Françoise Sagan, Jean-Paul Sartre, Machado de Assis, Ian McEwan, Chitra Gajadin, Helmut Heißenbüttel, Wulf Kirsten, Robert Menasse, Adam Zagajewski, Anne Carson, Ed Leeflang

De eerste dag van de zomer lijkt een vruchtbare schrijversdag. Ik hou de biografische gegevens daarom beknopt.

 

De Franse schrijfster Françoise Sagan (pseudoniem van Françoise Quoirez) werd geboren in Cajarc, Lot op 21 juni 1935. Ze publiceerde haar eerste roman, Bonjour Tristesse, in 1954 op de leeftijd van 18 jaar. Haar pseudoniem koos ze uit de werken van Proust.

 

Uit: Derrière l’épaule

 

“Je n’ai jamais voulu écrire l’histoire de ma vie. D’abord parce qu’elle concerne, heureusement, beaucoup de gens vivants, et ensuite parce que ma mémoire est devenue complètement défaillante : il me manque cinq ans par-ci, cinq ans par-là, qui feraient croire à des secrets ou des cachotteries également inexistants. A y penser, les seuls jalons de ma chronologie seraient les dates de mes romans, les seules bornes vérifiables, ponctuelles, et enfin presque sensibles de ma vie.

“De plus, que l’on me croie ou pas, je n’ai jamais relu mes livres, sauf “Dans un mois, dans un an”, unique lecture traînant dans un avion. Je le trouvais pas mal, d’ailleurs. Mais depuis, rien. On me parle d’un personnage, on me jette à la tête des prénoms, des scènes, des moralités bien lointaines. Ce n’est pas la qualité de mes éuvres qui m’amène à cet autodédain, mais la conscience que de nombreux livres m’attendent encore sur quelque étagère, des inconnus que je n’aurai sûrement pas le temps de lire avant ma mort. Alors relire un livre de moi (moi qui en connais la fin, en plus), quel temps perdu !”

 

 

SAGAN

Françoise Sagan (21 juni 1935 – 24 september 2004)

 

De Franse filosoof en schrijver Jean-Paul Sartre werd geboren in Parijs op 21 juni 1905. Zie ook mijn blog van 21 juni 2006.

 

Uit: La Nausée

 

« La chose, qui attendait, s’est alertée, elle a fondu sur moi, elle se coule en moi, j’en suis plein. – Ce n’est rien: la Chose, c’est moi. L’existence, libérée, dégagée, reflue sur moi. J’existe.
J’existe. C’est doux, si doux, si lent. Et léger: on dirait que ça tient en l’air tout seul. Ça remue. Ce sont des effleurements partout qui fondent et s’évanouissent. Tout doux, tout doux. Il y a de l’eau mousseuse dans ma bouche. Je l’avale, elle glisse dans ma gorge, elle me caresse – et la voila qui renaît dans ma bouche, j’ai dans la bouche à perpétuité une petite mare d’eau blanchâtre – discrète – qui frôle ma langue. Et cette mare, c’est encore moi. Et la langue. Et la gorge, c’est moi.
Je vois ma main, qui s’épanouit sur la table. Elle vit – c’est moi. Elle s’ouvre, les doigts se déploient et pointent. Elle est sur le dos. Elle me montre son ventre gras. Elle a l’air d’une bête à la renverse. Les doigts, ce sont les pattes. Je m’amuse à les faire remuer, très vite, comme les pattes d’un crabe qui est tombé sur le dos. Le crabe est mort: les pattes se recroquevillent, se ramènent sur le ventre de ma main. Je vois les ongles – la seule chose de moi qui ne vit pas. Et encore. Ma main se retourne, s’étale à plat ventre, elle m’offre à présent son dos. Un dos argenté, un peu brillant – on dirait un poisson, s’il n’y avait pas les poils roux à la naissance des phalanges. Je sens ma main. C’est moi, ces deux bêtes qui s’agitent au bout de mes bras. Ma main gratte une de ses pattes, avec l’ongle d’une autre patte; je sens son poids sur la table qui n’est pas moi. »

 

 

Sartre

Jean-Paul Sartre (21 juni 1905 – 15 april 1980)

 

De Braziliaanse schrijver Joaquim Maria Machado de Assis werd gebpren in  Rio de Janeiro op 21 juni 1839. Brás Cubas was zijn eerste succes, gevolgd door het licht absurdistische Quincas Borba en de eigenzinnige ontwikkelingsroman Dom Casmurro.

