David Leavitt, Rafik Schami, Aart van der Leeuw, Pascal Mercier, Franca Treur, Jean Anouilh, Richard Bach, Anna Achmatova, Hanneke van Eijken

De Amerikaanse schrijver David Leavitt werd geboren in Pittsburgh op 23 juni 1961. Zie ook alle tags voor David Leavitt op dit blog.

Uit: The Two Hotel Francforts

“So that was how we came to be at the Suica that morning-the Suica, the café that, of all the cafés in Lisbon, we foreigners had chosen to colonize. We were sitting outdoors, having breakfast and watching the traffic go round the oval of the Rossio, and it was this notion of settling in Portugal that Julia was going on about, as I drank my coffee and ate a second of those delicious little flan-filled tartlets in which the Suica specializes, and she laid out a hand of solitaire, which she played incessantly, using a special set of miniature cards. Slopes-lap went the cards; natternatter went her voice, as for the hundredth time she related her mad scheme to rent an apartment or a villa in Estoril; and as I explained to her, for the hundredth time, that it was no good, because at any moment Hitler might forge an alliance with Franco, in which case Portugal would be swallowed up by the Axis. And how funny to think that when all was said and done, she was right and I was wrong! For we would have been perfectly safe in Portugal. Well, it is too late for her to lord that over me now.
It was then that the pigeons swooped-so many of them, flying so low, that I had to duck. In ducking, I knocked her cards off the table. “It’s all right, I’ll get them,” I said to Julia, and was bending to do so when my glasses fell off my face. A passing waiter, in his effort to keep his trayful of coffee cups from spilling, kicked the glasses down the pavement, right into Edward Freleng’s path. It was he who stepped on them.
“Oh, damn,” he said, picking up what was left of the frames.
“Whose are these?
“They’re mine,” I said, from the ground, where Iwas still trying to collect the cards: no mean feat, since a breeze had just come up-or perhaps the pigeons had churned it up-and scattered them the length of the sidewalk.
“Let me help you with that,” Edward said, and got down on his knees next to me.”

David Leavitt (Pittsburgh, 23 juni 1961)

Be

 

De Syrisch-Duitse schrijver Rafik Schami werd geboren op 23 juni 1946 in Damascus. Zie ook alle tags voor Rafik Schami op dit blog.

Uit: Sophia

„Aida strahlte ihn an. »Das kann ich dir in drei Monaten beibringen.

Wenn du dann täglich fleißig übst, finden die Melodien den Weg zu deinen feinen Fingern. Das braucht aber etwas Geduld«, sagte sie, zögerte, »und Humor«, ergänzte sie und streichelte ihm das Gesicht.

»Und du, was hast du dir immer gewünscht und nie gewagt zu tun?«, fragte er verlegen lachend, um seine Unsicherheit zu überspielen.

»Rad fahren. Das war mein Traum als Mädchen. Ich beneidete meinen Bruder, seine Freunde und all die Jungen in meiner Nachbarschaft um dieses federleichte Schweben, aber als ich den Wunsch einmal geäußert habe, reagierte meine Mutter laut und ungehalten, und das war sie immer, wenn sie Angst bekam. Ich solle mir das aus dem Kopf schlagen. Frauen blieben zu Hause, und da bräuchten sie kein Rad. Rad fahren könne böse Folgen haben, erklärte sie bedeutungsvoll. Und als ich erstaunt und zugleich naiv fragte, was das für Folgen seien, behauptete sie, manch eine junge Frau sei durch das Radfahren nicht mehr Jungfrau gewesen. ›Erkläre dann den blöden Männern, dass du noch unberührt bist‹, sagte sie verzweifelt. Es war nichts zu machen.

