De Engelse dichteres Anglo-katholieke mystica en theologe Evelyn Underhill werd geboren op 6 december 1875 in Wolverhampton, Staffordshire. De Anglicaanse Kerk van Engeland en de Episcopaalse Kerk van de Verenigde Staten vereren haar in hun heiligenkalenders op 15 juni. Underhill behield haar eigen naam, ook nadat ze in 1907 met Hubert Stuart-Moore trouwde.
Niet in de laatste plaats onder de druk van haar radicaal antikatholieke echtgenoot, bleef Evelyn Underhill haar Anglicaanse denominatie en kerklidmaatschap (Hoge Kerk) voor het leven trouw, ondanks haar groeiende neiging tot het katholicisme. In haar onderzoek naar mystiek betrok zij echter met hetzelfde interesse ook oosters-orthodoxe, protestantse en niet-kerkelijke vormen van mystiek. Daarin behandelde zij – goed gedifferentieerd – de geschiedenis, systematiek en praktijk van mystiek en werkt ze aan een zeer vergelijkbaar corpus van bronnen. Van 1929 tot 1932 was ze theologische redacteur van The Spectator.
The Light Of The World
Now burn, new born to the world,
Doubled-naturéd name,
The heaven-flung, heart-fleshed, maiden-furled
Miracle-in-Mary-of-flame,
Mid -numbered He in three of the thunder-throne!
Not a dooms-day dazzle in his coming nor dark
as he came;
Kind, but royally reclaiming his own;
A released shower, let flash to the shire, not
a lightning of fire hard-hurled.
The Lady Poverty
I met her on the Umbrian hills,
Her hair unbound, her feet unshod:
As one whom secret glory fills
She walked, alone with God.
I met her in the city street:
Oh, changed was all her aspect then!
With heavy eyes and weary feet
She walked alone, with men.