Donald Hall, Javier Marías, Cyriel Buysse, Upton Sinclair, Joseph Breitbach, Adolf Endler, Henry Arthur Jones, Stevie Smith, Hanns Cibulka

De Amerikaanse dichter en schrijver Donald Hall werd geboren in Hamden, New Haven County, Connecticut op 20 september 1928. Zie ook mijn blog van 20 september 2010 en eveneens alle tags voor Donald Hall op dit blog.

 

Name Of Horses

All winter your brute shoulders strained against collars, padding
and steerhide over the ash hames, to haul
sledges of cordwood for drying through spring and summer,
for the Glenwood stove next winter, and for the simmering range.

In April you pulled cartloads of manure to spread on the fields,
dark manure of Holsteins, and knobs of your own clustered with oats.
All summer you mowed the grass in meadow and hayfield, the mowing machine
clacketing beside you, while the sun walked high in the morning;

and after noon’s heat, you pulled a clawed rake through the same acres,
gathering stacks, and dragged the wagon from stack to stack,
and the built hayrack back, uphill to the chaffy barn,
three loads of hay a day from standing grass in the morning.

Sundays you trotted the two miles to church with the light load
a leather quartertop buggy, and grazed in the sound of hymns.
Generation on generation, your neck rubbed the windowsill
of the stall, smoothing the wood as the sea smooths glass.

When you were old and lame, when your shoulders hurt bending to graze,
one October the man, who fed you and kept you, and harnessed you every morning,
led you through corn stubble to sandy ground above Eagle Pond,
and dug a hole beside you where you stood shuddering in your skin,

and lay the shotgun’s muzzle in the boneless hollow behind your ear,
and fired the slug into your brain, and felled you into your grave,
shoveling sand to cover you, setting goldenrod upright above you,
where by next summer a dent in the ground made your monument.

For a hundred and fifty years, in the Pasture of dead horses,
roots of pine trees pushed through the pale curves of your ribs,
yellow blossoms flourished above you in autumn, and in winter
frost heaved your bones in the ground – old toilers, soil makers:

O Roger, Mackerel, Riley, Ned, Nellie, Chester, Lady Ghost.

 

 
Donald Hall (Hamden, 20 september 1928)

 

De Spaanse schrijver Javier Marías Franco werd op 20 september 1951 in Madrid geboren. Zie ook mijn blog van 20 september 2010 en eveneens alle tags voor Javier Marías op dit blog.

Uit: Zo begint het slechte (Vertaald door Aline Glastra van Loon)

“Eduardo Muriel droeg een dun snorretje, alsof hij dat had laten staan toen de acteur Errol Flynn een voorbeeld was en daarna had vergeten het te rectificeren of voller te laten worden, als een van die mannen met vaste gewoontes wat betreft hun uiterlijke verschijning, die niet beseffen dat de tijd voorbijgaat en dat de modes veranderen of dat ze verouderen – het is alsof ze daar niets mee te maken hebben en het uitsluiten, alsof ze zich veilig voelen voor het verstrijken van de tijd –, en tot op zekere hoogte hebben ze gelijk dat ze zich geen zorgen maken en er geen aandacht aan besteden: daar ze zich niet aanpassen aan hun leeftijd, houden ze die binnen de perken; daar ze er wat betreft hun uiterlijk niet aan toegeven, aanvaarden ze die uiteindelijk niet, en op die manier worden ze wel belaagd en benaderd door de vreeswekkende jaren – die het tegen vrijwel iedereen opnemen –, maar die durven zich hen niet toe te eigenen, nestelen zich niet in hun binnenste en tasten ook hun verschijning niet aan, bedekken die slechts met heel lichte natte sneeuw of schemerduister. Hij was lang, tamelijk veel langer dan zijn generatiegenoten gemiddeld waren, nog die van de generatie van mijn vader of de daaropvolgende. Daardoor zag hij er op het eerste gezicht sterk en goedgebouwd uit, hoewel zijn gestalte niet typisch mannelijk was: voor zijn lengte een beetje smal in de schouders, waardoor hij breed in de heupen leek, hoewel die niet vreemd uitstaken en hij totaal niet dikbuikig was, en met een paar erg lange benen waar hij geen raad mee wist wanneer hij zat: als hij ze over elkaar sloeg (en dat deed hij al met al het liefste), bereikte de voet van het bovenste been op natuurlijke wijze de grond, iets waar sommige vrouwen, die trots zijn op hun kuiten – ze willen niet dat de ene hangend gezien wordt, of dikker gemaakt of gedeformeerd door de knie –, in slagen met behulp van hoge hakken en door ze op een onnatuurlijke manier te verdraaien. Vanwege die smalle schouders droeg Muriel gewoonlijk colberts met schoudervullingen die niet erg opvielen, geloof ik, ofwel de kleermaker maakte ze voor hem in de vage vorm van een omgekeerde trapeze (in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw, toen dat niet meer zo gebruikelijk was, ging hij nog naar de kleermaker of kwam die bij hem thuis).”