Ich habe es nicht geglaubt. Es war wie alles, was meine Mutter sagte, wenn sie Angst bekam. Sie dramatisierte so sehr, dass man sich bald in einem Dschungel aus Aberglaube, Furcht und Scheu befand und schwer durch diese Düsterheit zur Wahrheit gelangen konnte. Kaffeetrinken führt bei jungen Mädchen zu Bartwuchs, zerbrochene Spiegel bringen sieben Jahre Unglück, Rauchen macht die Frau unfruchtbar, spaßiges Schielen kann zu Dauerschielen werden, schwangere Frauen sollten alle Früchte bekommen, die sie zu essen wünschen, sonst wird das Baby Feuermale in Form der ersehnten Frucht im Gesicht oder auf dem Leib tragen.“

 

Rafik Schami (Damascus, 23 juni 1946)

 

De Nederlandse dichter en schrijver Aart van der Leeuw werd geboren in Hof van Delft op 23 juni 1876. Zie ook alle tags voor Aart van der Leeuw op dit blog.

 

Het huis

Dit huis heeft de rust van de maagdelijke duinen
Gebroken noch verstoord;
Het ligt in het nest van zijn geurige tuinen,
Als bracht de grond het voort.

En waarlijk, het wèrd ook gewonnen, geboren;
Een eedle kunstnaarsdroom
Bevruchtte, als het zaad, dat zich mengt met de voren,
Het steenblok en de boom.

En zo uit die paring, dat innigst verzamen,
Is toen de bouw gegroeid,
Die nu, tussen duindorens, distels en bramen,
Gelijk hun broeder bloeit.

Vaak zit ik hier uren in stilte te turen,
Ik, meester die het schiep,
Naar ’t blozende dak en de sneeuwwitte muren,
Alsof mijn kind daar sliep.

 

De vogelaar

Van de appels ’t bloesemsnoer,
En langs de groene vloer
Der velden knoop en klit,
Goudgeel, zacht paars, en wit,

De mazen van de zon,
De draad, die ’t lommer spon,
Dit is het blinkend net,
Dit is het blinkend net,
Hier heimlijk uitgezet.

Gij, die vervolgt en jaagt,
Loerend wat vlucht belaagt,
0 heilig-groot gevaar,
Gij zijt de vogelaar.

Maar meester, wie ben ik?
De bruine leeuwerik,
Die moe en vleugellam
Naar lente wederkwam,

En schichtig door het Licht
Van een hel aangezicht,
Verward in strik en band,
U tuimelt in de hand?

 

Aart van der Leeuw (23 juni 1876 – 17 april 1931)

 

 De Zwitserse schrijver en filosoof Pascal Mercier (eig. Peter Bieri) werd geboren op 23 juni 1944 in Bern. Zie ook alle tags voor Pascal Mercier op dit blog.

Uit: Nachttrein naar Lissabon (Vertaald door Gerda Meijerink)

‘Ik heb niemand gekend die zich zo totaal kan overleveren aan zijn dagdromen als hij, ’ zei Ega. ‘En niemand die het zo haatte teleurgesteld te worden. Wat hij hier beschrijft – dat schreef hij tegen zichzelf. Zoals hij ook vaak tegen zichzelf leefde. Jorge zou het bestrijden. Hebt u Jorge leren kennen? Jorge O’Kelly, de apotheker, in wiens zaak het licht dag en nacht brandt? Hij heeft Amadeu veel langer gekend dan ik, veel langer. Maar toch.

Jorge en ik… nou ja. Eén keer hebben we een partij gespeeld.

Eén keer maar. Remise. Maar als het om het voorbereiden van acties ging en vooral om geraffineerde misleidingen, dan waren we een team dat niet te verslaan was, als tweelingen die elkaar blindelings begrijpen.

Amadeu was jaloers op dat woordeloze begrip, hij merkte dat hij geen pas kon houden met ons raffinement en gebrek aan scrupules. Jullie falanx, noemde hij ons verbond, dat soms ook een verbond van zwijgen was, zelfs tegen hem. En dan voelde je dat hij die falanx graag had doorbroken. Dan uitte hij allerlei vermoedens. Soms was het ook raak. En soms zat hij er volkomen naast. Vooral als het om iets ging dat hem… ja, dat hemzelf betrof.’

