunnen koesteren dat hij door zijn verwachtingen te reduceren werkelijker zou kunnen worden, dat hij zichzelf zou kunnen beperken tot een harde, betrouwbare kern van en daarmee immuun zou worden voor de pijn van de teleurstelling. Maar hoe zou het zijn om een leven te leiden dat zich verre houdt van grootse, onbescheiden verwachtingen, een leven waarin alleen nog banale verwachtingen bestaan, zoals de verwachting dat de bus komt?”

 

 
Pascal Mercier (Bern, 23 juni 1944)
Jeremy Irons als Raimund Gregorius in de film “Night Train to Lisbon” uit 2013

 

De Nederlandse schrijfster en freelance journaliste Franca Treur werd geboren in Meliskerke op 23 juni 1979. Zie ook alle tags voor Franca Treur op dit blog.

Uit: De woongroep

“Ik heb zin om iets geks te doen en het wordt het huren van een Greenwheels-auto om mee naar Nieuw-Sloten te rijden.
Erik vindt het ook humor. Hij ziet Freddie z’n gezicht al.
‘Nemen we een fles wijn mee?’ vraagt hij.
‘Wijn bij beschuit met muisjes?’
‘Ik ga toch geen beschuit met muisjes eten. Freddie kent mij, die gaat mij geen beschuit met muisjes voorzetten. Die heeft netjes een lasagne in de oven staan, of gewoon burrito’s met extra gehakt.’
Ik vind het lief, zoals hij weet hoe Freddie denkt.
Erik zet de radio aan om naar de fileberichten te luisteren.
‘Heb je ook zo’n visitegevoel?’ vraag ik. ‘Weet je zéker dat we te eten krijgen?’
‘Natuurlijk,’ zegt Erik. Freddie kennende zou die hem niet om halfacht bestellen als dat niet voor het eten was.
‘Ons,’ zeg ik. ‘Hij heeft mij ook uitgenodigd.’
‘Ja natuurlijk. Ik bedoel alleen maar: jou kent hij niet, althans niet zoals hij mij kent.’
Dat is zo. Zij kennen elkaar al sinds de brugklas. Alle nieuwe dingen hebben ze onafscheidelijk beleefd. Ik ken Freddie nog maar sinds Erik ook wel eens iets met mij beleeft.
‘Als je liever alleen gaat,’ zeg ik, ‘dan is dat ook goed. Dan ga ik een film kijken op mijn nieuwe plasmascherm. Dat vind ik toevallig helemaal niet erg.’
‘Hé!’ zegt Erik. ‘Hou het een beetje leuk, wil je.’
Gisteren had ik ook al zo’n zin om iets geks te doen. In de winkel was het opeens een plasmascherm dat mijn fantasie prikkelde en een halfuur later had ik de fantasie vervangen door plasma. Ook anno 2010 beleef ik de fijnste geluksmomentjes nog altijd op een ouderwetse koopavond. Afrekenen en dan hup, de doos mee op de bagagedrager.”

 

 
Franca Treur (Meliskerke,23 juni 1979)

 

De Franse (toneel)schrijver Jean Anouilh werd geboren in Bordeaux op 23 juni 1910. Zie ook alle tags voor Jean Anouilh op dit blog.

Uit: Antigone (Vertaald door Lewis Galantiére)

“CHORUS indicates HAEMON.
The young man talking to Ismene — to the gay and golden BEAUTIFUL Ismene — is Haemon.
He is the King’s son, Creon’s son. The apple of the tyrant’s eye. Antigone and he are engaged to be married. You wouldn’t have thought she was his type. He likes dancing, sports, competition; he likes women, too.
Now look at Ismene again. She is certainly more beautiful than Antigone. She is the girl you’d think he’d go for. Well…There was a ball one night. Ismene wore a new evening dress. She was radiant. Haemon danced every dance with her: he wouldn’t look at any other girl. And yet, that same night, before the dance was over, suddenly he went in search of Antigone, found her sitting alone — like that, with her arms clasped round her knees — and asked her to marry him.
We still don’t know how it happened. It didn’t seem to surprise Antigone in the least. It didn’t seem to surprise Antigone in the least. She looked up at him out of those solemn eyes of hers, smiled sort of sadly and said “yes.” That was all.
The band struck up another dance. Ismene, surrounded by a group of young men, laughed out loud. And… well, here is Haemon expecting to marry Antigone. He won’t, of course. He didn’t know, when he asked her, that the earth wasn’t meant to hold a husband of Antigone, and that this princely distinction was to earn him no more than the right to die sooner than he might otherwise have done.”