 

 
Javier Marías (Madrid, 20 september 1951)

 

De Vlaamse schrijver Cyriel Buysse werd geboren op 20 september 1859 in Nevele. Zie ook mijn blog van 20 september 2007. Zie ook mijn blog van 20 september 2010 en eveneens alle tags voor Cyriel Buysse op dit blog.

Uit: Van hoog en laag. Het eerste levensboek

“Het kasteel van ‘meneer den b’ron’ stond boven op een mooi-begroeiden heuvel, vlak tegenover het kasteel van ‘meneer de groave’ dat zich insgelijks verhief boven op een mooi-begroeiden heuvel. Daaronder en daartusschen lag het dal, met het dorpje en de zacht door groene weilanden heen kronkelende rivier.
Het kasteel van ‘meneer de groave’ was grooter en grootscher dan het kasteel van ‘meneer den b’ron’. Het had ouderwetsche koepels en torens en kanteelen en spiegelde zijn statige schoonheid in een der breede bochten van het stille water. Maar het minder grandioos kasteel van ‘meneer den b’ron’ was toch pittoresker gelegen: het heuveltje waarop het stond was ietwat hooger dan de andere heuvel; het zicht van daar uit ontvouwde zich ruimer en mooier over de gansche streek; en vrij dicht bij, als ’t ware er bij behoorend, stond een oude, oude, houten molen: een molen die dateerde uit de middeneeuwen, gansch grijs en gansch verweerd, en die bij gunstig weer nog werkte, als een aartsvader die zijn knokkelige ledematen in beweging houdt om frisch te blijven.
Daaronder lag het dorpje, en ’t heette ‘Meulegem’. Heel héél oude papieren, die vergeeld en half vergaan lagen op den zolder van ’t gemeentehuis getuigden ervan, dat de molen al lange jaren bestond vóór het dorpje, waaraan hij zijn naam had gegeven. De huizen, het kerkje, de kasteelen, dat was alles veel later gekomen. Maar de bewoners wisten daar niets of slechts weinig van af. Meulegem veranderde niet: wat hun ouders en hun voorouders gekend hadden bestond nog als vroeger en niets noemenswaard was er ooit bijgekomen. ’t Leek wel of Meulegem zoo ineens, op één dag, kant en klaar was neergezet en voorbestemd om altijd zoo te blijven.
Er was maar één straat. Zij kwam, als steenweg, kronkelend uit de velden en de bosschen en werd eerst dorpskom tusschen twee herbergen: het ‘Vosken’ en de ‘Nachtegaal’.”

 

 
Cyriel Buysse (20 september 1859 – 25 juli 1932)
Portret door Emile Claus, ca. 1924

 

De Amerikaanse schrijver Upton Beall Sinclair werd geboren op 20 september 1878 in Baltimore, Maryland. Zie ook mijn blog van 20 september 2010 en eveneens alle tags voor Upton Sinclair op dit blog.

