Dolce far niente
Kaart van de Beemster met zijn kaarsrechte wegen en sloten
Kunst Matig
Nergens bewijst de mens
zijn eng rechtlijnig wezen
zo onverbiddelijk klaar
als langs des polders wegen
Hij vangt er de natuur
tussen dijken recht gesneden.
Het water afgevoerd,
de strijd is lang gestreden.
Het gras dat kent zijn plaats
tussen de linialen sloten.
Hier werd het avontuur
Kunt matig uitgesloten
Want wat uit vroeger tijden
nog krom was van verleden,
werd economisch recht bedacht
en haarscherp afgesneden.
Het meer was vroeger rond
dat viel niet meer recht te dijken.
Maar in het nieuwe land
moest elk natuurlijk wijken
Natuurlijk houdt de koe
en zeker de kudde schapen
zich keurig aan de rechte cel
die voor hen hier werd geschapen
En als het dartel lam
dan nog eens springen wil,
staan zijn ouders al verwaaid
in haakse uithoek stil.
Gelukkig zijn er vogels
de lucht is niet te vangen,
die onbegrensd ver vliegen,
of doodstil biddend hangen.
Gelukkig zwemt de vis niet rechts
in het afgepast kanaal
en drijven de koeten kras
en niet langs liniaal.
Gelukkig zijn er bomen over
van grillig kromme vormen.
Niets in de natuur is recht
zoals ons mensen normen.
Alsof het niet genoeg was
dat mathematisch land,
werd elke wilde wortel wilg
verwijderd van de kant
En dwars door gewassen in gelid,
het planmatig sterven en ontstaan
legt het wiskundig mensenbrein
zijn recht gesneden baan.
Van meedogenloos modern beton
geen gras tussen de stenen.
Een lijn geeft hier de richting aan
waarin de bocht werd afgesneden.
Zo jaagt hij razend voort
in tomeloze vaart.
Met ongehoord geluid
dat nooit meer echt bedaart.
De snelste weg tussen twee punten
is alleen dan een rechte lijn
als de weg zelf er niet toe doet,
slechts het snel ter plekke zijn.
Dan kap je ieder obstakel,
dan moet elk stuk gelijk.
Dan telt niet meer de warme aarde
maar het koude aardse slijk.
De boom groeit met de wind mee,
de takken zoeken het licht.
De mens raast recht af op zijn doel
met ogenkleppen en oren dicht.
Zo maakte de koning der natuur
met zijn loodlijnen verstand
van de wilde water meren
een kaarsrecht polderland.
Wat een geweldig misverstand,
welk onvermogen van bestaan.
Zelf kan hij niet veranderen
dus past hij zijn omgeving aan.
Bram Vermeulen (13 oktober 1946 – 4 september 2004)
De Schermer, met De Rijp
De Nederlandse dichter Hans Lodeizen werd geboren op 20 juli 1924 in Naarden. Zie ook mijn blog van 20 juli 2010 en eveneens alle tags voor Hans Lodeizen op dit blog.
In de rododendrons sliep ik
In de rododendrons sliep ik
terwijl mijn gedachten als een
sproeier in de tuin ronddraaiden
mijn lichtgevende dromen mijn sterren
en een horde geuren passeren die nacht.
Narcissus
in het hart van het water vind ik
een jongen dromend tussen bloemen
en alle jongens van de wereld
zingen in het bos ik ben verliefd
en ga jij mij vinden in de hemel
daar zal ik zijn want zelfs de wolken
zijn eenzaam en masturberen met de zon,
huilend in het natte kleed der aarde
de dagen zingen langs de orgels
van wind naar het strand waar
zwaluwen met hun hand over
de horzion strijken en heengaan
zo komt de avond en nog eenzamer
dan vroeger blijf ik op mijn kamer
en als ik rondkijk zie ik het pas:
een bed dat zich als een meer uitrekt.
Allemaal steden
de stad weifelt over de huizen
de morgen vaart over de daken
de stad binnen
de zon staat op tussen de huizen
onder carillonmuziek
de mensen wandelen in het donker
als het elf uur is
de zon spoelt aan op de daken
aan het strand van de verten
ligt de stille zee der lucht
waarin het schip van een kerktoren
flikkert
in de buik van de stad
drinken wij koffie
en de stad zeilt verder.