 

 
Jean Anouilh (23 juni 1910 – 3 oktober 1987)
Antigone bij het lijk van haar broer Polyneikes. Schilderij uit 1865 van Nikiforos Lytras

 

De Amerikaanse schrijver Richard Bach werd geboren in Oak Park, Illinois op 23 juni 1936. Zie ook alle tags voor Richard Bach op dit blog.

Uit: One

“Have you ever felt so at one with the world, with the universe, with everything that is, that you were overcome with love? That is reality. That is the truth. What we make of it is up to us, as the painting of the sunrise is up to the artist. In our world humanity has strayed from that love. It lives hatred and power struggles and manipulations of the earth itself for its own narrow reasons. Continue and no one will see the sunrise. The sunrise will always exist, of course, but people on earth will know nothing of it and finally even stories of its beauty will fade from our knowing.”
(…)

“We are each given a block of marble when we begin a lifetime, and the tools to shape it into sculpture. We can drag it behind us untouched, we can pound it to gravel, we can shape it into glory. Examples from every other life are left for us to see, lifeworks finished and unfinished, guiding and warning. Near the end our sculpture is nearly finished, and we can smooth and polish what we started years before. We can make our progress then, but to do it we must see past the appearances of age.

 

 
Richard Bach (Oak Park, 23 juni 1936)

 

De Russische dichteres Anna Achmatova werd geboren in Bolshoi Fontan bij Odessa, 23 juni 1889. Zie ook alle tags voor Anna Achmatova op dit blog.

 

Memory of Sun

Memory of sun seeps from the heart.
Grass grows yellower.
Faintly if at all the early snowflakes
Hover, hover.

Water becoming ice is slowing in
The narrow channels.
Nothing at all will happen here again,
Will ever happen.

Against the sky the willow spreads a fan
The silk’s torn off.
Maybe it’s better I did not become
Your wife.

Memory of sun seeps from the heart.
What is it? — Dark?
Perhaps! Winter will have occupied us
In the night.

 

 
Anna Achmatova ( 23 juni 1889 – 5 maart 1966)
Portret door Nathan Altman, 1914

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Nederlandse dichteres Hanneke van Eijken werd geboren in 1981 in Amersfoort en groeide op in een dorpje in Zeeland. Van Eijken studeerde aan de Universiteit van Utrecht Sociaal Juridische Dienstverlening en Europees recht. Tegenwoordig doceert zij Europees recht aan de Utrechtse Universiteit. Toen ze nog studeerde, werkte ze achter de schermen bij de Stichting Het Poëziecircus. Vanaf 2004 is ze zelf weer gaan schrijven, publiceren en voordragen. Ze deed ook mee aan diverse poetryslams. Ze publiceerde o.a. in: Krakatau, Meander, Lava en Beeldspraak, plus in vele bloemlezingen.

 

Niemandsland

Jouw ramen beplakt met historie
Koppen schreeuwen naar buiten vanuit dit aquarium
‘benzine duurder’, ‘man gevonden op brug’, en
‘liefde niet in de AWBZ’.

Op het kleine gaatje tussen de b en de e
leg ik een oog op het zachte papier
Zie ik je
zwem jij als gekooide tijgerhaai rondjes langs het raam
jij met iedere vinslag zeggen lijkt

‘kijk bij mij naar binnen en eet wat van mijn lucht
Proef me maar, want ik besta’

Daarbuiten worden voeten stevig in stof geplaatst
piano’s naar binnen getakeld in zondagochtendlicht

‘En als ik droom of drink en zeker allebei
dan ben ik daar ook en adem jij mijn mond in met lenteblad
Als ik er niet helemaal bij mag horen
laat mij dan maar een kijkdoos zijn’

 

 
Hanneke van Eijken (Amersfoort, 1981)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e juni ook mijn blog van 23 juni 2013 deel 2.