 

Uit: The Posthumous Memoirs Of Bras Cubas

 

“I left, turning away from the crowds, and pretending to read the epitaphs. And, by the way, I like epitaphs; they are, among civilized folks, an expression of that pious and secret selfishness which induces men to pull out from death at least a tatter of the passing shadow. Then comes, perhaps, the inconsolable sadness of the ones who know their dead in the communal grave; it seems that the anonymous putridity reaches themselves.”

 

 

Machado

Machado de Assis (21 juni 1839 – 29 september 1908)

 

De Britse schrijver Ian McEwan werd op 21 juni 1948 geboren in de Engelse garnizoensplaats Aldershot en bracht zijn jeugd door in Singapore en Tripoli. McEwan werd in 1975 in één klap wereldberoemd met zijn verhalenbundel First Love, Last Rites, die eerst in Nederland verscheen, daarna in Engeland en vervolgens in nog vele landen.

 

Uit: Enduring Love

 

The beginning is simple to mark. We were in sunlight under a turkey oak, partly protected from a strong, gusty wind. I was kneeling on the grass with a corkscrew in my hand, and Clarissa was passing me the bottle-a 1987 Daumas Gassac. This was the moment, this was the pinprick on the time map: I was stretching out my hand, and as the cool neck and the black foil touched my palm, we heard a man’s shout. We turned to look across the field and saw the danger. Next thing, I was running toward it. The transformation was absolute: I don’t recall dropping the corkscrew, or getting to my feet, or making a decision, or hearing the caution Clarissa called after me. What idiocy, to be racing into this story and its labyrinths, sprinting away from our happiness among the fresh spring grasses by the oak. There was the shout again, and a child’s cry, enfeebled by the wind that roared in the tall trees along the hedgerows. I ran faster. And there, suddenly, from different points around the field, four other men were converging on the scene, running like me.”

 

 

ianmcewan

Ian McEwan (Aldershot,  21 juni 1948)

 

De Surinaamse schrijfster Chitra Gajadin werd geboren in District Suriname op 21 juni 1954. Zij schrijft poëzie, toneel en proza. In 1972 ging zij naar Nederland. Chitra Gajadin werkt voor de Feduco en als recensente voor de Weekkrant Suriname, het NBLC/Biblion en enkele tijdschriften.

 

 

Wij hebben altijd gelijk

Robuust optreden onder mandaat
veiligheidsmacht risicovolle geloof
waardige helmen case by case
geheime rechtbanken doden wij doen
niet aan internationale verdragen
wanneer in deze wereld geen kinderen
overblijven zal niemand elkaar liefhebben
leren lezen en schrijven brengt niet verder
als je fluisteren moet tegen slapende
honden van wie je leven blijft afhangen
wanhopig zoemend voor een zolderluik
hoorde ik vrijheid verstommen
reclamebanieren scheuren de vlucht
een bonte was op veertig graden sterven
in de verte de stuivende kreten ambulant
houdt de zon mijn gezicht in zijn handen
traagvliegend over de stad eeuwig leven
vraag iemand waar het pijn doet
amputeer gerust bijvoorbaat
in plasticverpakte iconen
de heilige tijd beslist alles
moet hetzelfde blijven tevergeefs
herinneren hyacinten een lange reis

Zij gaat naar de andere kant van de stad
’s avonds wanneer de kleintjes slapen
om te bellen bij haar oude vader naar
haar zus alleen bij het graf 24 pas
hun broer die zij heeft begraven
morgen heeft zij niets te vieren
dit jaar wordt geen feest weet u
en verontschuldigt zich
voor de feiten van haar leven
rouwend rust haar hoofd op aarde

Gajadin

Chitra Gajadin (District Suriname, 21 juni 1954)

 

De Duitse dichter, schrijver en essayist Helmut Heißenbüttel werd geboren op 21 juni 1921 in Rüstringen, tegenwoordig Wilhelmshaven. Heißenbüttel werd sinds zijn vroegste publicaties van ‘gedichten’ in de jaren vijftig beschouwd als de vertegenwoordiger en de pleitbezorger bij uitstek van de Duitse experimentele literatuur. Tussen 1960 en 1970 publiceerde hij Textbücher, verzamelingen teksten waarop geen enkele traditionele genreaanduiding past. Het zijn – deels antigrammaticale – variaties van zinnen, over de bladzijde geschikte woordgroepen, citaatmontages, gereduceerde teksttypes enz.