Uit: The Jungle

« Gradually there was effected a separation between the spectators and the guests–a separation at least sufficiently complete for working purposes. There was no time during the festivities which ensued when there were not groups of onlookers in the doorways and the corners; and if any one of these onlookers came sufficiently close, or looked sufficiently hungry, a chair was offered him, and he was invited to the feast. It was one of the laws of the veselija that no one goes hungry; and, while a rule made in the forests of Lithuania is hard to apply in the stockyards district of Chicago, with its quarter of a million inhabitants, still they did their best, and the children who ran in from the street, and even the dogs, went out again happier. A charming informality was one of the characteristics of this celebration. The men wore their hats, or, if they wished, they took them off, and their coats with them; they ate when and where they pleased, and moved as often as they pleased. There were to be speeches and singing, but no one had to listen who did not care to; if he wished, meantime, to speak or sing himself, he was perfectly free. The resulting medley of sound distracted no one, save possibly alone the babies, of which there were present a number equal to the total possessed by all the guests invited. There was no other place for the babies to be, and so part of the preparations for the evening consisted of a collection of cribs and carriages in one corner. In these the babies slept, three or four together, or wakened together, as the case might be. Those who were still older, and could reach the tables, marched about munching contentedly at meat bones and bologna sausages.
The room is about thirty feet square, with whitewashed walls, bare save for a calendar. a picture of a race horse, and a family tree in a gilded frame. To the right there is a door from the saloon, with a few loafers in the doorway, and in the corner beyond it a bar, with a presiding genius clad in soiled white, with waxed black mustaches and a carefully oiled curl plastered against one side of his forehead. In the opposite corner are two tables, filling a third of the room and laden with dishes and cold viands, which a few of the hungrier guests are already munching.”

 

 
Upton Sinclair (20 september 1878 – 25 november 1968)
Cover audioboek 

 

De Duitse schrijver en journalist Joseph Breitbach werd geboren op 20 september 1903 in Ehrenbreitstein bij Koblenz.Zie ook alle tags voor Joseph Breitbach op dit blog en ook mijn blog van 20 september 2010.

Uit: Bericht über Bruno

“Manchmal brachte Bruno mich arg in Verlegenheit, so zum Beispiel machte er sich immer über die Sozialisten lustig, die er nur die ‘Radieschen’ nannte. Der Ausdruck, irgendwo aufgelesen, hatte es ihm angetan, und ich erreichte es nicht, dass er wenigstens in Rysselgeerts Gegenwart darauf verzichtete, den Außenminister ‘Großradieschen’ zu nennen; Rysselgeert meinte, diese Abneigung richte sich allein gegen ihn, auch das hänge mit Brunos Eifersucht zusammen.”
(…)

“Die Überzeugung, dass man nur die Lebensbedingungen, nicht aber den Charakter des Menschen ändern könne, hatte ich viel weniger schmerzlich erworben als mein Freund. Dieser war in dem Glauben aufgewachsen, dass der verwirklichte Sozialismus einen besseren Menschen hervorbringen müsse als jede andere Gesellschaftsordnung. Die Einsicht, dass auch der in einem marxistischen Staat geborene Mensch eher zum Bösen als zum Guten neigt, von der er in Rußland schließlich überwältigt worden war, hatte ihn noch mehr erschüttert als der Bankrott des marxistischen Ideals in der Außenpolitik Moskaus. Unter vier Augen forderte er mir immer wieder ab, dass bei uns sauber regiert werde.”

 

 
Joseph Breitbach (20 september 1903 – 9 mei 1980)

 

De Duitse dichter, schrijver en essayist Adolf Endler werd geboren op 20 september 1930 in Düsseldorf. Zie ook alle tags voor Adolf Endler op dit blog en ook mijn blog van 20 september 2010.

 

An den Rand des ‘Hustler’ gekritzelt:

1
Säbeltanz auf fetten Wintersocken.

2
Anstatt der versprochenen Badeanstalt: Im Huflattich Nattern.

3
Seinem engeren Freundeskreis noch ungesotten entschlüpftes wasserfallgrünes Intimschrauben-Necessaire.

4
Oh welch erratischer Salon!

5
“Dafür sind wir im Herbst 89 nicht auf die Straße gegangen!”