Gregorius hield zijn adem in. Zou hij nu iets te horen krijgen over Estefânia Espinhosa? Hij kon er Eca noch O’Kelly naar vragen, dat was uitgesloten. Had Prado zich uiteindelijk vergist? Had hij de vrouw in veiligheid gebracht voor een gevaar dat helemaal niet bestond? Of had de aarzeling van Eca betrekking op een heel andere herinnering?

‘Ik heb altijd een hekel gehad aan de zondagen hier,’ zei Eca bij het afscheid. ‘Gebak zonder smaak, slagroom zonder smaak, cadeautjes zonder smaak, loos geklets zonder smaak. De hel van de conventie. Maar nu… de middagen met u… Daar zou ik graag aan gewend raken.’

Hij haalde zijn hand uit zijn zak en stak die Gregorius toe. Het was de hand waaraan de nagels ontbraken.”

 

Pascal Mercier (Bern, 23 juni 1944)

 

De Nederlandse schrijfster en freelance journaliste Franca Treur werd geboren in Meliskerke op 23 juni 1979. Zie ook alle tags voor Franca Treur op dit blog.

Uit: De woongroep

“Volgens de site staat de dichtstbijzijnde Greenwheels-auto vlak bij het Scheepvaartmuseum. Maar het is een Peugeot 107 en daar kan Erik bij Freddie niet mee aankomen, want Freddie zelf heeft alles zo goed voor mekaar. We reserveren de 207 aan de overkant van de Nieuwe Vaart. Daar moeten we Nieuw-Sloten wel mee kunnen halen.

‘Het is Nieuw-Sloten maar.’ Ik neem het laatste trekje van mijn sigaret en trap de peuk uit op de grond.

Erik vertrouwt het niet. Wat wil ik daarmee zeggen? Hij houdt de kaart tegen de kaartlezer en het portier springt open. Ik leg de fles rode wijn op de achterbank bij de twee Facebook- blauwe kruippakjes in geschenkverpakking.

‘Wilt u een geschenkverpakking?’ had de vrouw in de winkel gevraagd. ‘Of is het voor uzelf?’

We rijden richting de ring. Zelfs Erik, die toch al z’n hele leven in Amsterdam woont, is nog nooit in Nieuw-Sloten geweest.

We draaien de ramen open. De wind is fris, maar de zon is nog lekker warm.

De radio meldt een file bij Best-West.

Ik heb eraan gedacht om een cd mee te nemen. We zijn op het moment helemaal into de Fleet Foxes. Ik was het het eerst, en daarna heeft het ook bij Erik iets in gang gezet. Hij neuriet de liedjes mee. Ik sla de maat op zijn knie.”

 

Franca Treur (Meliskerke,23 juni 1979)

 

De Franse (toneel)schrijver Jean Anouilh werd geboren in Bordeaux op 23 juni 1910. Zie ook alle tags voor Jean Anouilh op dit blog.

Uit: Antigone (Vertaald door Lewis Galantiére)

“That gray-haired, powerfully built man sitting lost in thought, with his little page at his side, is Creon, the King. His face is lined. He is tired. He practices the difficult art of a leader of men. When he was younger, when Oedipus was King and Creon was no more than the King’s brother-in-law, he was different. He loved music, bought rare manuscripts, was a kind of art patron. He would while away whole afternoons in the antique shops of this city of Thebes. But Oedipus died. Oedipus’ sons died. Creon’s moment had come. He took over the kingdom. HAD TO ROLL UP HIS SLEEVES AND TAKE OVER THE KINGDOM. I’ll tell you something about Creon. NOW AND THEN, WHEN HE GOES TO BED WEARY WITH THE DAY’S WORK, HE WONDERS WHETHER THIS BUSINESS OF BEING A LEADER OF MEN IS WORTH THE TROUBLE. He has a tendency to fool himself. This leader of men, this brilliant debater and logician, likes to believe that if it were not for his sense of responsibility, he would step right down from the throne and go back to collecting manuscripts. But the fact is he loves being king. He’s an artist who has always believed that he could govern just as well as any man of action could. That pale young man ONE leaning against the wall is the Messenger. Later on he will come running in to announce that Haemon is dead. He has a premonition of catastrophe. That’s what he is brooding over. That’s why he won’t mingle with the others. As for those three pasty-RED-faced card players — they are the guards, members of Creon’s police. They chew tobacco; one smells of garlic,another of beer; but they’re not a bad lot. They have wives they are afraid of, kids who are afraid of them; they’re bothered by the little day-today worries that beset us all. At the same time — they are policemen: eternally innocent, no matter what crimes are committed; eternally indifferent, for nothing that happens can matter to them.”