 

Uit: Etwa ein Ping-Pong-Ball oder eine Billardkugel

Etwa ein Ping-Pong-Ball oder eine Billardkugel was ist das? Etwa ein Ping-Pong-Ball oder eine Billardkugel das ist ein Ping-Pong-Ball oder eine Billardkugel. Das ist das Schicksal eines Ping-Pong-Balls oder einer Billardkugel. Aber das Schicksal eines Ping-Pong-Balls oder einer Billardkugel was ist das?
Etwa ein Ping-Pong-Ball oder eine Billardkugel (das Schicksal etwa eines Ping-Pong-Balls oder einer Billardkugel) das ist was mit einem Ping-Pong-Ball oder einer Billardkugel passiert. Was damit getrieben wird was damit vorgeht gemacht wird geschieht was jedermann anstellt usw.
Abprallen aufprallen abprallen aufprallen. Gestoßen geworfen gerollt aufgestiegen angestürzt werden. Harte flache Schläger. Lang scharf schnell zustoßende Stöcke. Glatt sein. Beweglich sein blind spiegelnd sich spiegeln blind rollend gestoßen schnellend und ohne Standpunkt. Leicht und leicht beweglich. Hohl beziehungsweise massiv. Hohl beziehungsweise massiv leer. Objekt.
Es gibt Regeln für jedes Spiel. Kennt der Spielball die Regeln? Hat der Spielball die Regeln gemacht? Beziehungen Kausalitäten Funktionen nützen ihm nichts. Man kann nicht mit Tannenbaumkugeln Billard spielen oder mit Marmeln Ping-Pong. Warum nicht?”

 

HEISSENBUETTEL

Helmut Heißenbüttel (21 juni 1921 – 19 september 1996)

 

De Duitse dichter, schrijver en uitgever Wulf Kirsten werd geboren op 21 juni 1934 in Klipphausen bij Meißen. In zijn bundel die erde bei Meißen zijn in chronologische volgorde de gedichten verzameld die hij tussen 1961 en 1982 schreef. In 1987 kreeg hij er de Peter-Huchel-Preis voor en daardoor raakte hij in het westen bij een groter publiek bekend.

 

tagesende

wind wogt über grünes gräsermeer
leuchtend gelber löwenzahn
schimmert von da her

weiße wolken auf östlicher bahn
schweben hoch im blaun vorüber
windgetrieben in die nacht hinüber

am horizont zerfließt der wald
abbricht der letzte vogelton
der schlußakkord verhallt

die gelben blüten in die kelche flohn
schwarz ist die nacht und kalt der tau
der nebel macht die wiese grau

 

kirsten2

Wulf Kirsten (Klipphausen, 21 juni 1934)

 

De Oostenrijkse schrijver Robert Menasse werd geboren op 21 juni 1954 in Wenen. Hij studeerde germanistiek, filosofie en politicologie in Wenen, Salzburg en Messina. In 1980 promoveerde hij in de Literatuur. Menasse werkte aansluitend zes jaar aan de universiteit van São Paulo in Brazilië. Daarnaast hield hij vooral lezingen over filosofische en esthetische theorieën van Hegel, Lukács, Benjamin en Adorno. Na zijn terugkeer uit Brazilië in 1988 leefde Menasse als vertaler van Portugese werken, literair en cultuurkritisch essayist voornamelijk in Wenen. In 1999 was hij drie maanden lang Writer in residence in Amsterdam.