Hans Lodeizen (20 juli 1924 – 26 juli 1950)
De Nederlandse schrijver en literatuurcriticus Arie Storm werd geboren in Den Haag op 20 juli 1963. Zie ook alle tags voor Arie Storm op dit blog.
Uit: Gevoel
“Ik schreef weliswaar snel, maar tegelijkertijd schreef ik mezelf naar een toestand waarin ik ontvankelijk was voor verdriet. Ik begreep dat dit verdriet al heel lang in me had gezeten en dat het nu naar buiten kwam. Ik treurde om mijn overleden vader en ik begreep niet zo goed waaróm ik om hem treurde. Ik vertrouwde mezelf niet. Ik wantrouwde mijn gevoelens en mijn motieven. Ik wist niet of ze wel echt waren.’
(…)
“Ik was zoals altijd bezig met een roman, de laatste tijd wat vruchteloos maar ik was ermee bezig, ik móest een roman schrijven, dat was niet alleen mijn beroep maar dat kwam ook voort uit een innerlijke noodzaak, en om de een of andere reden meende ik dat ik daar al die papieren en boeken bij nodig had. Ik geloofde zelfs dat ik hoopte dat die roman daar als het ware op eigen kracht uit zou oprijzen. Ik vroeg me af wat dit nog precies met innerlijke noodzaak te maken had. Moest een roman niet direct oprijzen uit je gevoel? Misschien moest ik het meer in die richting zoeken. Ja, zei ik tegen mezelf, je moet je werk een geheel andere richting in laten slaan.”
Arie Storm (Den Haag, 20 juli 1963)
De Nederlandse schrijver, journalist, commentator, essayist en columnist Henk Hofland werd geboren in Rotterdam op 20 juli 1927. Zie ook alle tags voor Henk Hofland op dit blog.
Uit: Tegels lichten
“Dit is de wordingsgeschiedenis van een verbazing; de verklaring waarom de meeste mensen, massa’s en bewindvoerders, mij door brutale (onbeschaamde, naakte, grijnzende) domheid hoe langer hoe meer afschuw bezorgen, en waarom ik tegelijkertijd moedelozer word als ik denk dat ik er iets aan zou moeten of kunnen doen. Zonder iemand speciaal te beschuldigen, beweer ik dat mijn generatie (1927) misschien het slachtoffer is geworden van zijn voorbeeld. Opvoeden in het algemeen bestaat voor het grootste deel uit het dwangmatig, voor zover niet per ongeluk, geven van vage voorbeelden, die nog niet de goede hoeven te zijn. Zo ontvangt de mens het erfdeel der vaderen, maakt hij zich geëerbiedigde tradities eigen en zorgt dat opeenvolgende geslachten zelfbewust en op roem belust met hun hoofden tegen identieke muren lopen.
Als ik een schets schrijf van de generatie die mij mijn ‘essentiële waarden’ zonder boze opzet cadeau deed, dan is dat geen naturalistisch portret, maar mijn kijk van nu op hun vroegere inzichten, trauma’s, definitieve beslissingen en andere historische momenten. Wat gereconstrueerd wordt is niet wat ze toen werkelijk waren, maar hoe ze als instrument van overlevering hebben dienstgedaan. Zoals later zal blijken is er een lachwekkende incongruentie tussen reconstructie en werkelijkheid, want wat ik bijvoorbeeld voor orkanen in hun levens heb aangezien blijkt bij hen alleen het verongelijkt gevoel te hebben veroorzaakt van iemand die op de tocht wordt gezet. De tocht zelf daartegen heeft hen zeer gealarmeerd.
De zichtbaarheid van de geschiedenis begint omstreeks 1914. Daarvóór zijn de voorstellingen overwegend abstract, theoretisch; maar bij het begin van de Eerste Wereldoorlog ontstaat de smaak van de werkelijkheid. De geschiedenis krijgt een vage horizon met vormeloze, sjokkende drommen in de grijze nevel, een zure lucht en een nasale, van ver klinkende gasmaskerstem.“
Henk Hofland (Rotterdam, 20 juli 1927)
Zie voor nog meer schrijvers van de 20e juli ook mijn blog van 20 juli 2013 deel 1 en ook deel 2 en eveneens deel 3.