 

Jean Anouilh (23 juni 1910 – 3 oktober 1987)
Antigone donnant la sépulture à Polynice door Sébastien Norblin, 1825,

 

De Amerikaanse schrijver Richard Bach werd geboren in Oak Park, Illinois op 23 juni 1936. Zie ook alle tags voor Richard Bach op dit blog.

Uit: The Bridge Across Forever

“I had an hypothesis, almost a theory, well on its way be­fore you stopped my research: beautiful women, they don’t much care for sex.”

She laughed in surprise. “Oh, Richard, you’re not serious! Really?”

“Really.” I was caught in contrary pressures. I wanted to tell her, and I wanted to touch her, too. Time for both, I thought, time for both.

“Do you know what’s wrong with your hypothesis?” she said.

“Nothing, I don’t think. There are exceptions and you’re one, thank the Maker, but generally it’s true: beautiful women get so tired of being seen as sex-things, when they know they matter so much more than that, their switches turn off.”

“Nice, but no,” she said. “Why not?”

“Sexist goose. Turn it around. I have a theory, Richard, that handsome men don’t much care for sex.”

“Nonsense! What are you getting at?”

“Listen: I’m defended like a fortress against handsome men, I’m cold to them, I keep them at arm’s-length, don’t let them be a part of my life, and somehow it doesn’t seem as if they enjoy sex as much as I want them to…”

“No wonder,” I said, and in a flying shatter of broken con­jecture I knew what

she was saying. “No wonder! If you weren’t so cold to them, if you’d open up a little, let them know how you feel, what you think—none of us really hand­some men wants to be treated as a sex-machine, after all! Now, if a woman shows us a little human warmth, there’s a different story!”

 

Richard Bach (Oak Park, 23 juni 1936)

 

De Russische dichteres Anna Achmatova werd geboren in Bolshoi Fontan bij Odessa, 23 juni 1889. Zie ook alle tags voor Anna Achmatova op dit blog.

 

Twenty-first. Night. Monday

Twenty-first. Night. Monday.
Silhouette of the capitol in darkness.
Some good-for-nothing — who knows why–
made up the tale that love exists on earth.

People believe it, maybe from laziness
or boredom, and live accordingly:
they wait eagerly for meetings, fear parting,
and when they sing, they sing about love.

But the secret reveals itself to some,
and on them silence settles down…
I found this out by accident
and now it seems I’m sick all the time.

 

Anna Achmatova ( 23 juni 1889 – 5 maart 1966)
Portret door Kuzma Petrov-Vodkin, 1922

 

Onafhankelijk van geboortedata

De Nederlandse dichteres Hanneke van Eijken werd geboren in 1981 in Amersfoort. Zie ook alle tags voor Hanneke van Eijken op dit blog.

 

Hoe we slapen

Later zullen ze ons vinden, in holtes
in steen, onder lagen kalk en aarde

ze zullen zich voorstellen, met voorzichtige handen
gruis uit onze neuzen aaien
ons uit kiezelgrond kloppen en vegen

ze zullen nagaan hoeveel licht we vingen
de vleugelslagen die we maakten
het wrijven van onze voeten

misschien vermoeden dat we nachtenlang
keken hoe sneeuwwolken voorbijtrokken
wij onze armen
klapwiekend in de lucht hielden

hoe mijn lichaam onder je handen past

 

Hanneke van Eijken (Amersfoort, 1981)

 

Zie voor nog meer schrijvers van de 23e juni ook mijn blog van 23 juni 2013 deel 2.

Bewaren