 

Uit: Dummheit ist machbar

 

„Sollte einmal eine Geschichte der Zweiten Republik geschrieben werden, die die österreichischen Printmedien als Quelle benutzt, wird eine metereologische Langzeitstudie herauskommen. österreichische Zeitungen sind ja deshalb so einzigartig, weil sie am liebsten den Wetterbericht in der Schlagzeile bringen. Ein berühmtes Beispiel ist jene Ausgabe des Kurier aus dem Jahr 1975, das mehrfach glossiert wurde: Damals hatte der spanische Diktator Franco, gleichsam vom Sterbetett aus, fünf baskische Oppositionelle zum Tod verurteilt, und zwar durch die Garotte, eine mittelalterliche, besonders grausame Hinrichtungsmethode. Die Schlagzeilen der Weltblätter zeigten unisono Protest gegen den spanischen Caudillo, nur der Kurier machte mit
den Lettern auf: “Es ist soweit: Der Herbst ist da!”
Zwei Jahre später, als der Herbst zum internationalen Thema wurde, nämlich der “Deutsche Herbst, schlagzeilten Kurier und Krone: “Schönster” bzw. “Wärmster Herbst seit 51 Jahren!”
Es müssen schon Kriege in der unmittelbaren Nachbarschaft ausbrechen, um das Wetter aus den österreichischen Schlagzeilen zu verdrängen, aber selbst dann kann das österreichische Know-how siegen: “Nebel! scheitern Luftangriffe am Wetter? (Kronen Zeitung)
Viel zu wenig beachtet wurde bislang ein möglicher Grund dafür, warum Bruno Kreisky immer wieder Robert Musils Der Mann ohne Eigenschaftn als seinen Lieblingsroman bezeichnet hat: Es ist der österreichische Roman, der mit einem Wetterbericht beginnt. Aber erst als der derzeitige Kanzler Viktor Klima medial verbreitete, daß sein Lieblingsroman ebenfalls Der Mann ohne Eigenschaften sei, waren österreichische Tradition, avancierte Medienpolitik (= Politik für die Medien) und moderner Paternalismus in höchster Staatsrepräsentation zusammengefaßt: Glücklich das Land, dessen Regierungschef sich für die Titelseiten der Zeitungen mit Wassereimern und Gummistiefeln bereithält, wenn die Isothermen und Isotheren, anders als in Musils Österreich, einmal nicht ihre Schuldigkeit tun.“
 

Menasse

Robert Menasse (Wenen, 21 juni 1954)

 

De Poolse dichter en essayist Adam Zagajewski werd geboren op 21 juni 1945 in Lwów, het huidige Lviv. Sinds 1981 woonde hij in Parijs. In 2002 verhuisde hij naar Krakau.

 

             Long Afternoons,

 

Those were the long afternoons when poetry left me.

The river flowed patiently, nudging lazy boats to sea

Long afternoons, the coast of ivory

Shadows lounged in the streets, haugty manikins in shopfronts

stared at me with bold and hostile eyes.

 

Professors left their school with vacant faces

as if the Illiad had finally done them in.

Evening papers brought disturbing news,

but nothing happened, no one hurried.

There was no one in the windows, you weren’t there;

even nuns seemed ashamed of their lives.

 

Those were the long afternoons when poetry vanished

and I was left with the city’s opaque demon,

like a poor traveller stranded outside the Gare du Nord

with his bulging suitcase wrapped in twine

and September’s black rain falling.

 

Oh, tell me how to cure myself of irony, the gaze

that sees but doesn’t penetrate; tell me how to cure myself

of silence.

 

 

Vermeer’s little girl

 

Vermeer’s little girl, now famous
watches me. A pearl watches me.
The lips of Vermeer’s little girl
are red, moist, and shining.

Oh Vermeer’s little girl, oh pearl,
blue turban: you are all light
and I am made of shadow.
Light looks down on shadow
with forbearance, perhaps pity.

 

Vertaald door Clare Cavanagh

 

ZAGAJEWSKI

Adam Zagajewski (Lwów, 21 juni 1945)

 

De Canadese dichteres, essayiste en vertaalster Anne Carson werd geboren op 21 juni 1950 in Toronto. Carson is tevens hoogleraar Klassieke Oudheid en vergelijkende literatuurwetenschap aan de universiteit van Michigan.

 

Chicago

 

Shrieks (white) and shades (suede) of dirty cold.
I walked down Montrose to the shore of the lake.
Past a shut Park Bait Shop and a boat
named
Temperance II,
boat named
Mr Bright Eye,
mud-knobbed fields,
rusted-out barbecue from medieval times.
Dog on the beach cavorting bleakly.
Lake is as ugly as a motel room.
Walls don’t meet. Stains sag. One angel yawns in a horny heaven.
Against north wind I struggle back to where I was warm when I woke.
On the teapot a note from you about breathing.

