De Tsjechische (Duitstalige) dichter en schrijver Hans Werner Kolben werd geboren op 5 Mei 1922 in Aussig an der Elbe. Hij stamde uit een beroemde Boheemse industriële familie: Het familiebedrijf was een van de paradepaardjes van de Tsjechoslowaakse industrie. Hans Werner groeide op in de onbezorgde grootburgerlijke omstandigheden van een geassimileerd protestants Joods gezin en in een Praags – Duitse culturele omgeving. Zijn passie voor klassieke muziek en literatuur kon hij als regelmatige opera en theater-ganger in zijn jeugd vrij uitleven. Na de Duitse inval op 15 Maart 1939 veranderde het leven van de familie drastisch. In die tijd sympathiseerde Kolben met de communisten. Tijdens de bezetting dichtte hij passages van de Marseillaise na en schreef hij satirische rijmpjes als variant op nazi-formules. Begin 1942 werd hij gearresteerd als gevolg van verraad door een vroegere klasgenoot die banden had met de SS wegens het niet dragen van de gele Davidster en op 10 augustus gedeporteerd naar Theresienstadt. Daar waren zijn broer en andere familieleden, waaronder zijn moeder, ook heen gebracht. Zijn moeder overleefde omdat ze als bacteriologe als onmisbaar werd beschouwd. Kolben, die al met schrijven was begonnen in Praag, zette dit in Theresienstadt voort en uit zijn smalle werk kon zijn moeder een aantal gedichten redden. Kolben werd op 28 September 1944 naar Auschwitz gedeporteerd. In februari 1945 overleed hij in het concentratiekamp Kaufering/Oberbayern, een dependance van Dachau, aan tyfus.
Gespräch im Walde
Frage: Du alter Mann, ich weiß, Du warst schon hier
Als Deine Haare noch ganz dunkel waren,
Und immer suchst Du, wie vor vielen Jahren
Was denn? Ist dieser Wald noch nicht in Dir?
Das Tal spielt Dir doch stets das Gleiche vor,
Hier einen Strahl, dort einen Nebelreigen,
Ein Vogel ruft ganz schwach von fernsten Zweigen
Und dauernd ragen Säulen schwarz empor.
Antwort: Das Unsagbare hab ich einst besessen,
Als Kind vielleicht in meiner frühsten Zeit,
Vielleicht noch früher in der Ewigkeit;
Im Wind der Jahre hab ich es vergessen.
Nun such ich wieder tastend zu erfahren,
Was diese Bäume zu einander sagen.
Ich fühl, der Wald muß das Geheimnis tragen.
Vielleicht wird er mir’s einmal offenbaren.
Hans Werner Kolben (5 mei 1922 – februari 1945)