Dolce far niente (Harlingen, Simon Vestdijk)

Dolce far niente

Uit: Terug tot Ina Damman

“Tegenover de HBS, aan de overkant van de Werfgracht, die hier de breedte van een binnenhaven bereikte, lag, als een wond in het stadsbeeld, de oude scheepswerf, aan drie zijden omgeven door half ingezakte schuttingen, die met palen gestut moesten worden. De gehele dag joegen daar de werkers hun koperachtig tinkelende klanken op: een kalm, zomers geluid, dat wel aan teergeur deed denken, of aan weke, zonnige golvingen in water dat door een olievlies is bedekt. Het geluid zweefde aan, verijlde weer, werd soms plotseling onderbroken, om dan, op[ zoek naar een nieuw ritme, aarzelend en nadenkend te worden, als een uiterst verlangzaamd morsestelsel. Als de jongens in de klas niet naar de kabbelende lichtrimpels keken tegen de zolder bij het raam, dan luisterden ze naar die werf. In de gracht lagen gewoonlijk nog wat loodskotters.

 

Zuiderhaven Harlingen/ Werfgracht Lahringen
Links van het midden met zonneschermen stond de HBS / Nu R.K. verpleeghuis St-Hubertus.

 

Een paar huizen links van de school begon de Werfstraat, die de Werfgracht met de Achterweg verbond en zich daar in een reeks geulachtige stegen voortzette in de richting van de Hoofdstraat. Vier maal per dag fietsten daar de leraren doorheen, vier maal per dag kwam ook de directeur door deze straat aan- of wegwandelen, zorgvoldig oplettend of er soms jongens waren die aan hun petten tikten in plaats van ze af te nemen.. Alleen mijnheer Greve koos hardnekkig de Hamerstraat. Zelfs bij stormweer deed hij dat, en dan bleef zijn fiets soms stilstaan op de hoek van de Werfgracht, en hevige rukwinden van opzij dreigden hem in het klotsende water voort te stuwen en zijn pet zat tot ver over zijn oren getrokken, diezelfde pet, waar hij altijd tegen aansloeg, tegen aan mócht slaan, hij alleen van de hele school! Wie zal zeggen om welke reden hij de Hamerstraat koos? Mischien alleen omdat hij niet de Werfstraat kiezen wilde. Of om zich tegen het klimaat te harden. Of om zijn wil te stalen, die zes uur lang zo hoog opgevoerd blijven zou.

 

Rozengracht Harlingen / Tuingracht Lahringen

 


Of had hij hoop, op dat hachelijke hoekpunt dioor de westenwind gegrepen en teruggeblazen te worden, de andere richting uit, over het licht hellende Werfplein heen, langs de Tuingracht met de dorre, bruine bladeren op de grond, in een meer dan razende snelheid de Singelbrug over, voorbij het Singellaantje en de tram en de plantsoentjes, en dan, bij god, naar het station en nooit meer terug?…

Dit was de school – en de omgeving van de school.”

 

Simon Vestdijk (17 oktober 1898 – 23 maart 1971)

Beeld van Anton Wachter door Suze Boschma-Berkhout

 


Zie voor de schrijvers van de 16e augustus ook
mijn blog van 16 augustus 2011 deel 1 en eveneens deel 2.