De Nederlandse schrijver en vertaler Frans Kellendonk werd geboren in Nijmegen op 7 januari 1951. Zie ook mijn blog van 25 februari 2007.
Uit: Oprecht veinzen
“Het machtsspel tussen de schilder en zijn model heeft iets van een psychoanalyse (bedacht ik me achteraf en veel te laat). De schilder heeft zich kwetsbaar gemaakt door het model te benaderen en zo blijk te geven van zijn belangstelling. Daarvan weet het model zich dus verzekerd en kan het misbruik maken. Maar de schilder kan het model vernederen met zijn esthetiserende blik, een blik waarin het al zo’n beetje het schilderij is dat hij maken wil. Dan trekt het model zich terug uit zijn geobjectiveerde lichaam, langzaam gaat het uit zijn bol en mediteert zich naar stralende hoogten. We spraken met elkaar als vanaf twee wolken, hij vanaf zijn esthetische wolk, ik vanaf mijn mystieke wolk, we lieten onze gedachten en zinnen half afgemaakt, om ze pas tien minuten later, wanneer onze wolkjes weer langs elkaar zeilden, te voltooien. Er was een intens bewustzijn van licht, dat over de muren van het atelier kroop en zoetjesaan verdween – tijd om op te houden.
Vorige week belde de kunstenaar me op: het werk was af, of ik eens langs wilde komen. Hij bleek twintig portretten van me geschilderd te hebben en, horribile dictu, er was er niet één bij waarin ik niet mijn eigen gezicht herkende. Dat herkennen was geen lezen, de portretten hadden niets symbolisch. Hij had mijn fysionomie binnenstebuiten gekeerd en mijn duistere, discrete eigen gezicht aan het licht gebracht. Ik vroeg hem wat hij met zijn werk ging doen. “Verkopen,” zei hij.”
Frans Kellendonk (7 januari 1951 – 15 februari 1990)
De Amerikaanse schrijver Nicholson Baker werd geboren op 7 januari 1957 in Rochester.Zie ook mijn blog van 7 januari 2007.
Uit: A box of matches
„ Good morning, it’s January and it’s 4:17 a.m., and I’m going to sit here in the dark. I’m in the living room in my blue bathrobe, with an armchair pulled up to the fireplace. There isn’t much in the way of open flame at the moment because the underlayer of balled-up newspaper and paper-towel tubes has burned down and the wood hasn’t fully caught yet. So what I’m looking at is an orangey ember-cavern that resembles a monster’s sloppy mouth, filled with half-chewed, glowing bits of fire-meat. When it’s very dark like this you lose your sense of scale. Sometimes I think I’m steering a space-plane into a gigantic fissure in a dark and remote planet. The planet’s crust is beginning to break up, allowing an underground sea of lava to ooze out. Continents are tipping and foundering like melting icebergs, and I must fly in on my highly maneuverable rocket and save the colonists who are trapped there.
Last night my sleep was threatened by a toe-hole in my sock. I had known of the hole when I put the sock on in the morning—it was a white tube sock—but a hole seldom bothers me during the daytime. I can and do wear socks all day that have a monstrous rear-tear through which the entire heel projects like a dinner roll. But at night the edges of the hole come alive. I was reading my book of Robe
rt Service poems last night around nine-thirty, when the hole’s edge began tickling and pestering the skin of the two toes that projected through. I tried to retract the toes and use them to catch some of the edge of the sock’s fabric, pulling it over the opening like a too-small blanket that has slid off the bed, but that didn’t work—it seldom does. I knew that later on, after midnight, I would wake up and feel the coolness of the sheet on those two exposed toes, which would trouble me, even though that same coolness wouldn’t trouble me if the entire foot was exposed. I would become wakeful as a result of the toe-hole, and I didn’t want that, because I was starting a new regime of getting up at four in the morning.”
Nicholson Baker (Rochester, 7 januari 1957)
De Franse schrijver, illustrator, filmmaker en schilder Roland Topor werd geboren op 7 januari 1938 in Parijs. Zie ook mijn blog van 7 januari 2007.
Roland Topor: Aritmetica
Uit: Die Wahrheit über Max Lampin
»Max Lampin ist eigentlich klein, verglichen mit meinem Haß. Gut, er ist ein Scheißkerl, aber kein außergewöhnlicher. Es würde auch nichts ändern, wenn er ein kleiner Heiliger wäre. Warum also beschäftige ich mich so verbissen mit ihm? Ich will es Ihnen sagen. Wenn man wie ich alt, arm, krank, erniedrigt und beleidigt ist, hat man nicht mehr den Hochmut und die Lust, sich seine Feinde auszusuchen. Der erste beste genügt. Er ist gut gegen Gallensteine. Das ist die Hauptsache. Wenn er seine Dienste getan hat, sucht man sich den Nächsten. Wichtig ist nur, daß man nicht an seiner Wut krepiert.«
Roland Topor (7 januari 1938 – 14 november 1997)
De Australische schrijfster en journaliste Helen Darville werd geboren op 7 januari 1971 en groeide op in Brisbane als dochter van Britse immigranten. In 1993 kreeg zij voor haar roman The Hand that Signed the Paper de Australian/Vogel Literary Award. Zij had het boek geschreven terwijl zij Engelse literatuur studeerde aan de universiteit van Queensland. Het boek verscheen onder het pseudoniem Helen Demidenko, de suggestie wekkend dat Darville het levensverhaal van haar eigen voorouders beschreef. Toen dat niet waar bleek te zijn leverde haar dat nogal wat kritiek en commentaar op. Nadat zij enkele jaren gewerkt had als lerares in het voortgezet onderwijs gaf zij het schrijven op en ging zij rechten studeren in Oxford. Darville levert nu regelmatig bijdragen aan de libertarische groeps-blog catallaxy files. Momenteel werkt zij ook aan een tweede boek.
Uit: The Hand that Signed the Paper
“As I drive down the Pacific Highway, the French are busy dropping bombs into the waters in which my nieces swim, the Americans and Iraqis are engaged in a bizarre competition to see who can destroy the world many times over most, and my uncle will soon be on trial for war crimes and crimes against humanity. I wonder casually, as I turn off the main road to fill up with petrol, if Eichmann had a daughter and is she felt the same way as I do now. It is an idle question, but I toy with it as the light and darkness at sunset plays over the glittering Ampol sign. This is one petrol station where they still serve you while you sit in your car. A pimply boy walks towards me across the asphalt and asks ‘how much?’ and I say ’twenty dollars’. I sit in the cockpit of my car, and look at my watch. The boy takes my keys. The key ring has a cheap plastic figurine of ‘Expo Oz’ attached. I’ve had it for four years, and Expo Oz’s platypus bill has very little paint left on it.
Right now, I am missing my Set Theory and Logic lecture, and will soon miss my Modern Political Ideologies lecture. I left home earlier this morning, giving Cathe a week’s rent and telling her that I was ‘going to drive down the coast to see about my uncle’. Cathe — and a few other of my close friends — know that I am related to the Kovalenko who has recently been charged with war crimes. That in itself is no guarantee of a trial, but the fear is real. I have confirmed to Cathe that the charges are true, and that the family is in the process of engaging a lawyer “
Helen Darville (Brisbane, 7 januari 1971)