 

 

Wild Sex

 

I walked to a coast.
The moon was in tumult.
It reminded me of of walking down the alley where (you pointed) the pile of bricks
used to be,
in the days when hookers came in from the street
and built a bit of wall there
to take their tricks behind.
Each morning Dave (landlord) unbuilt the wall.
He never put rise bricks anywhere else, like
inside.
In reminded me of a feeling of ‘sudden school’ I get
whenever men mention hookers
casually.
It reminded me of the word
glissando.

 

 

carson

Anne Carson (Toronto, 21 juni 1950)

 

De Nederlandse dichter Ed Leeflang werd geboren op 21 juni 1929 in Amsterdam. Leeflang was enkele jaren actief als journalist, studeerde Nederlands en gaf lange tijd les, eerst in Zeeland, daarna in Amsterdam.Als leraar besteedde hij veel aandacht aan het poëzieonderricht.
Hij begon met het schrijven van liedjesteksten, vertaalde ook kinderboeken uit het Engels.
Al schreef hij al heel lang poëzie, vanaf zijn vijtiende, toch publiceerde hij pas op zijn vijftigste gedichten. Dieren en de natuur in het algemeen, vooral die van het voormalige Zeeuwse eiland Schouwen-Duiveland, spelen een belangrijke rol in zijn poëzie. Zijn debuutbundel De hazen en andere gedichten (1979), trok sterk de aandacht en werd nog in datzelfde jaar bekroond met de Jan Campertprijs. Landschappen en feiten uit Leeflangs biografie zijn makkelijk terug te vinden in zijn werk. Zo speelt het voormalige Zeeuwse eiland Schouwen-Duiveland een rol in zijn eerste twee bundels en wijdde hij een bundel aan zijn ervaringen in het onderwijs: Op Pennewips plek (1982). Met zijn sterk persoonlijk getinte en emotioneel geladen poëzie bereikte Leeflang onmiddellijk een groot publiek. Maar doordat hij debuteerde in een tijd waarin er een wat ‘hermetische’ wind door de Nederlandse poëziekritiek woei, werd zijn werk door sommige critici aanvankelijk aangeduid als te ‘anekdotisch’ en ‘realistisch’.

 

 

AARDIGE LEERLINGEN

 

Zij willen de wereld veranderen als een kamer.
Er komen veel kussens in, een beetje als bergen,

gastvrije bergen voor iedereen. Onordelijk

en bewoonbaar – je moet niets meteen kunnen vinden

tussen laarzen en planten – mag het verstand zijn.

 

Zo verandert het intussen buiten.
De politiesirenes laten een klassieker thema horen,

de brandweerwagen nadert langzaam met de blues,

Als dansers wijken de voetgangers uiteen
voor de Ierse riddle van de ziekenauto.

 

Moederlijk, eenvoud en armoe,
geïmproviseer en vergeetachtigheid – het blijft

wel een jaar lang zomer, ook wel eens winter;

de doden vallen anders, meer per ongeluk –

dat hebben ze met ons voor.

 

Ik dwing ze tot orde en voel me na hun examens
eenzaam in hun ontspannen gesprekken

over crèches, vrijwillige kinderloosheid, honden.

 

Ze gedragen zich snel als gewonden
van denken dat hun wordt aangedaan.

Ze geven me thee en zeggen ook niet

dat ze me jaren een net te verdragen

overleefde hebben gevonden.

 

Het is maar beter niet te rekenen
op hun nieuwsgierigheid, want zij zien

alles, avondenuren lang.

 

En ergens moeten zij die massa laten
van doden en bezetenen, ergens tussen

blind en bang.

 

Half wakker komen zij de dagen door
op weg naar onvernietigbaar

stripsimpel luilekkerland.

 

Hij neemt het ze allang niet meer kwalijk
dat zij hun groei niet eens aanvaarden

en zich verzetten tegen het beroep

dat jarenlang gedaan wordt op

de medeplichtigheid van hun verstand.

 

leeflang2

Ed Leeflang (Amsterdam, 21 juni 1929)

1 thoughts on “Françoise Sagan, Jean-Paul Sartre, Machado de Assis, Ian McEwan, Chitra Gajadin, Helmut Heißenbüttel, Wulf Kirsten, Robert Menasse, Adam Zagajewski, Anne Carson, Ed Leeflang

De commentaren zijn gesloten