6
Beleibter Unrastplatz.

7
Ratzen Sie mir, bittescheen, einen ganz kleinen Schlockerschlüh mit doppelter Pulpe!

 

 
Adolf Endler (20 september 1930 – 2 augustus 2009)

 

De Engelse schrijver Henry Arthur Jones werd geboren op 20 september 1851 in Granborough, Buckinghamshire. Zie ook alle tags voor Henry Arthur Jones op dit blogen ook mijn blog van 20 september 2010.

Uit: Her Tongue, a play in one-act

“MINNIE: There isn’t much time to waste, is there? He has only another hour in England, and he isn’t engaged yet. What did he really say in the smoking room last night?
FRED: Nothing much. Except that he wanted a wife out there, and he wished he’d had an opportunity of seeing more of Patty. And on the strength of that, you telegraph straight off to Patty to come here and meet him.
MINNIE: Naturally! Mr. Scobell will be a very rich man, and I wanted to give poor old Pat a chance.
FRED: She has muddled her love affairs terribly. You might just give Pat a friendly caution.
MINNIE: Her tongue? (FRED nods.) Yes, she does talk.
FRED: And never says anything! But look at her mother!
MINNIE: Oh, aunt’s a downright horrid old bore!
FRED: And Patty’s just as bad! Poor old Lorry!
MINNIE: Why poor old Lorry?
FRED: Fancy being out alone in the wilds of Argentina, and having nothing to listen to but Patty’s tongue for four or five years. (Bursts into a roar of laughter.)
MINNIE: Hush!
[Enter at back, LAWRENCE SCOBELL, about thirty-five, rather heavy, thick-set, stolid, quiet, cautious.]
FRED: So you’ve turned up, Lorry?
SCOBELL: Yes, there’s a mistake about my cabin; wrong number; they’ve turned another fellow in.”

 

 
Henry Arthur Jones (20 september 1851 – 7 januari 1929)
Affiche

 

De Engelse dichteres en schrijfster Stevie (eig. Florence Margaret) Smith werd geboren op 20 september 1902 in Kingston upon Hull. Zie ook alle tags voor Stevie Smith op dit blog en ook mijn blog van 20 september 2010.

 

I Do Not Speak

I do not ask for mercy for understanding for peace
And in these heavy days I do not ask for release
I do not ask that suffering shall cease.

I do not pray to God to let me die
To give an ear attentive to my cry
To pause in his marching and not hurry by.

I do not ask for anything I do not speak
I do not question and I do not seek
I used to in the day when I was weak.

Now I am strong and lapped in sorrow
As in a coat of magic mail and borrow
From Time today and care not for tomorrow.

 

The Pleasures Of Friendship

The pleasures of friendship are exquisite,
How pleasant to go to a friend on a visit!
I go to my friend, we walk on the grass,
And the hours and moments like minutes pass.

 

 
Stevie Smith (20 september 1902 – 7 maart 1971)

 

De Duitse dichter en schrijver Hanns Cibulka werd geboren op 20 september 1920 in Jägerndorf, in het toenmalige Tsjechoslowakije. Zie ook alle tags voor Hanns Cibulka op dit blog en ook mijn blog van 20 september 2010.

 

Prolog

Ein Beben
geht durch den Vers,
die Seismographen schlagen aus,
der Jamben straff gespannter Bogen bricht,
der Reim,
der in sich selbst verliebt,
stirbt ab.

Die Sprache
steht vor uns auf,
nackt,
und wirft das Halseisen
zu Boden.

Vers libre,
mit dir
will ich die Wahrheit
befreien,
und wenn die Erde aufschreit,
nachts,
sei wie das Gras,
das immer wieder sich

erhebt.

 


Hanns Cibulka (20 september 1920 – 20 juni 2004)